GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De droomen van Ds D. J. Couvee.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De droomen van Ds D. J. Couvee.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds D. J. Couvee van Axel, synodocratisch, kon, en kan geestig zijn. Deze natuurlijke gave kan bij iedereen zich der gerechtigheid en ook der ongerechtigheid ten dienste stellen. Als ds Couvee meehelpt aan het camoufleeren, dan is het ditmaal: der ongerechtigheid.

Zoo vertelt hij bij wijze van droom:

Gek, zoals dat bij 'n behoorlijke droom toegaat, kon Ik tegelijk zien en horen wat er achter de deur in de gajig gebeurde. Daar stond 'n jonge man letterlijk te grienen. Dat was zeker de bewuste, die van de strenge niet weer mee mocht. Opeens noemde 'n vrouw, die hem zeker troosten wou, bij zijn volle naam: Johannes Markus. Toen ging er mij ook ineens licht op over de twee twistenden binnen. Dat konden niet anders dan Paulus en Barnabas zijn, ruziënd om hèm. En tegelijk zag ik Barnabas opstaan en hoorde ik hem zeggen: Paulus, je schorst mijn volleneef. Je sluit hem feitelijk buiten het koninkrijk. Maar je hebt de moed niet om consequent te zijn en hem te censureren. En hij riep alle aanwezige Antiochlërs en ook mij op, om ons los te maken van Paulus' zonde van hiërarchische liefdeloosheid. Paulus en zijn getrouwen vormden voortaan valse of liever helemaal geen kerk meer.

En of Paulus al echt op z'n Frans, met de hand op zijn hart, verklaarde dat Johannes Markus als gemeentelid voor hem acceptabel bleef, maar dat hij hem als ambtsdrager niet weer mee kon nemen; dat hij overal Avondmaal met hem kon vieren, doch hem in die bepaalde kerkelijke functie zeker déze reis niet weer mocht handhaven, Barnabas verbrak het verband, noemde hem een scheurmaker, geen apostel meer en ging verbitterd heen.

Wat zal dr Berkouwer zitten te rillen bij al dit nog exemplarischer-dan-exemplarisch geschrijf Maar laat ons eens zoeken naar de betéékenis.

Ds Couvee heeft het over een jongen man. Waarschijnlijk bedoelt hij dus den jongsten, die erbij betrokken geweest is: den candidaat. , , Candidaat Schilder". Die wou inderdaad op de kerkelijke preektochten mee; hij had nog niets op zijn kerkdijken kerfstok. Nu, grienen zag wel geen mensch hem, maar hij heeft er toch erg veel last van moeten hebben, dat Ridderbos-Grosheide zei tot de kerk, die hem voor die reis al in gebeden gecharterd had, n.l. tot de kerk vnn Noordeloos: deze jonge Schilder mag niet mee; 'hij mag geen opvolger van den jongen Grosheide worden; want de Heere God neemt dézen wel, en genen niet als ambtsdrager over dè schapen'van Noordeloos, pas geweid door Grosheide Junior. En. Hoek, en alle andere hagenaars zeiden openlijk: neem dien jongen man het preekconsent af: hij mag op geen enkele zendingsreis mee, wat zeg ik: hij mag geen schaapje der kudde Gods ambtelijk toespreken. Hij mag geen kindje doopen, hij moet zijn handen afhouden van de heilige tafel, om er den beker te schikken. Niet alleen nu, maar nooit, tenzij hij zich radikaal bekeert van zijn zonde, en van zijn valsche leer.

En alsof het nog niet voldoende was, toen deze Johannes Markus in Bergschenhoek tóch nog eens een keer de broeders op him verzoek met een stichtelijk woord vertroostte, toen kwam „Paulus", en sloot bij handopsteking van alle zijne collegialen Johannes Markus en al zijn broeders buiten het verband. En riep: met u geen gemeenschap meer, wij mogen noch Johannes Markus, noch die plaatsgenooten van hem, die den naam des Heeren aanroepen, erkennen als gemeentelid; wij zullen nergens met hem avondmaal vieren, wij zettenhem buiten het verband.

