GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„WACHTER, WAT IS ER VAN DEN NACHT?”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„WACHTER, WAT IS ER VAN DEN NACHT?”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Urk is vah oude tijden af, in meer dan alleen in aardrijkskundigen zin, een eiland geweest.

In geestehjke beteekenis wordt zijn eilandelijk bestaan nog voortgezet.

Er wordt in de inderdaad interessante historie van dit handjevol aarde melding gemaakt van een schout in de Middeleeuwen, , die telkens, wanneer hij vóór zijn woning de vierschaar spande, drie merkwaardige uitspraken deed, die er op neerkwamen, dat het gezag rust in het bestel Gods, dat het geoefend wordt door menschen en dat het steun vindt in de stille erkenning .van „de gemeente".

Was dat niet echt antirevolutionnair?

En democratisch tegelijk?

In 1750, in een tijd dus, dat het onderwijs in de z.g. publieke of gemeente-(„openbare") scholen hoe langer hoe meer beheerscht werd door het rationalisme, werd op Urk, onder leiding van Ds Weerman, naar het voorbeeld van de pas opgerichte (bijzondere) diakonie-scholen te Utrecht, een sehoolreglement ingevoerd, volgens hetwelk kerkeraad en magistraat hadden te zorgen, dat het onderwijs in de gemeenteschool van Urk zou bhjven in de Gereformeerde lijn.

Zoo werd de idee van de Christehjke publieke en hier de eenige school in het volksbewustzijn zoo mogelijk nog dieper ingeheid.

Maar zoo bleef ook tusschen golven van geloofsafval een stille Bijbelsche vroomheid bewaard en werd de Gereformeerde geloofsbeschouwing tot een geestelijk instinct.

Wél volgde na het af loopen van den 50-jarigen trouwen dienst van Ds Weerman, die in 1781 „in het harnas" stierf, en in den revolutietijd en nog daarna met behoud van godsdienstige vormen een tijd, waarin, ook op Urk, schoon minder kras, de nieuwe ideeën hun invloed op het onderwijs deden gelden, maar het denkbeeld: een Christelijke openbare school, bleef in het volksbewustzijn verankerd als een vanzelfsprekend ding en als een voorrecht, zooals alleen Urk genieten kon.

Bij het snel groeien der Afgescheiden gemeente (1836) kwam onder leiding van Ds Neutjes (een Urker van geboorte) tegen die vanzelfsprekendheid wél ernstige twijfel op, maar die twijfel verloor zijn kracht doordat achtereenvolgens vier hoofden der school werden benoemd, die aan een vrije. Christelijke school waren werkzaam geweest en op Urk in de beleving van hun beginsel niet werden gehinderd. Het schooltoezicht deed steeds, alsof het nergens van wist.

Zoo bleef Urk ook op schoolgebied een eiland.

Toch kwam er én bij de voorgangers én by de gemeente een kentering in het oordeel over dien schijnbaar gezegenden toestand.

Sinds ongeveer 1900 kreeg de Christelijke pers, die stille predikster (maar ook met een ontzaghjk ernstige verantwoordehjkheid!) ruimer toegang tot het eiland, en de in 1912 opgerichte eigen „Urker Courant" liet, met medewerking zelfs van bet laatste hoofd der „openbare" school, niet af, telkens weer op het recht en de roeping der ouders te wijzen. Zoo kwam Urk in 1928 voor het merkwaardige feit te staan, dat de openbare school gesloten werd en de vrije. Christelijke school er, onder medewerking van magistraat en kerkeraad, haar intrede deed.

En thans heeft Urk, bij een bevolking van 4500 zielen, twee, straks drie Scholen met den Bijbel.

De uitzonderhjke positie, die Urk langen tgd op onderwijsgebied heeft ingenomen, schijnt in de laatste jaren door de 3000 zielen tellende Geref ormeerde kerk te worden begserd.

Ds Doorenbos, de oudste predikant, stelt zich a«hter, de synode. Ds c^pijker, die zelfs deelnam aan de hand^ oplegging in een vrijgemaakte kerk, staat bekend als „bezwaard". Hoe de verhouding van de sympathieën in den kerkeraad is, weten we niet, maar allen samen zeggen, elkander te willen verdragen en leggen nadruk op het woord van den Heere Jezus: „Dat zij allen één zijii".

