GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZELFSTANDIG OPTREDEN IN DE POLITIEK ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZELFSTANDIG OPTREDEN IN DE POLITIEK ?

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIII.

We spraken over de theorieën van den jongeren hoogleeraar Diepenhorst, en wezen daarin strijd met de confessie aan.

Was het nu wel heelemaal billijk, juist hém als voorbeeld te nemen? En kan men niet bij voorgangers van hem gelijke opvattingen oonstateeren. die toch minstens zijn optreden in zekeren zin excusabel maken ?

We antwoorden op die begrijpelijke vragen:

10. inderdaad mag men dezen schrijver van een handleiding reeds in en om deze qualiteit als voorbeeld kiezen; bovendien is hij, blijkens zijn benoeming aan de V.U., exponent eener reeds jaren lang daar zich versterkende oppositie tegen een veelszins andere grondgedachten volgende strooming, en automatisch gaat de leiding der A.R. Partij juist bij dezen exponent voorlichtingsmateriaal zoeken;

20. werkelijk hebben ook andere antirevolutionaire auteurs — denk aan Kuyper's invloed — door hun loopen in het gemeene-gratie-spoor denkbeelden ontwikkeld, welke dr I. A. Diepenhorst tot uitgangspunt of basis voor de zijne konden dienen. Maar hij is verder gegaan dan deze voorgangers. Hij beteekent, op het verkeerde spoor, dan óók nog een afbuiging naar links. De linksche flank in de synodocratische gemeenschap gaat op den troon zitten, dien de vóór alles de V.U. aanklevende kerkelijke zeloten gebouwd hebben voor den executeur van den wil van den voormaligen troonbezetter. En die linksche flank trekt nu alles naar beneden. De menschen vragen nog al eens: moet nu alles kapot? Ze zien niet, dat er plaats was voor een andere vraag: moet die linksche flank nu overal alles kapot maken? Kapot in de principieele fundeering? Het tragische in den loop der dingen is, dat de enkele kerkelijke figuren, die b.v. bij het graf van Kuyper en Colijn de oude leuzen van ., pa! staan" en zoo nog eens opheffen, van , , pal staan" geen verstand meer hebben en, na hun karikaturistische bijdrage in een z.g. tucht over ettelijke dominees, die „Trouw" zoo graag in de kiesvereeniging zag verschijnen (maar hoe? ) op zij geworpen zijn door de linksche groep, die zij niet baas kunnen. En nu zien we gebeuren, dat over heel de linie zich een beweging baan breekt, die Kuyper's erfenis, in 't generaal genomen, patrimonium blijft noemen, maar juist zijn vergissingen tot uitgangspunt van verdere

afdwaling neemt. Wat b.v. prof. dr V. H. Rutgers schreef over de mogelijkheden van een „natuurrecht" gaat lang niet zoo ver') als wat de jonge Diepenhorst ervan maakte.

Intusschen zijn we er zeker van, dat velen in de politieke sfeer zich welbewust tegen een scherp principieele fundeering als criterium voor een eventueel nieuwe of voor een her-groepeering in dézen tijd juist „uit beginsel" verzetten. Ze zeggen; pas op voor de stuurlui aan den wal, d.w.z. voor theoretici, die achter hun bureau wel principieele lijnen kunnen trekken, 'maar niet in den politieken kruitdamp staan. Deze stuurlui aan den wal hebben nu eenmaal — zoo luidt de klacht — geen ondervinding van de p r a o-t i s c h e mogelijkheden, waarvoor een politicus, die in de Kamer van zich af moet slaan en toch ook weer naar zich toe moet trekken, zich geplaatst ziet. Men is gauwer Kersteniaan dan men zelf wil: n laten vooral die vrijgtemaakten oppassen, dat ze niet al theoretiseerend zich van den bodem der w e r k e - 1 ij k h e i d verwijderen. Politiek is nu eenmaal een kwestie van compromissen, ze leeft daarvan.-) En dat brengt mee, dat de waarde eener politieke handeling, wel niet uitsluitend, maar dan toch grootendeeïs, naar haar effecten zal beoordeeld moeten worden. Zóó zegt het Rutgers. ^) Met goede bedoelingen kan men niet volstaan, ook niet met de fundamenteele juistheid eener gedachte; maar de juistheid van haar aanwending beslist b.v. over waarde en onwaarde van een wet, ook van het standpunt der christelijke verantwoordelijkheid uit. Politiek moet altijd met mogelijkheden rekenen (vgl.: Trouw", door ons geciteerd in ons vorig nummer). Christus heeft er geen afkeuring over uitgesproken, dat Mozes aan de Israëlieten vanwege de hardigheid huns harten heeft toegelaten, een scheidbrief te geven (Matth. 19 : 8). Hij heeft zelfs aan politieke en andere berekening een voorbeeld ontleend voor de geloovige, om Christus' wil alles prijsgevende berekening (Luk. 14:31—33). Niet alleen in de politiek geldt het, dat de geloovige heeft te rekenen met de gevolgen van zijn handelingen en somtijds zijn handelingen moet laten bepalen door de te verwachten gevolgen. Een zuivere gezindheidsethiok („Gesinnungsmoral"), die geheel en a! zou afzien van 't effect der handelingen in de ons omringende wereld, zou zonder inhoud zijn en liet zich ook i.iet eens denken. Alzoo Rutgers. 4)

