GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZELFBESCHIKKINGSRECHT.

Inzake Nederlandsch-Indië is gesproken over het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. En dit is verdedigd met een verwijzing naar het handvest der vereenigde-volkerenorganisatie, wa9, rin dit zelfbeschikkingsrecht is vastgelegd. De naam zegt reeds wat het zelfbeschikkingsrecht beteekent. Het houdt in, dat alle volkeren het recht ïiebben om over zichzelf te beschikken, om zelf uit te maken welken staatsvorm en welke regeering zij zullen hebben.

Dit zelfbeschikkingsrecht heeft zijn oorsprong in het paradijs, waar Adam weigerde langer aan den Heere de beschikking over zijn leven te laten en zich met zijn leven ter beschikking van den Heere te stellen. Hij gaf de gebondenheid aan den Heere prijs om over zichzelf te gaan beschikken naar eigen believen. Hij meende daarmede de vrijheid te verwerven, maar dit was een droombeeld. Ware vrijheid is er alleen in-de gebondenJieid aan den Heere. Dat is het klimaat waarin de mensch vrij kan leven en ademhalen. Want daarop is hij in zijn schepping aangelegd. Hij is gemaakt naar Gods beeld, opdat, hij met den Heere in verbondsrelatie zou staan en zou leven. In die verbondsrelatie kan hij zich vrijelijk ontplooien naar zijn aard waarmede de Heere hem heeft begiftigd. En dat is toch vrijheid wanneer het leven zich kan ontplooien naar zijn aard, in^vereensternming met zijn aanleg, niet gehinderd door banden, die oorspronkelijken aard en aanleg willen ombuigen naar een anderen kant.

De revolutionaire vrijheid wil altijd losmaking van alle banden, ook van die, welke bij 'smenschen scheppingsaard behooren. Zij miskent alle gezag, goddelijk en menschelijk, dat wettig gegrond is. De revolutie verwerpt den band aan God en de door God gemaakte banden tusschen de menschen. Zij heeft haar wortel in ongeloof zooals Groen van Prinsterer in zijn meesterlijk werk „Ongeloof en Revolutie" zoo prachtig heeft doen zien. Zij ziet alle menschen als aparte, losstaande, zelfstandige wezens, individuen, die over zichzelf hebben te beschikken. Zij zijn allen hun* eigen koning en hun eigen onderdaan. Daarom is in dé staatkundige samenleving het gezag, de souvereiniteit bij het volk (volkssouvereiniteit). Bij onderlinge afspraak slechts dragen al deze souvereine, koninkUjke individuen hun koninklijke waardigheid over aan een ander, één persoon of een college van personen, die (dat) dan namens het volk regeert. Het volk heeft echter in alles de uiteindelijke beslissing. Dat maakt door stemming uit of de regeering zal aanblijven, ja dan neen. Dat beslist ook over alle wetsontwerpen. Zoo heeft het volk naar de revolutionaire theorie vrijheid.

Nu kan het evenwel gebeuren, dat er ten aanzien van een bepaald wetsontwerp geen eenstemmigheid bestaat. De een stemt voor en de ander tegen. Maar het resultaat is, dat het bij meerderheid van stemmen wordt aangenomen. Hoe zit het dan met de hooggeroemde vrijheid? Want dan gaat toch de meerderheid aan de minderheid haar beslissing opleggen. Dan wordt toch de minderheid gedwongen om zich naar de meerderheid te schikken. En het zelfbeschikkingsrecht, de individueele vrijheid is van de baan.

Hoort hoe Rousseau, de groote profeet van de leer der Volkssouvereiniteit, deze moeilijkheid oplost: Wanneer men in de volksvergadering een wet voorstelt, dan vraagt men van hen (de leden der vergadering) nu juist niet, dat zij het voorstel goedkeuren of verwerpen, maar_ of het al dan niet in overeenstemming is met den volkswil, die de hunne is; ... wanneer dus de meening, tegengesteld aan de mijne, de overwinning behaalt, bewijst mij dat niets anders dan dat ik me had vergist, en dat datgene wat ik aanzag yoor den algemeenen volkswil, het niet was. Als mijn persoonlijke meening het had gewonnen, dan had ik iets anders gedaan dan wat ik eigenlijk had gewild, m.a.w. dan was ik niet vrij geweest... Wie weigert te gehoorzamen aan den algemeenen volkswil zal er toe gedwongen worden door het geheel: hetgeen niets anders beteekent dan dat men hem zal dwingen om vrij te zijni).

Groen van Prinsterer voegt hieraan toe: „De vrijheid is onderwerping aan de Wet. Wij zeggen het ook; zoo de wet op erkentenis van den hoogsten wetgever en op onderwerping aan zijne geboden, ook in verband met nationale regten en historische Volksontwikkeling, berust. Maar wij zeggen het niet, zoo de wet de wil, het goedvinden der meerderheid is: ... Als de vrijheid het onvoorwaardelijk gehoorzamen aan menschelijk welbehagen is, dan is zij een hersenschim" 2.).

Revolutionaire vrijheid en dwang gaan hand in hand.

