GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PRATEN OF EERST SCHRIJVEN ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PRATEN OF EERST SCHRIJVEN ?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Het betoog van inzender gaat aldus verder:

Bovendien weet U beter dan ik, dat er kerkrechtelijk zowel als dogmatisch tal van punten bestaan, waarover we een nuance van verschil van mening hebben, zodat, wanneer alles zou zijn door-en uitgepraat, K. S. reeds lang ter ziele zou zijn.

Hier ontgaat mij de clou van het verhaal. Waar is nu toch onder o n s de drijver, die „alles wil dooren uit-praten" betreffende „punten", waarop „een nuance van verschil van meening" bestaat? Hebben wij soms een Ridderbos, die ziJn dogijjatiekje al maar in en uit de kachel komt halen? Of hebben niet juist wij gezegd tot de menschen: laat u niet op sleeptouw nemen voor of tegen een of andere theorie (over verbond, of sacrament), want het gaat alleen om dg formules van 1942, waarom wij uit de kerk gezet 4in, wijl ze vast en zeker Gods Woord heetten? Inzender moet bij Ridderbos c.s. zijn, niet bij ons, die niemand hebben gebonden aan óns meeniiikje. Laat inzender naar de H.H. Grosheide, tUdderbos, en zoo, stukken zenden, niet evenwel naar ons, die in 1936 met prof. Greijdanus gezegd hebben: begint niet met den handel, en hanteert alleen de confessie. Maar anderen hebben ons gebonden aan hün meening, en zeiden: ge moogt niets leeren wat niet heelemaal in overeenstemming daarmee is, want zóó is het Gods Woord. Toen zeiden we: pardon, meneeren, hierover naag verschil van meening, nuance, bestaan. Maar GIJ zegt, dat ze niet mag bestaan!, Inzender weet toch wel, dat men ook na 1946 ginds dat nóg verklaart? Nu, wie scheurt, moet h e e 1 e n, zegt prof. Gerretson terecht in „Polemios". En voorts: er liggen gravamina, en daarop moesten wij eerlijk antwoord geven.

Wie „legen dien tijd" ter ziele is? 't Kan — met de discussies, wel te verstaan — afgeloopen zijn binnen een paar maanden, maar dan schriftelijk. Als het goddelooze camoufleeren maar afloopt.

We lezen verder:

Slechts wanneer dit proces van Godswege door ons gevolgd moest worden, wel, dan ben ik het met U eens, dan gaan we die weg, en indien wij het einde niet beleven, nu, dan die volgt maar, zo belangrijk zijn wij tenslotte niet. Maeir de zaak staat anders. Er is haast bij. Elke seconde, dat deze kerkelijke verdeeldheid voortduurt, wordt er gezondigd.

Waar is haast bij ? „Heden, zoo gij Zijne stem hoort, verhardt uwe harten niet". Er is dus haast bij het HOOREN VAN GODS STEM (kerkelijk) en bij het DIENOVEREENKOMSTIG DOEN (kerkelijk). Dat is het éénige, waar haast bij is. Er wordt elke seconde gezondigd? Accoord. Dat zal zoo zijn tot het eind der dagen. Maar» er wordt nog meer gezondigd, als wij éérst, in 1944, zeggen: dit is de wil des Heeren, en niet van Ridderbos-Grosheide; om dan, als we ontdekt hebben dat het toch maar een wil van Ridderbos-Grosheide was, toch te doen alsof het de wil des Heeren was, en dan te bedoelen, dat het eigenlijk heelemaal niet zoo was, maar dat we den naam van Ridderbos-Grosheide niet willen aangetast zien, en daarom den naam des Heeren maar blijven belasten met wat hij eigenlijk niet verdragen wil. We zullen dus hebben te spreken over de vraag, watde wil des Heeren is, opdat we niet nog meer zondigen. Het heet immers vandaag nog een gruwelijke zonde, aan de overzijde, - als ze daar met ons zóó maar weer gingen samenwonen? We zijn toch ketters en scheurmakers ? Hoe zouden ze met ons durven samenwonen, zonder dat dit bezwaar door onze radicale verandering uit den weg geruimd is?

We vervolgen:

En nu ben ik het dus geheel met U oneens, wanneer U zegt: Die lange weg, wat zou dat? Wij, mensen van het ogenbUk kunnen geen groot woord hebben over een lange weg, want onze adem is maar in onze neus, wij zouden morgen wellicht niet meer de gelegenheid hebben ons met onze broeder te verzoenen, aangezien we niet meer met hem op de weg zijn.

Schrijver ziet weer voorbij, dat volgens de Ridderbos-Grosheide-Nauta-synode er geen persoonlijke ruzie is, maar een worsteling om 's Heeren recht. Zij ontkennen elke persoonlijke gebetenheid. Welnu, officieel zullen ze dan ook moeten zeggen: er is niets meer te verzoenen in particuliere relatie; en, de kerk blijft a 11 ij d „op den weg". Ook al zijn de personen weggevallen. — Voorts:

Ik denk aan H. H. contra K. S. Wilt U gaan procederen op de lange baan en ondertussen één van de beide Geref. Kerken (misschien wel beide) kerkje laten spelen?