Dat aan het in dit gebed liggend gebod pas voldaan wordt door een geestelijke eenheid van geloof en liefde, weet men er natuurlijk heel goed, maar bij de verdediging van het aangenomen standpunt legt men (opportunistisch!) toch op dat uiterlijk bij elkander bhjven allen nadruk.

Dit blijkt heel duidelijk uit de volgende aanhaling, die het plaatsehjk blaadje „Het Urkerland" overnam uit het „Gereformeerd Mededeelingenblad".

Het gedeelte, waarop het meest de aandacht valt, hebben we gespatieérd. We doen opmerken, dat het geheele cjtaat de eigen officieele uitspraak van den kerkeraad weergeeft.

Hier volgt het:

„Vervolgens brengt de kerkeraadscommissie ad^ wes uit in verband met 't door een aantal bezwaarde broeders en zusters ingediend bezwaarschrift inzake de kerkehjke moeilijkheden. De commissie stelt voor een samenspreking met de bezwaarde broeders en zusters te houden op Zondag 8 December. Hun zal dan uit de notulen worden voorgelezen, welke brieven door den kerkeraad aan bezwaarden vroeg.er zijn geschreven, welke besluiten h ij heeft genomen en hoe hij getrachtheeft op de meerdere vergaderingen in te werken. Daaruit zal duidelijk worden, dat de Kerkeraad alt ij d 'n bemiddelend standpunt heeft ingenomen, in de overtuiging, dat de huidige verschillen 'n kerkelijk uiteengaanniet wettigen. Dit standpunt heeft onder ons zegenrijk gewerkt. Een ieder, die de eenheid der Ohristusbelijders naar Gods Woord wil, zal moeten toestemmen, dat d*z e eenheidniet bereikt zal worden langs den weg van het grooter maken van de scheur, met al de ellende ook plaatselijk daaraan verbonden, maar in den weg van eendracht en gebed.

De kerkeraad besluit het advies van de commissie op te volgen, de bezwaarde broeders en zusters uit te noodigen voor een samenspreking op Zondag 8 Dec, en in dezen geest met hen te spreken".

Tot zoover het relaas in „Het Urkerland".

In hetzelfde bericht werd vermeld, dat de samenspreking ook heeft plaatsgehad, maar het resultaat er van werd niet meegedeeld.

Intusschen is het ons nu niet om het resultaat tt doen, maar om het eigenaardige, zwevende standpunt, dat hier ingenomen wordt en dat ons doet zeggen, dat

hier op kerkelijk gebied het eilandelijk bestaan van Urk is teruggekeerd.

Ik ben zoo vrij, bij enkele uitspraken den vinger te leggen.

Er blijkt, dat vroegere brieven van bezwaarden elk afzonderlijk schriftelijk zijn beantwoord. Die. antwoorden schijnen aan de bezwaarden 1; e hebben beloofd, dat de kerkeraad zou trachten „op de meerdere vergaderingen in te werken".

Dit is volgens de notulen ook gebeurd, en wel zóó, dat de kerkeraad altijd „een bemiddelend standpunt heeft ingenomen, omdat naar zijn overtuiging de hui» dige verschillen een kerkelijk uiteengaan niet wettigen".

Aceoord, waarde Broeders, zouden wij willen zeggen: het compromisbesluit van 1905 is van hetzelfde gevoelen; maar als nu in de laatste jaren „om de hui' dige geschillen" een eenzijdige bindingis gevolgd, en de kansel gesloten bleef voor candidaten, die over die „huidige geschillen" anders dachten dan de synode, en als ambtsdragers er om zijn geschorst en afgezet, moet Gij dan niet toestemmen, dat Uw synoden een zware verantwoordelijkheid op zich geladen hebben? Hoe kleiner in Uw oogen de „huidige geschillen" worden, des te gropter wordt de schuld van de uitbanningen.

Kondet Gij, BïOQbt Gij U daaraan confonneerep en dus de gpnde der synoden voor Uw rekening nemen?

Zoo staat de kwestie, li^ve Broeders, Met Uw „bemiddelend standpunt" hebt Gij niet meer bereikt, dan dat Gij U, naar Uw eigen overtuiging, schuldig moet gevoelen.

Neen, hier had »n fier en in het geloof vrijmoedig non possum us moeten klinken en (naar Uw eigen overtuiging!) de duidelijke verklaring moeten zijn gegeven, dat Gij U hiermede niet kondet conformeeren, omdat die weg niet naar het recht des Heeren was.

