GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de HEEBE zeide: Wie zal Achab overreden, dat hi] optrekke ^n valle te Ramoth in Gilead? De ééne nu zeide aldus en de andere zeide alzóó. Toen ging een geest uit en stond voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: Ik zal hem. overreden. En de HEERE zeide tot hem: Waarmede? En hij zeide: Ik zal uitgaan en een leugengeest zijn in den mond aller zijner Profeten. En hij zeide: Gij zult overreden en zult het ook vermogeui ga uit en doe alzoo. 1 Kon. 22 : 20—22.

DE VOEDSTERHEER DER VALSCHE PROFETIE TEN VAL GEBRACHT.

(Advent).

De strijd van vrouwenzaad en slangenzaad beheerscht heel , dè geschiedenis van de kerk an Jezus Christus.

Het is een strijd van kracht en tegen-kracht. En wijl de grootste kracht in de wereld tenslotte die van het woord is (want wat kan het woord al niet tot stand brengen? ), daarom is het ook, en niet in de laatste, doch juist in de eerste plaats, een strijd van woord en tegenwoord. Van Gods Woord en satanisch woord. Van geestelijk en van natuurlijk woord. Van Geestes-spraak en Beestes-spraak. Van ware profetie en valsche profetie. Van de energie der waarheid en van de energie der leugen.

Wie de advents-lijn grijpen wil, die door de eeuwen heenloopt, van het verloren paradijs, over Bethlehem, tot aan den jongsten dag, die komt daar niet mee klaar, tenzij hij staag zijn aandacht richt op 't fenomeen der valsche proietie.

Ze is er in den aanvang der geschiedenis: de , .profetie" van Lamech, die „uit zijn hart" spreekt, en zich van 't Woord Gods los-maakt, staat tegenover de openlijke aanroeping van den Naam des Heeren in de lijn van Enos, den zoon van Seth.

Ze is er, als Mozes in Deut. 13 den valschen profeet als doemwaardig teekent, wijl hij „uit zijn hart" spreekt, d.i. , , versiert", verzint, wat 't vleesch zoo graag verzonnen ziet, terwijl hij in Deut. 18 den anderen profeet ons wijst, die naar het Woord spreekt, die een profeet als Mozes zelf is, gehouwen uit en behouwen door het Woord van Godr een profeet, die straks essias blijkt te wezen, middelaar van 't nieuw erbond, sprekende wat.Hem getoond is, wat ij gezien heeft en gehoord.

Ze is er, als de Christus Zelf bij 't afscheid emen aan Zijn jongeren voorhoudt, hoe zwaar e strijd straks zijn zal tusschen eenerzijds de alsche profeten, die wolven-in-schaapskleeen, die verklaren: , , ik ben het", of , , daar is ij", terwijl men toch geen geloof hun schenen mag, — en anderzijds Zijn eigen discipelen, ie'.Hij, ook zonder dat een wonderteeken hen annemelijk kan maken bij , , die buiten zijn", och op het Woord beveelt te steunen en uit et Woord beveelt te spreken.

Ze is er, als Paulus vecht tegen den Satan in Philippi, of tegen den valschen profeet uit andelingen 13, Bar-Jezus, of Elymas.

Ze is er tenslotte aan het eind der dagen, anneer het Beest uit de aarde, DE valsche proeet, de scharen achter zich krijgt en door wonerteekenen haar verleidt. In die dagen, waarin od den menschen, dié niet anders wilden, ENDEN zal een kracht, een energie, van dwaling.

Een hoogtepunt nu in de historie van de valsche profetie is door haar bereikt in koning Achab's dagen. Een hoogtepunt is bij de valsche profetie uiteraard een diep/e-punt.

Is 't niet een pracht-gezicht: vierhonderd man, die officieel geraadpleegd worden in een politieke crisis? De koning van het 1 O-stammenrijk, Achab, is in vol ornaat verschenen in de pas gebouwde residentie van zijn vader Omri, om over een veldtocht tggen de Syriërs te confereeren met, de groeten van zijn rijk. De spanning is er: oorlog is op til, en de kreet is niet van de lucht: verlos de volksgenooten, die te Ramoth onder vreemden hiel vertrapt zijn: breng hen weer thuis in 't Rijk! , , Heim ins Reich"! En zie, óók de koning van 't twee-stammenrijk is gekomen naar Samaria! Dat zégt wat: de bewoner der oude residentie (Jeruzalem), kwam over naar de nieuwe (Samaria), de conira-residentie. De veldtocht zaV een onderneming van hen beiden worden; geeft God Zijn zegen niet in die verbroedering van twee maar al te droef gescheiden Rijken?