Het zou dwaas zijn, zich van deze vermaning niets aan te trekken. Een politiek als van ds Kersten is zoo ontzaglijk gemakkelijk: men klimt maar op zijn oritiscien troon, steekt van wal, en is klaar. Een schrikbeeld voor wie gewaarschuwd wil 'wezen.

Maar daar staat iets tegenover. Het is niet waar, m.i., dat een afwijzing van compromissen in de principieele politiek met den naam van , , Gesinnungsmoral" zou af te handelen zijn. Met dezen naam wordt een moraal aangeduid, die niet zoozeer m a t e r i - eel e eischen stelt, (dit en dat moet ge eischen), als wel een gezindheid vordert, waarin men handelen moet. Maar „moraal" (ethiek) die haar naam verdient, is praescriptief; en dit niet alleen voor wat de gezindheid betreft, waarin te handelen zal zijn, doch ook voor wat de zeer bepaalde inhouden betreft, die als inhouden van Gods wil zijn te verkondigen in 's lands raadszalen, en overal elders.

En juist hij, die de principieele lijnen niet meer zuiver trekt, ziet van de gevolgen af. De geloovige weet, dat afbuiging in de principieele basis ten gevolge heeft, dat de wereld geen dageraad meer ziet. Wie politiek de kunst van het bereikbare noemt, en die omschrijving voldoende zou achten, die heeft eerst met recht een „Gesinnungsmoral" zich voorgepreekt. Hij heeft bij voorbaat in de politiek de , , Gesinnung" (gezindheid) van den dwaas-in-Christus (die alleen voor kerk en binnenkamer gereserveerd blijft) afgezworen, om dié van den „wijze" over te houden. Binnen „het bereikbare" grijpt hij naar de „gevolgen"; maar ze zijn niet meer de zijne, doch die eener „bereikbare" meerderheid in een concrete situatie. Maar in het openbare christelijke leven rust op ons de taak „gevolgen" in het leven te roepen, die God . zelf ons beval te , , riskeeren" in het kader van een handelen bij het licht van zijn geopenbaarde Woord. Dat Woord vergunt ons geen oogenblik ons los te maken van den bodem der werkelijkheid; doch evenmin ons te laten reguleeren door iets anders dan zijn geopenbaarden wil.

En dat is een verbod tot het aangaan van compromissen in het verkondigen van wat Hij als zijn wil bekend gemaakt heeft.

K. S.

VOOR BADGASTEN.

Voor badgasten te Wijk aan Zee en Castricum wordt medegedeeld, dat kerkdiensten worden gehouden lederen Zondag te Beverwijk, in de Leeszaal Prinscssolaan 19, v.m, 8.30 uur en n.m. 3 uur.

Adres van den kerkeraad: J. Wuister, Lijgterb^slaan 19, Beverwijk.

K. S.

DE ZWARTE LIJST. II.

Wij vervolgen onze weerlegging van de ongehoorde bewering in den , , Zwolschen brief", alsof op niemand .in het kerkelijk conflict de persoonlijke censuur zou zijn toegepast.

Op het geval van br Hartman c.s. in 's Gravenhage-West volgde de ontheiliging van de tafel des Heeren te Leiden. Daar werden van het Avondmaal geweerd: ds A. Veldman, de brs P. Jasperse, J. J. van Seventer en zr C. Terpstra-Koning, terwijl de Doop werd geweigerd aan een kind van br en zr L. J. Poort-Kunzel.