Een overtuiging bemiddelt niet.

Hoe zou er tusschen rebht en onrecht te bemiddelen ïrijn?

Nog iets over de binding, die' zooals Gij duidelijk verklaart, tegen Uw overtuiging is.

Hoe denkt de kerkeraad van de Gereformeerde kerk op Urk, hoe denken de leden dier kerk over de „veronderstelde wedergeboorte", of, anders gezegd, het „houden voor"? En over de binding daaraan?

Doch, hoe kan ik dat nog vragen? Ik meen „geestelijk" Urk, het zaad der Afscheiding, genoeg te kennen, om te weten, dat die filosofische vinding er niet wordt aanvaard. In mijn eerste jeugd leerde mijn moeder ons bidden: „Heere, bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn". En in het gebed vóór den doop wordt gevraagd, „dit kind in Christus in te'lij ven". Als we het er voor moeten houden, dat de doopeling al veranderd en bekeerd is, zooals men op Urk zegt, dan is er voor zoo'n gebed geen plaats meer.

Vindt Gij het niet verschrikkelijk, dat de synode haar uitspraken meer autoriteit tpekent, dan het Wpord Gods?

Ja, ik weet, dat Gij het verschrikkeUjk vindt. Want Gij' hebt Uw belijdenis, en daaronder ook art.

29, van harte hef.

Maar Broeders, hoe Jtunt Gij dan nog reppen van een bemiddelend standpunt?

Gij zegt, dat de eenheid zal bereikt worden in den weg van eendracht en gebed.

Van eendracht zeer zeker, maar dan toch alleen van eendracht in het houden van Gpds geboden. Dan zal ook het gebed verhooring vind^.

Gehoorzamen is beter ~ dan offer.

O, Zonne der Gerechtigheid, bestraal ons met Uw Ucht.

Wachter op Urk, wat is er van den nacht?

C. DE VRIES.

(Naschrift. De Urker kerkeraad vereenigt zich dus met degenen, die om de geschillen w è 1 scheuren en wèl zeggen: verbreek het kerkverband daarom? Want dat schreef officieel de synode, en daarom plaatste zij Bergschenhoek buiten het verband. Laat men liever één zijn met hen die de scheuring niet wilden maar óók niet een formule van menschelijke makehj als Gods Woord wilden eeren. - Redactie).

AAN DE DIACONIEËN DER GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND.

Op verzoek vaa Deputaten voor de Zending en van den Raad der Geref. Kerk van Zwolle^ deelt de Diaconie dezer Kerk mede, dat zij zich gaarne beschikbaar heeft gesteld om giften te verzamelen voor onze noodlijdende broeders en zusters op Oost-Soemba.

Verwacht wórdt, dat door de Kerken óf door het verzamelen van giften óf, indien men dat wenscht, door het houden van een collecte de gevraagde hulp wordt verleend.

Bijdragen kunnen worden gestort op de postrekening np. 254331 ten name van Jac. ^osch Jzn te Zwolle, Groot Weezenland 35.

De Diaconie van Zwolle meent dat deze actie niet behoeft te worden aanbevolen. De groote nood op Oost-Soemba is bekend.

De Diaconie der Geref. Kerk te Zwolle,

G. J. BRINK, voorzitter,

JAC. BOSCH Jzn, secretaris.

ALMANAK F. Q. I.

In één der vorige nummers vaa „Pe Reformp, tie" heeft Prof. Pr K. Schilder de verschijning van den nieuwen a, lmariak reed^ aangekondigd, Pasff gekeï" alle bestellingen nog niet zijn biwi^ngekgjneii, verzoekt de administratie U vriendelijk haar zoo spoedig mogelijk te berichten, of IJ een ejcenRplaar wenscht te ontvangen.

Bestel spoedig dezen belangrijken ahnana, }? , waar onder vele andere wetenswaa^rdigheden de rectpraJe oraües (1942 en 1946) van Prof. Dr K. Schilder ak bijdragen inzake de z.g. „Algemeene Genade" voorkomen.

Haast UM De oplage wordt beperkt, en ter defiiBtieve bepaling van de grootte daarvan is het npodig. dat de bestellingen tijdig binnenkomen.

B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

„WACHTER, WAT IS ER VAN DEN NACHT?”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's