Wel liet „Paulus" dat heele geval later buiten de Acta, maar daar kan ds D. J. Couvee zich toch niet op beroepen om te verontschuldigen, dat hij zoo'n onzin gedroomd had. Want hij heeft het kunnen weten. Het staat óók nog in een krant, die hij wel eens meer napluist, dat hij desnoods een reisje kan maken naar Broederweg 15, in de straat genaamd „De Rechte", Kampen. Daar kan hij gecalligrafeerd lezen.

wat zijn „Paulus heeft uitgestukt met Johannes Markus. Roepende, dat ieder, die zweeg, geacht werd in te stemmen, en dat alle kerken deze Bergschenhoeksehe kerk hadden uitgesloten, inclusief Johannes Markus, toen de synode het deed. Die uitsluiting ook door den droomer van Axel hoort dus tot de Axelaria, zegt „Paulus", en dat weten de axiolotes zelfs, laat staan de dominee van Axel.

Maar ik begrijp dien droom van ds Cóuvee wel. Hij wil alleen maar niet, dat ik het hem zèg. Hij vraagt ons, Freud er niet bij te halen. Ik voor mij noem dien droom een droom van verdringing. Ik geef toe: dat klinkt freudiaansch.

Want ds Couvee weet het wel van .Johannes Markus' uitsluiting óók door hèm. Maar hij w i 1 't niet weten. En daarom droomt hij de feiten van zich weg. Hij kan dan goedkoop overwinnen? Weineen: communiceeren, zónder Johannes Markus, want hij wil , .Paulus" niet afvallen, en offert • dus Johannes Markus als broeder even stiekum op, als Ridderbos, om nu maar niet meer te zeggen: , , Paulus", het geval van dat buiten-verband-plaatsen stiekum gehouden heeft uit de Acta der Heilige Synode.

Dit tot zooverre.

En nu nog wat: van verdringing komt men op verdraaiing, ook in den droom. Ds D. J. Couvee droomde ten tweede male; hoor zijn vertelsel; en let erop, hoe de verdringingstheorie juist is: want de naam „Paulus" werd in den eersten droom gegeven aan den schorser (zie boven), maar in droom nummer twee is , , Paulus" ineens de geschorste. Dat is de érgste vorm van verdringing: je laat een ander doen wat je zelf hebt gedaan. Nu verder:

Op mijn navraag bleek dat Bamabas liever nogeens met Paulus had willen praten. Néé, had Paulus geweigerd. Ik kan je ook geen „broeder" meer noemen. — „Nou, zwager dan", had Bamabas gezegd. — Het kèin ook andersom zijn geweest. Daar wil ik af zijn. — Eindelijk na een jaar geschrijf in de kranten van Antiochlë en Jeruzalem, aan „de zich noemende apostel", had Paulus toegestemd in een schriftelijke gedachtenwlsseling op 5 punten. En nu was het juist déze nacht, dat het antwoord op die 5 vragen vóór klokslag 12 uur binnen moesten zijn met een enkel: ja öf neen. Bamabas had heel de dag zitten zweten op de eerste vraag: wie begonnen was? Omdat hij die eerlijkheidshalve niet met een simpel ja öf neen afdoen kon. Hij had wel willen zeggen: ik. Maar dat leek'hem in strijd met de waarheid. En om te schrijven: Gij, Paulus, dat scheen hem niet tactisch. Daarom had hij na 24 uur tobben met zijn vrinden tenslotte déze vraag maar open gelaten, m de hoop, dat daarop niet alles weer afstuiten zou. En nu kwam Jacobus nog op het nippertje met 4 antwoorden birmengehijgd.