Te Ro 11 e r dam - Ch ar lois. werd br B. v. d. Velden in Juli 1944 van het Avondmaal afgehouden, op grond daarvan (zooals de kerkeraad hem schriftelijk berichtte) „dat U bewust weigerde, U van publieke actie tegen de Synodebesluiten te onthouden".

In Monster werden acht gemeenteleden van de tafel geweerd (C. v. d. Boom, W. C. v. d. Boom, L. v. d. Beukei, W. Geleijnse Sr, W. Geleijnss Jr, C. H. Groenewege, H. Herlaar, R. Kleijn). Het vonnis luidde als volgt:

„Daar ons van bevoegde zijde is medegedeeld, dat U ook deel uitmaakt van een Comité, dat propaganda voert voor de Schismatieke actie in onze kerken, ziet de kerkeraad zich genoodzaakt u hiervoor ernstig te vermanen, en dringt er bij u ten sterkste op aan deze actie terstond te staljen, en u hiervan losmaken, daar bij volharding de kerkeraad zich genoodzaakt acht u de viering van het Heilig Avondmaal met de gemeente te ontzeggen.

De Kerkeraad verwacht van u binnen enkele dagen, uiterlijk voor 21 September 1944 bericht, dat u zijn vermaan hebt aanvaard en u uit het Comité en de actie hebt teruggetrokken.

Bij gebreke waarvan u alsdan de toegang tot het Heilig Avondmaal is ontzegd".

Men ziet: dezelfde methode als in Den Haag-West.

Te Stadskanaal werd „persoonUjke censuur" door afhouding van de Avondmaalstafel uitgeoefend over vier leden der gemeente: br en zr J. Rose-Duursema, br L. van Dijken, zr P. Groenewold-Veninga. Opmerkelijk was, dat zij deel uitmaakten van een groep bezwaarden, die steeds gezamenlijk hun uiteenzettingen aan den kerkeraad inzonden en onderteekenden. Blijkbaar is geheel willekeurig over enkelen van hen tucht geoefend (zoo b.v. wel over br van Dijken, maar niet over diens echtgenoote).

Een ander geval deed zich voor te N ij k e r k. Daar had br A. Hartog brochures verspreid, en zonder hem daarover gehoord te hebben, besloot de kerkeraad hem onder censuur te stellen. De predikanten gingen daarover eerst 'daarna met hem spreken; en toen hij het recht van het ambt der geloovigen bleef verdedigen, deelden zij hem mee, dat zij „in de droeve noodzakelijkheid verkeerden om hem van den disch des Verbonds te weren".

Dit gebeurde in Juli 1944. Nadien wei'd hij in het geheel niet bezocht, en moest zelf aan den predikant vragen: hoe staat hiet met de censuur? Eerst in Febr. 1945 werd hij op een kerkeraadsvergadering ontboden. In dien tusschentijd was het door den gang van het oorlogsgebeuren onmogelijk geworden, nieuwe lectuur te verspreiden. Op den Kerkeraad werd hem nu door den praeses gezegd: , , broeder Hartog, de kerkeraad heeft met vreugde geconstateerd, dat u naar zijn vermaning geluisterd hebt en geen brochures meer hebt verspreid; wij noodigen u daarom hartelijk uit, met ons het Avondmaal te vieren!" Toen de gecensureerde antwoordde: zoodra er weer lectuur verschijnt, hoop ik die te verspreiden — antwoordde de praeses: laten we het er eenvoudig op houden, dat u het hebt gelaten op onze vermaning, en hoor nu naar onze uitnoodiging om weer aan het Avondmaal te komen! — Was dat kerkbederf, of niet?

Een volgend geval deed zich voor te Munnekez ij 1. Daar werd br L. Roorda Ph.z. onder censuur gesteld, onder opgaaf van de volgende redenen:

1. „Het zich richten met bezwaren tegen de preek rechtstreeks tot de gemeente, zonder den predikant of ook den kerkeraad te hooren. De kerkeraad acht dit: begeeren aan te richten tweedracht in de gemeente. Bovendien wekt uw gedrukte schrijven verkeerde voorstellingen bij de gemeente omtrent de leeropvattingen van haar predikant door de preek onjuis^ weer te geven.

Ook wekt u de gedachte bij de gemeente, dat haar predikant niet zou brengen Gods Woord alleen, dat hij zou geven steenen voor brood, dat hij Gods 'Woord zou verkrachten. De goede naam van den predikant wordt hier aangetast.