Drogredenen als deze hebben we ook kunnen hooren in de bezettingsjaren. Een van de artikelen, die Max Blokzijl, door de bezettende macht toegevoegd aan de redactie van „De Standaard" (N.B.), in dat blad schreef, handelde over persvrijheid in Duitschland. Volgens dit artikel was er in Duitschland volkomen persvrijheid. Elk journalist kon vrijelijk zijn meening zeggen. Mits dezemeeningsuiting niet in strijd kwam met het staatsbelang. En wat dat staatsbelang was, dat weten we.

Volgens de bezettingsautoriteiten mocht Nederland vrijelijk beschikken over zijn toekomstigen status in Europa. Maar die status van Europa hield dan toch maar dit in, dat Duitschland met zijn nationaal-socialisme er de hegemonie had.

De vereenigde volkeren spreken zeer dierbaar over zelfbeschikkingsrecht. Maar Engeland denkt er niet over om dat zelfbeschikkingsrecht toe te passen in zijn dominions. En Frankrijk ziet er geen I been in om zich te mengen in de aangelegenheden ; van het Spaansche volk en om de vereenigde vol­ i keren voor dit zijn karretje te spannen. (Deze op­ i merking houdt natuurlijk niet in, dat ik het Franco- i regiem toejuich.) En diegenen in ons land, die j zelfs het huidige Kabinet nog niet „vooruitstrevend" genoeg vinden ten aanzien van Nederlandsch-Indië, willen door stakingsmaatregelen dit Kabinet dwingen zich te bemoeien met de Spaansche kwestie. j I

Ja, ja, het zelfbeschikkingsrecht doet dienst zoolang het in het denkraam te pas komt, zoolang het gebruikt wordt om de socialistische en communistische ideeën te verwezenlijken, maar het wordt overboord gezet wanneer de „zelfbesohikkers" een anderen kant uit willen. Dan gaat men dwang gebruiken. Dan gaat men — in de lijn van Rousseau — hen dwingen om „vrijelijk over zichzelf te beschikken", dan gaat men hen dwingen om „vrij te zijn". O, schoone revolutie! i I j I

] En nu Nederlandsch-Indië. Het Nederlandsch- ! Indische „volk" moet over zichzelf beschikken. Hier hebben we een miskenning van de cultuur en van de historie. Een miskenning van de historie, die zoolang een band gekend heeft tusschen Nederland en Indië.

Een miskenning van de historie, die zoolang een band gekend heeft tusschen Nederland en Indië.

Een miskenning van de cultuur. Want er bestaat geen volk van Nederlandsch-Indië. In ons Insulinde leven vele volkeren, zeer verschillend in taal en zeden en ontwikkeling. En oryder die volkeren zijn er, die ook in de tegenwoordige omstandigheden hun aanhankelijkheid aan Nederland betuigen.

Moet het nu zoo, dat al die aparte volkeren zelfbeschikkingsrecht gaan uitoefenen, zoodat ze deels aan Nederland verbonden blijven, deels van Nederland onafhankelijk wo.rden?

Of moet het zoo, dat alle Indische individuen hun stem uitbrengen en dat dan de meerderheid beslist voor het geheel en de minderheid gaat dwingen tot „vrijheid".

Dat laatste wil de revolutie. Het zou haar niet welgevallig zijn wanneer bij een eventueele volksstemming de bevolking van Nederlandsch-Indië in meerderheid koos voor den band aan Nederland. Het- doel, dat zij wil bereiken, is de „democratiseering" van Indië. En die kan niet komen zonder dat de band aan Nederland verbroken wordt. Want het bestaan van dien band is in strijd met de democratie. Desnoods wil de revolutie wel tot die democratiseering dwingen. De radicalen onder haar aanhangers zouden er wellicht geen bezwaar tegen hebben, dat (bepaalde) vreemde wapenen aan Indië de , , vrijheid" gingen geven, met Vfecloochening van alle zelfbeschikkingsrecht. Als hun doel maar bereikt wordt.

Het revolutionaire zelfbeschikkingsrecht berooft tenslotte van de waarachtige vrijheid, die (slechts bloeien kan in onderwerping aan de van God gestelde ordinantiën, in onderwerping aan het van God gegeven gezag, in gebondenheid aan de door God gelegde-banden.


1) Quand on propose une loi dans l'assemblée du peuple, ce qu'on leur demande, n'est past prédsément s'ils approuvent la proposition ou s'ils la rejettent, mais si elle est conforme OU non a Ia volonté générale qui est la leur; quand done l'avis contraire au mien l'emporte; cela ne me prouye autre chose sinon que je m'étois trompé, et que ce que j'estimois être Ia volonté générale ne I'etoit pas. Si mon avis particulier I'eüt emporté, j'aurois fait autre chose que ce quej'avois voulu, c'est alors que je n'aurois pas été libre quiconque refusera d'obéir a Ia volonté générale, y sera contraint par tout Ie corps: ce qui ne signifiera autre chose sinon qu'on Ie forcera d'etre libre.

Aangehaald uit Groen ven Prinsterer, Ongeloof en Revolutie, tweede uitgaaf 1868 biz. 197/8.

2) a.w. bIz. 198/9.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 april 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 april 1946

De Reformatie | 8 Pagina's