Wat H. H.-K. S."hierbij te maken heeft, weet ik niet. Ik meen, dat eerstgenoemde geen enkel rapport heeft onderteekend ter bepleiting vein de noodzaak, om den kansel te sluiten voor wie de kinderen niet voor wedergeboren houdt, en wat daar verder volgt. Hij heeft alleen aan dr Berkouwer en andere jubileumgasten verteld, dat 't z.i. zoo best liep. De rest bleef achter de schermen. We hebben met rapporten en decisies van s y n o d e s te maken, niet met individuen. En willen dan ook geen één kerkje kerk laten spelen. Ons bezwaar is juist, dat het een afschuwelijk kerkje-spelen wordt, als je in 1944 in grooten opmaak zegt: eruit, om Gods wil, en in 1946 te miserabel bent, om daarvan openlijke revisie aan te durven, als je meent, dat de boel verprutst, d.w.z. de kerk zonder wettige reden uit elkaar gejaagd is, en de kansel voor velen op onverantwoordelijke manier gesloten is. Groote opmaak in het uitwerpen? Dan ook groote opmaak in het weer samenkomen. Inzender constateert:

Alles wat we zonder verbroederingspoging doen, is geoordeeld.

Ik ben het met hem eens. En daarom willen we degenen, die bij ons behooren, tot ons trekken op grond van duidelijke en openbare saamwoninga-gronden, en op zoodanige - rechten; en de ènderen van ons stooten. Verbroederen beteekent na den zondeval altijd: samenbinden èn dus metéén: scheiden. Beide dan overeenkomstig den ons bekenden wil van God, die, betwist zijnde, zal moeten komen tot zijn recht en eere in onze discussie. Inzender zegt:

We kunnen gerust onze gave voor het altaar laten staan loeien, het geeft toch niet als we offeren, zolang we ons niet met onze broeder verzoend hebben.

Maar dit geval stelt inzender slechts in gedachten. Volgens de stellige verklaringen van de H.H. Ridderbos-Grosheide etc. etc, is het juist een „offer" der dankbaarheid jegens den Heere God, dat ze zich (kerkelijk) met ons NIET „verzoenen", indien wij blijven die we zijn. Dat staat zwart op wit. God zou dat naar hun stellige verzekering geen „offerande" der dankbaarheid noemen, als b.v. de preekstoel van Bergschenhoek, of van Noordeloos, werd opengesteld voor den mensch H. J. Schilder, om maar iets te noemen.

En daarom hebben ze, voordat ze gingen offeren, eerst dien mensch gezegd: met u mógen we ons niet „verzoenen" (kerkelijk); en toen was hun consciëntie gerust. Nu vinden w ij dit alles groote dwaasheid, en ook zonde. Wij willen hen daarvan overtuigen: ze mogen ons het tegendeel gaan betoogen. Maar we kunjien hen toch niet beleedigen, door o p e n 1 ij k te doen, alsof ze 't niet gemeend hebben ? Of consequent uit te gaan van de gedachte, ais zouden ze, indien ze thans beter de dingen zien, te trotsch zijn, om

het te bekennen? We wagen ons kerkelijk niet aan persoonsbeoordeeling. Liever willen wij hun consciëntie de gelegenheid openen, gelijk ook die van Noordeloos' kerkleden, zorgvuldig na te gaan of degenen, wier preekstoelwerk voor Christus' kerk onaanvaardbaar heette te 2ajn, metterdaad veranderd zijn. Wij voor ons gelooven, dat het tegendeel bleek. Zouden wij hun niet den dienst moeten doen, dit openlijk en duidelijk te zeggen? Zou Noordeloos in blind vertrouwen op gezag moeten openen en sluiten zijn preekstoeldeurtje?

Tot volgende week.

PROGRAMMA THEOLOGISCHE HOOGESCHOOL-DAG.

Namens de Commissie tot regeling van den Theologischen Hoogeschool-dag kan ik thans reeds melden:

Woensdagavond 24 Sept., 8 uur: bidstond Nieuwe kerk. Broederweg, Kampen. Voorganger: prof. Holwerd a. Na afloop begroetingssamenkomst „Ons gebouw" (naast de kerk).

Donderdag 25 Sept.

Morgenvergadering: Jaarlijksche toespraak van den Rector (prof. Deddens ditmaal). Rede van ds E. T h. v. d. B o r n, Amersfoort: De Kerk in de branding. Bespreking, als er tijd over is.