Zie ook, hoe groote plaats „de religie" inneemt in dit nieuwe Rijksbewind. Hunne Majesteiten zijn niet tegen „de religie". Verre vandaar: vierhonderd profeten worden officieel geraadpleegd. De koning Achab heeft hen ingeschakeld in het staatsbestuur: hij is hun voedsterheer, hij voedt, kleedt en honoreert hen uit de staatskas, en — hij Iaat hen spreken ook: zij mogen nimmer den indruk wekken van slechts een duur ornament te wezen. Vierhonderd profeten — twee koningen, is 't niet een pracht-gezicht?

Maar wie op deze vraag toestemmend moge antwoorden, niet alzoo Micha, de gevangen profeet, die voor ditmaal op aandrang van den iioogen gast uit Jeruzalem uit de cel gehaald wordt, om ook zijnerzijds aan de geallieerde koningen de naaste toekomst te voorspellen, en hun advies te geven nopens den voorgejiomen veldtocht.

Die ééne man staat daar alleen tegen de vierhonderd.

Zij hebben allen om het 'luidst geroepen: trek op, trek op, deze militaire onderneming zal voorzeker slagen.

Maar Micha luidt de doodsklok. Die koning Achab daar in zijn schitterend gewaad zal sterven in den krijg. De profeet Micha heeft dat gezien. Wat heeft hij gezien? Dat de Heere God het vonnis uit gaat voeren, hetwelk Elia heeft voorspeld aan Achab. Elia heeft Achab verkondigd, dat hij den dood der schande sterven zou: dfe honden zouden zijn bloed lekken. De tijd is nu gekomen. Die veldtocht zal het einde nabij brengen; de honden slurpen straks werkelijk het bloed van Zijne Majesteit.

Waarom is Israels God zoo gram op Achab? Omdat het Achab is, die stelselmatig het advents-schrift uitwischt; dat met den vinger Gods geschreven is op het proclamatiebord van de kerk van 't Oude Testament. ^

Achab, — hij trouwt Izebel' Ethbaal's dochter, de brutale syncretiste, die stelselmatig den dienst van Jahwe vermengt met dien der baals en astarte's. En hij laat haar begaan — het Messiaansche adventsschrift wordt uitgewischt. Achab, — hij geeft bevel Jericho te herbou-

wen. Maar Jericho mocht niet herbouwd worden; dat is: de puinen van de muren van die oude stad mogen niet worden opgeruimd; Jozua, die type van Messias, heeft met een zwaren vloek destijds een ieder bedreigd, die deze resten op zou ruimen. Waarom? Omdat de muren van Jericho door het geloot gevallen zijn, zonder eenige menschendaad, zonder eenig wapengeweld, zonder den wil des sterken mans. Daarom moesten die ruïnes blijven liggen: ze waren aan de ingangspoort van het beloofde land, en dus in de sleutelpositie der evangelische verkenningsdiensten, een sprekend document der vrije genade, der verlossing, die om niet geschiedt, en die gegeven wordt door den Meerderen Jozua, den middelaar van 't Nieuwe Testament. Maar Achab stoort zich daaraan niet. Anderen vóór hem bouwden naast die ruïnes, hij laat op de plaats zelf, waar zij liggen, zijn vesting gronden — het messiaansche adventsschrift M/ordt uitgewischt.

Achab, — hij heeft later opnieuw een-wonder-teeken van een muur, die omviel, getrotseerd: hij, de recidivist. Toen Benhadad hem de lendenen wilde breken, gaf Israels God tot tweemaal toe dezen geweldenaar in Achabs hand. Als nu de verslagen rest van Benhadad's leger vlucht naar ASek, valt de muur dier stad op de 27000 man, die Benhadad overgebleven zijn. Het tweede muur-mirakel dus; Jericho eerst, Afek daarna. Weer zijn er muur-resten, die het advents-schrift van vrije genade, van genade om niet, zonder menschen-toedoen leeren spellen. Maar ook nu stoort Achab zich aan dat messiaansche schrift niet: hij spaart Benhadad, en maakt hem zich tot —• bondgenoot. Precies wat Saul met Agag heeft gedaan. Daarom zegt een profeet den vloek hem aan; hij heeft ook voor de tweede maal het messiaansche-muur-schrift uitgewischt.

