GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

....... maar ga heen tot mijne broeders, en zeg hun: Ik vasir op tot mijnen Vader, en uwen Vader, en tot mijnen God en uwen God. Joh. 20 : 17b.

AFSTAND - GEEN AFSCHEID.

Zoo gaat onze Heiland wel onmiddellijk over van de ééne acte tot de andere. Het opstjaan gaat op hetzelfde oogenblik over in het opvaren. Want Christus spreekt hier niet over een toekomstig tijdstip en zegt ijiet^ ik zal opvaren over eenigen tijd, maar spreekt in den onvoltooid tegenwoordigen tijd: ik vaar op d.i.: „Ik ben nu reeds bezig op te varen; Ik heb reeds Mijn voeten gezet op den weg naar den opgang, op den weg naar den hemel en elke volgende stap voert mij al dichter naar den hemel toe."

Zoo zijn de veertig dagen tusschen Opstanding en Hemelvaartsdag geen pauze, geen ruststand in het werk van onzen Heiland. Hij gaat aanstonds voort zonder op den weg stil te staan. Zoodra Hij is ontwaakt en, uit het graf opkomend, de aarde eer met Zijn voeten drukt, zet B& j bewust Zijn oeten op den weg van^de aarde naar den hemel. n de komende dagen zullen alle momenten zijn van ijn opgang in de hoogte^ waarvan de hemelvaartsag straks de slotacte vormt, de zichtbaar-wording an het proces der hemelvaart, waarmee Hij reeds egonnen was op het moment van Zijn Opstanding.

Dit bericht, dat Maria aan de discipelen in Chrisus' naam brengen moet, is een wezenlijk bestandeel van het Paasohevangelie. Hun wordt gezegd, at nu een nieuwe phase is ingetreden in de verouding tusschen den Meester en Zijn discipelen; ij ontvangen bericht, dat Hij bezig is om afstand e nemen van hen, Hij vaart reeds op naar den emel - r en z ij moeten nog op aarde vertoeven. ij gaat heen, maar neemt hen in zijn opvaart iet mee.

Zoo is er met , de opstanding wel heel wat vernderd. De discipelen droomen nog van een wedererstelling van de vóór-kruis-periode — een heraling en voortzetting van de omwandeling van hristus met hen. Moge dit nog niet op dien eersten pstandingsdag hun gedachten bezig houden, straks al toch, wanneer voor hen de waarheid van den levenden Christus tot zekerheid is geworden, de oprichting van het aardsche koninkrijk hen beheerschen zelfs tot op het moment van den Olijfberg toe (Handel. 1:6).

Maar nu reeds zegt de Heiland hun, dat elke nu volgende dag anders zal zijn dan vóór Zijn dood. Het al nu alles beheersoht worden door de gedachte der d i s t a n ti e, door het afstand nemen van den Meester. De Opgestane herstelt maar niet oude levensverbanden, maar legt nieuwe. Zijn opstanding is niet om te komen tot gemeenschappelijke omwandeling op aarde — dan kwam Hij nimmer verder, ook zij niet — maar om in de acte van dit afstand-nemen de mogelijkheid te scheppen hen tot zich op te voeren.

Want dit afstand nemen is g.een scheiding: deze distantie is geen separatie. Jezus neemt g e en afscheid in Zijn opvaart. Hij bewaart de contacten en blijft in levend verband met al de Zijnen besloten. Daarom laat Hij het Evangelie-van-het-afstand-nemen prediken aan hen, die Hij Zijn broeders noemt. Vóór Zijn dood wilde de Meester hen niet meer „dienstknechten" noemen, maar „vrienden", — maar na Zijn opstanding worden de „vrienden" gepromoveerd tot „broeder s". En nu voegt de opvarende Heere deze twee zoo wonderlijk samen: de betuiging yan Zijn blijvende gemeenschap met hen (br'> eders)' èn het bericht, dat Hij bezig is afstand tusschen hen te maken (Ik vaar op)-. Zoo moeten zij weten, dat de hemelvaart wel afstand beteekent, maar geen afscheid. Want in dit heengaan blijft Hij hen vasthouden. Juist in Zijn verheerlijking noemt Hij hen met dien naam der gemeenschap, dien Hij in Zijn vertoeven en samenwonen met hen hun nimmer gegeven had. Sterker dan vroeger moet nu het besef zijn van hun saamhoorigheid; dat moet vooropstaan : broeders. En wanneer dat zuiver gezien wordt, kan dap-ma het vraagstuk van den afstand besproken worden (Ik vaar op). Nu kan het heengaan van den Eerstgeborene onder de broederen nimmer stof leveren voor het „droeve lied der s c h e id i n g", maar slechts b e w ij s zijn van den hechten broederband, die bij. allen afstand niet kan worden verbroken.