Voor het rechtmatige van de censuur verwijst de kerkeraad U naar art. 76 onzer Kerkenorde.

2. Het propageeren van een leer, die in strijd is met Schrift en belijdenis, naar de Synodale leeruitspraken aantoonen, door de verspreiding van geschriften van prof. Greijdanus en anderen, die de Synodale besluiten bestrijden.

Daar komt bij, dat u voortging met dit propageeren na daarover vermaand te zijn door den Kerkeraad.

3. Het niet in het minst toonen van 'berouw, zelfs niet nadat de kerkeraad sterk geappelleerd had op uw consciëntie.

Deze redenen tezamen zijn oorzaak van censuur, niet elk dezer redenen apart is dat".

Het stuk was onderteekehd door den predikant.

Terecht wees br Roorda er in zijn antwoord op, dat de synode blijkbaar wèl publiek haar beschuldiging mocht uiten tegen prof. Schilder! Hij citeert ook de passage uit het vonnis van het classicaal bestuur te Middelstum over Hendrik de Cock:

„Overwegende, dat de heer H. de Cock door het verspreiden van zulk een schandschrift, het verderfelijk zaad van oproer en verdeeldheid strooit, de goede orde in de kerk zoekt omver te werpen, aan de andere leeraars de achting en den invloed bij hunne gemeente te ontnemen en aan derzelver dienst veel schade en nadeel toebrengt;

overwegende, dat het den ónvermljdelijken plicht is van het kerkbestuur, om te waken voor de eer der Bedienaars van het Evangelie, voor de handhaving Vein kerkeUjke wetten en reglementen ter voorkoming van alle ergernissen, verdeeldheid, wanorde en scheuring in de Hervormde Kerk;

overwegende, dat zelfs volgens de bestaande formulieren alle diegenen strafbaar zijn, die tweedracht, secten en muiterijen in kerk en wereldlijke regeeringen begeeren aan te richten", enz.

Of ook de volgende overweging in datzelfde vonnis van 1833:

„Met leedwezen vernomen hebbende, dat de heer De Cock, op generhande wijze te bewegen is, tot belijdenis van schuld, in het geven van ergernis, en het lasteren en honen van sdjn ambtsbroeders, noch eenige belofte van verbetering heeft willen afleggen, maar integendeel hardnekkiglijk betuigd heeft, op den door hem ingeslagen weg te zullen voortgaan"

Nog een opmerking: a8, n br Roorda werd op 29 Aug. 1944 (den datum van zijn censuur) niet de tweede reden daarvan meegedeeld. Die volgde eerst op 21 Sept. Er haperde wel iets aan deze „tuchtoefening"!

Een volgend maal gaan we verder. We zijn nog maar aan 't begin van de lijst: de afhoudingen van het Avondmaal.

L. DOEKES.

CALVINISTISCHE STUDENTEN-BEWEGING (C.S.B.).

Ds P. Visser te Gorinchem (in alles overeenkomende met vervangen en niet-vervangen 1942) verzocht ons, in een van de eerstvolgende nummers van dit orgaan een mededeeling van de Jeugdcommissie der Calvinistische Studenten-Beweging op te nemen. Voor den oorlog — zegt hij — hadden haar mededeelingen altijd een gulle ontvangst in onze pers. Van harte hoopt hij, dat zulks ook thans nog het geval mag zijn.

Wij moeten ds Visser teleurstellen en onze lezers waarschuwen tegen de jeugdkampen der C.S.B. De leiding deugt niet voor Calvinistisch werk; de sprekers, die door deze leiding verkregen worden, vertrouwen we niet. En als dan — zooals gebeurd is — onze pas beginnende jonge menschen — men wil dezen keer leerlingen van Chr. Middelbare scholen opvoeden — door de leiding naar een remonstrantschen dominee worden gesfuurd voor een of anderen , , paaschdienst", dan waarschuwen wij: 't is niet alles „Calvinistisch" wat daar Calvijn noemt.

K. S.


1) Der Chr. Glaube und die zeitlichen Ordnungen. A.R. Staatkunde, 4e kw., 1937, blz. 394.

2) Vgl. Rutgers, a.w. 403.

3) A.W. 403.

4) A.w. 403/4.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

ZELFSTANDIG OPTREDEN IN DE POLITIEK ?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juni 1947

De Reformatie | 8 Pagina's