Achab, — hij heeft den akker van Naboth zich geannexeerd. Hij wilde dat stuk grond koopen, niei zóó, als David Oman's akker kocht, om er een tempel op te bouwen, en den Heere dus er mee te eeren. Neen, Achab wil dien lap grond hebben om het kroon-domein te vergrooten. En Naboth weigert. Hij weigert terecht, want de akker mag niet worden vervreemd, , doch moet in de geslachten blijven. Zoo wil het de Heere; Hij heeft immers het jubeljaar ingesteld? — Het jubeljaar nu is een messiaansclie boodschap; om de zeven dagen een sabbathdag; om de zeven jaren een sabbaths-jaar; en om de zeven maal zeven jaren een opper-sabbaths-jaar, een jubeljaar, dat wijst naar Christus, Die de armen rijk komt maken, de blinden zal doen zien, de dooden zal doen leven. Van dat jubeljaar houdt Israels God: de koning, die als eedschender de slaven knecht, en zoo de wet van het jubeljaar trotseert, wordt straks om deze zonde in de ballingschap gebracht. En zie, als nu Achab Naboth laat vermoorden, en langs dezen weg den akker toch aan zich trekt, dan zondigt hij publiek en officieel tegen de messiaansche jubeljaar-profetie: hij heeft het messiaansche advents-schrift uitgewischt. Achab, —• hij heeft tenslotte de valsche profetie begunstigd en ze aan zijn souvereiniteit als staatshoofd ondergeschikt gemaakt. De ware profetie nu getuigt van Christus; zij moet dus spreken uit het Woord. Om haar materieele inhouden, o zeker. Maar ook reeds om haar formeele binding aan hetgeen geopenbaard is. Want de Christus, en de verlossing-van-messias, is , , iets nieuws" op aarde {, , chedasjah"); Hij komt door 't wonder; geen oog heeft gezien, geen oor gehoord, geen hart bedacht, wat God in Christus heeft bereid aan wie Hem liefhebben. Wie Christus preeken wil, en in eigen profetie den Christus als Hoogsten Profeet en Leeraar wil vertoonen, die moet dus nooi/spreken , , UIT zijn hart"; doch altijd , , uit" het WOORD. Als daarom Achab de valsche profeten tot een staats-instantie maakt, en 't spreken-uit-het-hart bij staatsdecreet aanmoedigt, ja brutaal-weg vordert' en daarom dien éénen profeet Micha, die hetgeen geopenbaard hem is en alleen dat geopenbaarde verkondigt, in de gevangenis werpt en straks nog eens laat werpen, dan is dat een georganiseerde antiinessiaansche daad; hij heeft het messiaansche advents-schrift uitgewischt.

Zóó komt het, dat de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de God, v^n wien de advents-tijden zijn, Achab zoo gram is.

Nu valt een ieder in zijn eigen garen. ^Ook Achab.

En dat is het, wat, in een laatste serieuze roepingsdaad, de profeet Micha hem heden komt profeteeren. Hij laat den koning hooren, wat hij in zijn cel gezien heeft; hij kreeg een visioen en daarin zag hij, hoe de Heere raadslag hield met al zijn troon-geesten. Het puntvan't-dag-agendum is: Achab's ondergang. Maar hoe is de weg, wat is het middel, dat dit doel zal doen bereiken? Èlia heeft — na de anti-theocratische, anti-messiaansche daad van Naboth's executie, hem aangezegd, dat hij smadelijk zou vallen. Tevoren had na de episode- Benhadad een andere godsman hem eveneens den ondergang voorspeld. Hoe zal het doel bereikt worden? De profetie vervuld? Daar komt in de hemelsche raads-zaal een geest naar voren: hij zal een leugengeest in Achab's staatsprofeten wezen. Dat is, zonder visionaire beeldspraak gesproken; in dezen geest is ons als 't ware voor oogen geschilderd, dat óók de georganiseerde leugen, gelijk alle zonde, staat onder het bestuur van God. God laat de zonde toe: dat is permissie. Maar Hij is daarbij geenszins passief: de permissie is actieve permissie. Die leugen-profeten zeggen wat ZIJ graag willen zeggen: ze spreken immers „uit hun hart"? En Achab, die hun voedsterheer is, hoort uit hun mond, wat hij zoo heel graag hooren wil. Geen van die allen is „een stok, een blok". De sprekers niet, de hoorders ook niet. Zij handelen allen in vrijheid, en in verantwoordelijkheid. Maar in en door hen vervult zich de raad van God. De man, die 't messiaansche adventsschrift almaar uitvlakt, wordt zelf nu uit-gevlakt. De dood achterhaalt hem op die ééne plaats, waar hij nu juist met alle geweld naar toe wil: Ramoth in Gilead. De oorlogspropaganda is prachtig opgezet; maar aan zijn eigen propaganda-trucs zal de koning zich den dood eten, den smadelijken: ach, die honden straks. Die honden, en die hoeren (22 : 38).