Onverbrekelijk, want alle broeder band wijst heen naar den één en gemeenschappe- 1 ij ken Vader. Broeders zijn inden Vader verbonden. Hun eenheid kan alleen liggen in hun aller zoonschap van den éénen Vader. Daarop wijst ook deze eerstgeborene: Ik vaar op tot mijnen Vader en tot uwen 'Vader. Och neen, dat neemt niet weg het diepsraand verschil tusschen den eeuwigen natuurlijken Zoon en de aangenomen zonen: Mijn Vader èn uw Vader. Maar voor beiden toch Vader. En allen tot zonen, dus broeders.

En hier nu wordt wederom duidelijk, dat de hemelvaart geen scheiding beteekent. Alle afscheid nemen is in het koninkrijk der hemelen een verboden ding. Niets kan de „broeders" meer scheiden van den éénen God en Vader.

Broeders, Ik ga heen, vaar op tot Mijn Vader — maar Hij is ook uw Vader. DuS blijft de Vader ons verbinden en vireenigen. Want de Vader is in den hemel en op de aarde, is bij den opgevaren Zoon en bij de broeders op aarde., En in den hemel en op de aarde is het aangezicht des Vaders, voor Wien wij allen staan. 'En 't is de hand des Vaders, die ons blijft verbinden £n alle scheiding onmogelijk maakt.

Broeders, Ik vaar op! De opstanding gaat op hetzelfde oogenblik over in de hemelvaart. Maar alle afstand der broeders kan slechts t ij d e 1 ij k zii'n. Niemand zal verhinderen mogen de rijke contacten, die de broeders in den Vader met elkander bezitten. Als Hii dan zoo haastig onvaart en daarmee reeds begonnen is nog vóór Zijn eerste ontmoeting met de Zijnen, dan is dit afstand-nemen

nooit anders dan overgang tot no g duurzamer en r ij k e r v e r e e n i g iV g. Want daarheen moet het toeh komen, dat alle broeders wederom samenwonen in het huis huns Vaders. Dat ook de afstand tusschen hemel en aarde als voorloopig en onvolkomen wordt te niet gedaan. Onze groote Broeder naar den hemel en wij op de aarde — dat kan nu niet anders zijn dan phase in het groote ontwikkelingsproces der hereeniging. Hij neemt immers geen afscheid. Hij gaat alleen met groote haast voort om het moment der vereeniging geen dag langer te vertragen dan noodig

is! Want nauwelijks zal Hij zijn opgevaren, of Hij zal dat andere woord spreken, waarin Hij ons zegt reeds weer op weg te zijn naar ons: Zie, Ik kóm haastig.

Zoo komen alle werkingen van onzen verhoogden Heiland te liggen in elkanders verlengde. Zijn opstanding is de inzet van Zijn hemelvaart en ten hemel gevaren begint Hij aanstonds aan Zijn wederkomst. En zonder rusttijd gaat Hij voort om heen te werken naar de volle vereeniging.

Dus zullen wij met vreugde Hem zien opvaren.

Hij is voorgegaan, maar heeft ons niet losgelaten!

Hij is voorgegaan, opdat Hij ons tot Ziöh nemen

zou. De afstand is noodig om onzentwil. Indien Hij geen afstand had kunnen nemen, zou Hij ons nimmer tot Zich hebben kunnen trekken in heerlijkheid. In den tijd van dezen afstand zullen wij ons dan troosten, dat het geen afscheid was; want Zijn opvaren is de eerste phase

van Z ij n wederkomen. En het afstand-nemen de aanvang derhereeniging!

„Het Rijke Woord”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 mei 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 mei 1946

De Reformatie | 8 Pagina's