Middagvergadering: Sprekers: d s H a-g e n s van Leeuwarden (indien deze de uitnoodiging aanneemt) en ds C. Vonk van Schiedam. In de middagvergadering ook gelegenheid tot aanbieding van geschenken. Daar is om gevraagd, en de commissie durft de School niet berooven van kostbare geschenken, noch de bezoekers van kostbare woorden.

Logies aanvragen bij den Heer J. Bos, pedel. Broederweg 15. Later meer. Dit al vast voor den nieuws­ honger.

K. S.

DR HOMMES ZWAAIT MET EEN BRIEFJE.

Dr J. Ridderbos geeft in zijn blad het woord aan dr Hommes, die zwaait met een afschrift van een briefje, dat ik uit gevangenschap teruggekeerd (in December 1940) schreef aan dr H. H. Kuyper om erkentelijkheid te betuigen voor wat hij als deputaat gedaan zou hebben voor mijn vrijlating. Hij heeft het destijds overgeschreven (komt meer voor in dien kring) en meent, dat „heel de broederschap van. de Geref. Kerken naar art. 31" het maar eens moet weten.

Dr Hommes maakt zich druk voor niets.

Ik heb destijds geloofd wat allereerst dr H. H. Kuyper zelf en voorts ook dr Ridderbos vertelde, na mijn terugkeer. Op zijn gezag heb ik geloofd (dat doen we bij óns, totdat het tegendeel blijkt, dr Hommes), dat dr H. H. K. inderdaad zijn best had gedaan ten goede. En om te bewijzen, dat ik ook in tegenstanders en bestrijders kan erkennen wat goed is, schreef ik hem. Dr Hommes kan méér van die briefjes opdiepen.

Maar waartoe die drukte over „heel de broederschap" van artikel 31? DIE is — bij ons kennen we dat — al lang op 'de hoogte. Niet door dr Hommes' sjoiode, die alle concrete stukken, waarover ze toch „oor"-deelde, onder de tafel werkt, doch door mij zelf. Ik heb — en 't is geadverteerd — in 't Handboek der Geref. Kerken voor 1946, B ij 1 a g e n (firma Oosterbaah & Le Cointre, Goes) heel de correspondentie met dr H. H. Kuyper, gepubliceerd. En daarin ook verteld van dat briefje, dat dr H. overschreef (hij blijkt toen al gerekend te hebben op wat ik destijds niet mogelijk achtte, en was dan ook pas bij dr H. H. K. op bezoek geweest). Maar ik vertelde de rest er b ij. En nu moet dr Hommes die rest maar eens voorleggen aan heel de broederschap die niet van art. 31 is. Want het is een beetje kinderlijk, te zwaaien met 'n briefje, en '1 vervolg (met nadere ontdekkingen) te negeeren. Die waren zoo prettig niet voor wie zich herinnerden, te staan te­ genover den zoon van dr A. Kuyper.

K. S.

SCHULDBELIJDENIS.

Ook ons blad kreeg op tijd uitvoerige stukken toegezonden betreffende een schuldbelijdenis, door bemiddeling van kerkelijke instanties gepubliceerd, en onderteekend door eenige gedetineerde nationaalsocialisten.

We hebben die stukken niet opgenomen, niet alleen wegens plaatsgebrek, en ook niet alleen, omdat de „toelichting" op den tekst der belijdenis ons niet heelemaal aanstond, maar vooral, omdat we in het gebaar zelf niet alles konden waardeeren. Als zooveel ., , kerkgenootschappen" van allerlei gading ons aanspreken met: „gemeente des Heeren", waar en wat is zij dan? Is het soms het product van ds Overduin's rechtlijnig-verkeerd denken? Voorts: schuldbelijdenis kon o.i. hier beter individueel geschieden en dan ongeorganiseerd, en voor den rechter, of (althans wat de publicatie betreft) na gestreken vonnis. Ook de s c h ij n van beïnvloeding der publieke opinie ter zake van verwachten of begeerden rechtshandel moet door kerkelijke functionarissen vermeden blijven. „Kerken" moeten zich niet georganiseerd tusschen rechter en volk plaatsen; en als een gedetineerde schuld belijden wil, „dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente" en zich tot de kerk bekeere of met de kerk verzoene. Ik weet van zulk een geval, en het is zeer treffend. Maar er is geen dnikte over gemaakt. En a 1 s de predikant, die hier (in het door mij bedoelde geval) met den gevangene gesproken heeft, of zijn • kerkeraad, hier straks iets zeggen wil aan den rechter, zal dat allicht meer en beter indruk maken, dan dit kranten-evenement, dat niet bij lederen betrokkene door die politieke onnoozelheid zal gekenmerkt zijn, die velen in de tribunalenhistorie al lang evenzeer missen als in bepaalde kerkelijke desi­ derata voor de „berechting".

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 augustus 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

PRATEN OF EERST SCHRIJVEN ?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 augustus 1947

De Reformatie | 8 Pagina's