Het messiaansche advents-schrift is door God dus wèl verdedigd en beveiligd. Hij laat zijn lessen, zijn advents-lessen niet bespotten.

Gaat ons dit alles soms óók aan? O zeker.

Want wij zijn wachtende op Christus' tweede komst. Het drama van den Achab, die in eigen garen valt, in 't garen van de anti-adventsprofetie, de valsche dus, herhaalt zich dan. Dan? Kom, zeg maar ronduit: NU. Want de einden der eeuwen zijn op ons gekomen. En die einden der eeuwen brengen op groote schaal wat Achab nog maar in miniatuur-formaat ons deed zien. De Antichrist-der-daad komt niet alleen straks: hij brengt den antichrist-van-'t-woord, den VALSCHEN PROFEET, met zich mee. Hem zal de heele wereld glansrijk, honoreeren. De Staats-kas der Vereenigde Naties zal hem compleet in 't goud zetten: dien schitterenden Redenaar van het Veredeld Menschenras Doch Paulus schreef het reeds naar Thessalbnica: zij hebben straks de liefde voor de waarheid niet aangenomen; zevzijn als Achab. En daarom ZENDT God — Hij is weer zeer actief in Zijn permissie — hun een kracht, een energie van dwaling (2 Thess. 2): ze sterven als Achab. Heel het straks in te stellen Ministerie van Propaganda van den Bond der Vereenigde Volkeren in de Gouden Eeuw zal van de onderste betonplaat tot aan den bovensten torentrans een gaarne betaald maaksel van de enthousiaste menschheid wezen. Maar in den hemel zei, en zegt vandaag een geest van rondom den troon: Ik zal daar resideeren, ik zal aldaar een leugengeest zijn in den Minister, en ook in het laatste fanatieke dolle klerkje. Ze zullen allemaal het messiaansche adventsschrift uitwisschen.

Dan moet , , Micha" in de gevangenis. In het concentratiekamp. Naar de gaskamer.

Maar Christus komt toch over zijn asch-resten heen. , , Sein König reitet all über sein Grab". Hij komt, hij komt, om d'aard te richten, de wereld in gerechtigheid; al 't volk waar 't wreed geweld moet zwichten, wordt in rechtmatigheid geleid. Hij zal het messiadnsche advents-schrift bevestigen, bekronen, handhaven, verzegelen. En den anti-christ zal Hij verdelgen met het zwaard zijns monds. De honden zullen zijn bloed lekken, de gieren komen af op het groote Aas; en de hoeren nemen haar laatste bad, als de lucht zpo benauwend heet wordt vanwege den laatsten aschregen.

En dit is dan de horribele waarheid over de anti-adventspreekjes der valsche humanitaire eenheid van de w'ereM. En ja, 't is waar ook: dat is de waarheid over de valsche anti-adventspreekjes óók van de kerk. We zouden haast vergeten gaan, dat dat mooie stadsplein in Samaria, waar die prachtig uitgedoste vereenigde koningen confereeren en waar die 401 profeten profeteeren.... kerk-terrein geweest is.

O Jezus Christus, Uw Schrift, Uw anti-eenheids-schrift. Uw hand, die daar een mene mene tekel ufarsin schrijft boven onze kranten-palei­-

zen-in-aanbouw!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1945

De Reformatie | 8 Pagina's