GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

en die twee Tioornen waren hoog en hij brak zijn beide hoornen.... Dan. 8:3, 7. En de geitebok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die groote hoorn.... Dan. 8: 8. En uit één van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd tegen het sierlijke land. ... .doch hij zal zonder hand verbroken worden. Dan. 8:9, 25. en Zijns Koninltrijks zal geen einde zijn. Luk. 1:33.

Tragiek en humor öer hoornen. (Aflvent.)

Daniel's visioen in laoofdstuk 8 is onbehaaglijk vol van Jioorneni); zoo onbehaaglijk vol als de wereldgeschiedenis is van dreigende machten.

Menschen, die het van machten verwachten tégen machten, komen met Daniël een heel eiind uit: de ééne macht verbreekt hier de andere. Het gerucht van krakende, brekende horens vaart door heel dit visioen.

Maar de tragiek daarvan moet ons niet ontgaan. Allereerst dit: wie de macht oproept tegen de macht, wordt van nieuwe machtsvorming „lijdend" voorwerp. Van den ram (Medo-Perzië) heet het: „en hij maakte zich groot" (vs 4); van den bok, die hem overwint, (Griekenland), luidt het: „en hij maakte zich uitermate groot", (8); het is er érger op geworden in plaats van béter!

Daar willen wij menschen maar moeilijk van weten!

Agressie zonder interventie, daar roept het beducht gemoed een andere macht tegen op, die het béter zal maken. Als Engeland het nu maar mag winnen, dan heeft de vreeze uit!

Door die berekening haalt Gods profeüsche openbaring een forsche streep. „Er was niemand, dio uit zijn hand verloste" (4), — zoo WAS het, , met den ram.

Maar als nu de bok komt, tégen den ram, dan komt daar de aanval op den Vorst des hemels achter wég (vs 10—12); dan gaat het „sierlijke land" eraan (9); het wordt er voor de Kerk Gods niet beter op', als de ééne macht de andere verdringt!

Daarom moet zij met de wereld niet meedoen, met de wenteling aan het wiel van de macht; wat er ook bovenkomt, het zal altijd nieuwe machtsvorming zijn, al tooit ze zich met andere namen, en al komt ze op uit een anderen hoek van deze wereld: de ram uit het Oosten, die bok' uit hiet Westen, ze bedreigen beide het leven der menschen; en hoe méér het naar het eind loopt, des te meer wordt de aanval op God naderbij gebracht: . het Rijk van Alexander den Groote brengt, als zevende in het rijk der Seleuciden, Antiochus Epifanes te voorschijn, het klassieke voorbeeld van den Antichrist!

Zoowel bij den bok als bij den ram is die hoorn het zinnebeeld van vleeschelijke kracht; dat kan der menschheid niet waarlijk ten voordeel zijn: want het vleesch begeert tegen den Geest.

Wat wedden wij menschen dan op machten dezer eeuw?

Het leven, dat staat in het teeken van den hoorn, verderft zich zelf! Want dit is het twéódte der tragiek van de hoornen: het refrein in Daniël 8, het refrein der wereldhistorie is: „en de boom werd verbroken."

Winst eji overwinning verwaaien beide op den wind, die er vaart dtoor de geschiedenis der menschheid: de adem van den Almachtige verbreekt en verstrooit ze!

Waarom dan gehoopt op' deze of gene der huidige belligerenten?

„Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen; want het zal een booze tijd zijn." (Am. 5:13).

Dit is onze profetische taak: zwijgen, om naar God te hooren, en DAARNA te spreken; God na te spreken, die ons de wereldgeschiedenis zoo geheel anders leert lezen, dan wij gewend en geneigd waren!

Hoor nu den humor Gods inzake de hoornen. Het gaat in Daniël 8 onder meerderen over een man, in de geschiedboeken der menseben geteekend met den eerenaam: „de Groote": Alexander de Groote! De man, die in tien jafen tij ds een grooter wereldrijk vestigde, dan ooit te voren was gezien.

Wie buigt niet voor zulke groo'ten der aarde? En Gods humor (of moet ik zeggen: vlijmende ironie? ) is dit: Hij laat, om dezen man te teekenen, aan zijn profeet een... harigen geitebok zien! „Die in den hemel woont, zal lachen: de AUerlaoogste zal hen bespotten." (Ps. 2:4). i)

Wat sjDreken wij, menschen, van menschen en machten, toch héél anders, dan GOD het doet in Zijn Boek!

Maar met dézen humor eindigt het hier in Daniël 8 niet.

Er komt nóg een lachen Gods; een lach van genade en liefde.

De hoorn, gericht tegen God, (9—12, 23—25), de kracht van den Antichrist, zal „zonder hand verbroken worden", d.i. door geen andere aardsche macht ditmaal, maar door de hand Gods zelf.

Hier wordt de vicieuze cirkel verbroken; hiör houdt de wenteling van het wiel van macht op; want hier is de teekening van wat er geschiedt, als het EINDE der wereld daar is.

God zendt Zjjn Christus ten tweeden male in deze wereld, — tégen den tegen-Christus en den tegen-godsdienst (12) 2); en vóór het heilige volk, en tot rechtvaardiging van het heiligdom (14).

Daarvan is het begin in Betlilehem geschied. Midden tusschen hoeven en hoornen van rammen en bokken is het Lam Gods in deze wereld gezonden, dat de macht van alle hoornen, tegen onzen God gericht, verbreekt, i)

De hoorn des heils is opgericht! (Luk. 1:69).

Dat is géén macht van BENEDEN, maar de Opgang uit de HOOGTE! Zijn hand zet het wentelend wiel van de wereldmachten sül.

Deze hoorn des heils breekt in het einde ooik den hoorn des verderfs. Dan komt de nieuwe orde tot triomf, in Bethlehem begonnen: het lioninkrijk, dat géén einde zal hebben.

Dat heeft dezelfde Gabriel verkondigd, die nimmer andere boodschap bracht, d'an in verband met Messias. (Dan. 8:16 vv., 9:21w., Luk. 1:19, 26).

Geve God ons in deze dagen geloof: de overwinning op alle wereldmachten is aan bet Iün)d in de kribbe; dat doet eens den vijand en wraakgierige ophouden! (Ps. 8:3).

Christus' komst in deze wereld is ACTueel: ze is het DOEN Gods, dat dte geschiedenis behee-rscht tot aan, en in, haar einde. ;

In do geschiedenis der volkeren, is cUe van Christus' eeuwig Koninkrijk, dat komende is, en geen einde zal hebben.


1) Walter Lütlii, Die kommende Kirche, Die Botschaft des Propheten Daniël, Elfte Aufl, Verlag Friedrich Reinhardt, Basel, 96—107.

2) Vs. 12. St. V. heeft: „en het heir werd in den afval overgegeven tegen het gedurig offer". Dr G. Ch. Aalders vertaalt (Korte Verklaring): , , en een eeredienst zal in goddeloosheid worden ingesteld, tegenover het bestendig offer" (157, vgl. 163—165).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's