Het is toch maar een warwinkel in dien droom. Want: a.) de groep van Johannes Markus — h\j was er zelf bij — had gezegd: we willen antwoord HEBBEN en ook GEVEN met ja of neen. Welnu, nu KON DE VRAAG WIE BEGONNEN IS NOOIT GESTELD WORDEN. Want op zo o'n vraag moet je zeggen: Jan of Klaas, of zoo iets. Het was diisr, mede Johannes Markus die zulke onbelangrijke vragen had uitgesloten. Maar in den droom maakt Couvee zichzelf wijs, dat hij de bevolking van Jeruzalem, als hij wakker geworden is, mag voor 't lapje honden met een verhaal, dat de dingen op hun kop zet, maar dan stichtelijk.

En dan nog dit:

b.) de groep van Johannes Markus had gezegd: we willen voor alles situatieteekening. D'at wil dus zeggen: we vragen niet: wie is destijds begonnen, maar: wat b e 1 ij d t gij te dézen tijde voor God en menschen als goddel ij ken regel voor de huishouding Gods?

Ik wil ds Couvee niet adviseeren den volgenden keer eens te droomen over Elia met zijn vraag: hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Noch over den Heiland (ja, ik noem Hem, want die was er ook bij, toen Paulus en Barnabas samen waren, en ds Couvee HEEFT Hem dus al droomend in het oog gehad, en moet nu niet gaan zeggen, dat IK profaan doe), noch over den Heiland, zeg ik, die eens menschen, die maar niet voor den draad wilden komen, en toch Hem vangen wilden, vroeg: de doop van Johannes was die uit' God of uit de menschen, zeg nu op één van beide eens: j a o f n e e n.

Ik wil hem verzoeken het droomen maar te laten. Zijt nuchteren en waakt. Aanschouwt de feiten. Ik wil ernstig met hem praten. Ik wil hem zeggen: toen voor de laatste maal , , Jan", d.i. drJ. Ridderbos, een briefje thuis kreeg over het thenia „samenspreking", toen stond daar niet alleen de naam van zekeren „Klaas", noch ook alleen die van zijn „vollen neef" onder, maar ook die van den medewerker gedurende vele jaren, van dr F. W. Grosheide, d.w.z. van den man, die vond, dat de Heere de kerk van Noordeloos wel wou gediend hebben door den jongen Grosheide maar niet door den jongen Schilder, Johannes Markus geheeten in axelsche nachten. Die medewerker van dr Grosheide heette dr S. Greijdanus. Ook deze man schreef aan dr Ridderbos: zeg nu eens ja of neen.

Het ligge nu verder voor rekening van den axelschen droomer, van dit laatste kerkelijke brieifje van^ Greijdanus aan Ridderbos zo o'n karikatuur te geven als we hierboven hebben aangehaald.

Hoe lang wordt er in Nederland nog gelogen over den kerkstrijd van dr J. Ridderbos-dr F. W. Grosheide, CS.?

En hoe lang zullen de oamouflanten nog klagen, dat de zaken niet helder voor aller oogen staan? De synodocratische dominee H. Veldkamp begeleidt de droomen van zijn collega van Axel met een citaatje van ds B. A. Bos, dien ze daar ineens gebruiken, en zucht dan, dat ook onder ons niet ieder begrijpt, waarom het gaat in de vrijmaking (in zijn kringen wél? ). Toch had ds Bos niets anders gezegd, dan wat staat in de stukken. Maar nu we vergeefs aan dr Ridderbos vragen: ja of neen? nu zal ook Veldkamp het weer prijzen, dat Ridderbos antwoordde: d a a r ben ik niet voor te vinden.

Met paperassen durven ze iemand openbare grove zonden toerekenen. Maar als de zaak voor God en voor zijn heilige gemeente komt, dan zeggen ze: geen papier s.v.p.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

De droomen van Ds D. J. Couvee.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juni 1948

De Reformatie | 8 Pagina's