GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

NIEUWE MUZIEKUITGAVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIEUWE MUZIEKUITGAVEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

STUDIEWERKEN.

De band, die van het aantal muziekwerken, dat wij ter recensie ontvingen, het meest verkocht en gebruikt zal worden is ongetwijfeld de bundel Duo's en Trio's voor eerstbeginnenden in het orgelspel door Hennie Schouten, leeraar aan het Amsterdamsch Conservatorium, welke bij de Uitgeverij H. J. Paria het licht zag.

De leerling kan met deze duo's en trio's eerst dan beginnen, wanneer hij een zekere manuaaltechniek verworven heeft en tenminste de eerste pagina's van het hoofdstuk „Pedaal-techniek" uit het eerste deel van Schouten's „Techniek van het Orgelspel" zonder moeite en zonder naar de toetsen te kijken kan spelen. Leeraar en leerling vinden dan in dezen band uitstekend studiemateriaal. I> e logische, systenaatische opbouw van Schouten's études doet denken aan Sattler's Orgelschule opus 20 en aan „Das Orgelspiel für den Unterricht und das Studium" van F. W. Franke.

Het spelen met de voeten om beurt, het punt-hak Bpel wordt op velerlei wijze behandeld. De 55 trio's lijden in mindere mate aan het muzikaal droog gehalte der duo's. Deze trio's zijn direct gebaseerd op volledig pedaalspel, dus met gebruik van over-en onderzet en punthetk. '

Het is een goede gedachte geweest om enkele trio's over koraalmelodieën, waarbij de Cantus 'Firmus in het pedaal ligt, op te nemen, waar deze tevens een nuttige inleiding vormen voor het polyphone koraalvoorspel.

Zoo vormt deze band een uitstekende aanvulling voor orgelstudeerenden en paedagogen, nu momenteel Booveel studiemateriaal niet verkrijgbaar is.

Voor harmonium (of orgel) schreef Jan Nieland een 15-tal uiteenloopende werkjes, welke in een band „M e 1 o d i a" bij Heuwekemeijer te Amsterdam uitkwamen. Het is harmonium-muziek, die onder opschriften als Marche Nuptiale, Menuetto, Intermezzo, Prière, Carillion, Canzonetta etcetera, den speler aardige verpoozing Ijiedt en bij de harmoniumleasen zeer zeker bruikbaar materiaal vormt.

„Voor orgel" is een te weidsch bijschrift voor deze «envoudige harmoniumstukjes.

CONCERTMUZIEK.

PaulEraly heeft het gewaagd het Concert In g. kl. terts van Antonio Vivaldi i? oor orgel te bewerken. Op de voorpagina gaf de beive.rker de registratie aan voor het drietal deelen.

De compositie is er een, waarin het opgewekte alle-[; ro-thema, ihet rustig voortschrijdende Largo, alsmede aet speelsche laatste deel, graag gehoorde muziek zal rormen op orgelconcerten.

Dat de bewerker het den speler niet gemakkelijk maakte in zijn notatie, getuigen de onorgelmatige zetangen van sextengangen in het laatste deel.

Lode van Dessel componeerde als opus 12 een Choral et F, ughette voor orgel, welk werk lij dankbaar opdroeg aan zjjn oud-leeraar Flor Peeters.

Specifiek voor het cathedraal-orgel is dit werk geichreven met zijn breede, verheven koraal-accoorden, iraaronder het pedaal in octaven de pregnante basloten laat hooren.

Een onderhoudende variatie op het koraal-thema, marbij de melodiezinnen om beurten in sopraan en enor liggen, wordt besloten met een herhaling van iet koraal in dezelfde zetting als waarmee het werk pent, maar nu in een weinig meer bewogen tempo.

De fuga-gigue met zijn speelsch huppelend thema ntwikkelt zidh op vol orgel met een enkele afwissemg op het positief. Dit deel met zijn mooi gevonden equenzen besluit het werk, dat persoonlijk, frisch en oeiend geschreven, een uitstekende compositie vormt oor orgelconcert en zeer goed past op de Ijjst van 'erken yoor het L. O.-examen.

Flor Peeters noteerde als opus 51 een Aria, Jie als muzikaal onderhoudend en instructief werk, de aandacht gespannen houdt in zijn eenvoudigen i: ouw en verrassende harmonieën.

In zijn Fantasie pour Grand Orgue /ertoont Jan Nieland een werk dat wat st^jl be-.reft het midden houdt tusschen Franck, Guilmant en lieaimens. Het is in feite een twee-deelige liedvorm, die besloten wordt met een epiloog, ontleend aan A. Het werk zou in waarde gewonnen hebben, wanneer het tweede deel een mooier thema had gekregen dan wat nu met het liedjes-achtig muziekarme gegeven bereikt werd. De variaties erop zijn niet onaardig gevonden, maar doen door het ostinato-linkerhand-figuur wat armoedig aan.

Voorts schreef Jan Nieland een Fantasia e Fuga sopra B. A. C. H. Ook hier blijkt dat deze componist geen eigen stijl heeft, maar door en door Fransch georiënteerd is.

Dit werk is wellicht meer te waardeeren dan zijn Fantasie. Het klinkt dankbaar, maar jammer is dat de fuga het wezenlijke mist, n.l. de zuiver oontrapuntische schrijfwijze, die verrassender en boeiender is dan hetgeen Nieland in deze fugS schreef.

„Een streeling voor oog en oor" noemt de firma Heuwekemeyer de uitgaven, die zij de wereld inzendt. Na hetgeen wij voor het oor opmerkten, mag zeker en gul toegegeven worden, dat dit vijftal werken voor het oog een pradhtige uitvoering kreeg in duidelijke muziekdruk, frissche omslag en prettig royaal formaat.

KORAALBEWERKINGEN.

De orgelist van de Hersteld Evangelisch Luthersche Gemeente te Amsterdam, Herman Nieland, zond ons een drietal werken, waarvar^ hij zelf de uitgave verzorgde.

De bewerkingen van de geestelijke liederen „G a niet alleen door 't leven" en „U bid ik aan o macht der liefde" zijn kennelijk bedoeld als „Amenspel" na de preek. Schrijft Nieland voor het „U bid ik aan" een aanvaardbaar, eenvoudig contrapunt, voor het „Ga niet alleen" doet de melodie-omspeling • onorgelmatig aan, terwijl de repeteerende „es" in de maten 10-11 en 12 zeer weüiig onderhoudend is.

Hij het doornemen van Nieland's Paraphrase over Psalm 103 en van zijn Toccata, fuga en koraal over Gezang 113 komt het ons voor dat de componist te gemakkelijk neerschrijft, wat hij improviseerend speelt.

De begin-canon van psalm 103 doet dilettantisch aan, het alia siciliano verveelt en het fuga-thema is het koraal onwaardig, terwijl het contrapunt zwak is.

De toccata over gezang 113 „Heugelijke tijding" doet meer aan pianomuziek denken dan aan orgelliteratuur, zoo ook de gebroken accoorden op bladzijde vijf. De fuga heeft een beter verloop dan die voor psalm 103, alhoewel de stemmenloop in maat 11 tegen de a niett bepaald vlot is.

Het werk besluit met een breed en goed gezette harmonisatie van de stoere koraalmelodie.

Herman Nieland zal, wanneer hij zich meer inleeft in de sfeer en geest van de koralen, beter werk kunnen leveren. Dat hij zich met deze materie bezig houdt is verblijdend en moge een aansporing zijn voor

BACH'S TWEESTEMMIGE INVENTIES HERDRUKT.

Hans Brandts Buys, die reeds het ontstaan, geschiedenis en bouw van Het Wohltemperierte Clavier van Johann Sebastian Bach overdacht en op schrift stelde, en daarmede luisteraars en bespelers van toetsinstrumenten aan zich verplichtte, heeft zich andermaal met één van Bach's veel gespeelde werken bezig gehouden, zich erin verdiept, handschriften ervan bestudeerd en tenslotte de heruitgave ervan op zich genomen.

Het zijn Bach's Tweestemmige Inventies, welke thans bij Harmonia-Uitgave te Hilversum aan het licht gebracht zijn en met een „Verantwoording" van den uitgave-verzorger besloten worden.

De vijftien tweestemmige inventionen hebben een nauwkeurige weergave van den oorspronkelijken tekst met de belangrijkste varianten ontvangen. Daarbij gaf Hans Brandts Buys zoo nauwkeurig mogelijke aanvrijzingen voor vingerzetting, tempo, phraseering, articulatie en uitvoering der versieringen alsmede registratiemogelijkheden voor 't claveoymbel. Een, analyse van elke inventie werd eveneens afgedrukt.

Voor deze punten gaf Br. Buys een serie opmerkingen, die waard zijn terdege door leeraren en leerlingen bestudeerd en verwerkt te wordeiT.

Leerzaam is bijzonderlijk de notitie, dat tot Beethoven de normale'wijze van spelen was het non-legato met de geheele rijke scJiaal van sohakeeringen, welke deze speelmanier biedt. '

Met recht wordt in deze „verantwoording" erop geattendeerd, dat Bach de inventies niet alleen als een reeks oefenstukken bedoelde, maar ook bewust een ontwikkeling" wilde geven van de compositietechniek.

Wanneer dus deze heruitgave, waarvan druk en uitgave royaal is, de beide bedoelingen van Bach's „Aufrichtige Anleitung" mede mag verwezenlijken, dan is deze uitgave voor muziek en componeerpractijk van jvaarde groot.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

NIEUWE MUZIEKUITGAVEN.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 april 1947

De Reformatie | 8 Pagina's