GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Naar een nieuwe Psalmberijming ?(III,solt)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar een nieuwe Psalmberijming ?(III,solt)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar een nieuwe Psalmberijming van Ds H.Hasper

In het jaar 1936 verscheen, onverwachts, van de hand van Ds H. Hasper een .geheel nieuwe psalmberijming onder den titel: Het Boek der Psalmen — de psalmen van Israël op de oorspronkelijke melodieën der zestiende eeuw, opnieuw naar het hebreeuwsoh bewerkt en voorzien van aanteekeningen.

De verschijning van dezen psalmbundel, men kan het zonder eenige vrees voor critiek zeggen, beteekende een gebeuren van den eersten rang in dé geschiedenis van psalm-en kerkgezang.

Ds Hasper gaf immers een berijming waarbij vóór alles gestreefd was 'naar een zoo zuiver mogelijke vertolking van de hebreeuwsche psalmen. Bn het is moeilijk te zeggen van hoeveel studie, geduld en energie zijn bundel het resultaat is geworden.

De berijming van ds Hasper bezit twee domineerende kenmerken.

Vooreerst wilde ze, om het kort en duidelijk te zeggen, Gods eigen woord zingbaar maken. Ds Hasper heeft er zich niet op toegelegd een collectie bijbelsche poëzie te vervaardigen. Neen, hij streefde er naar de gemeente In haar eeredienst Gods Woord en niets anders dan dat en niets meer dan dat en niets minder dan dat op de lippen te leggen en dat in eenvoudige voor ieder begrijpelijke strophen en verzen.

En voorts wilde hij herstellen het oude reformatoriscUe psalmgezang, zooals de - kerken der reformatie dat, dank zij Calvijn's onvermoeibaren arbeid en groote genialiteit ook op dit punt, als een geschenk van God ontvingen.

Het is noodig op dit laatste punt iets breeder in te gaan.

Vaak denkt men Immers, dat Ds H'asper, behalve dat hij een nieuwe psalmberijming vervaardigde, ook streed voor het „rhythmlsoh" zingen van de psalmen, dus om het populair te zeggen, voor het zingen „op heele en halve noten". En dat hij daarom nu ook zijn psalmen rhythmlsch wil laten zingen.

Toch is deze gedachte niet juist.

De kwestie ligt anders en omvat veel meer.

Om te zien waar hier de schoen wringt, moet men er zich rekenschap van geven, dat men bij een te zingen lied o.a. op tweeërlei dient te letten. Vooreerst op het rhythme van de regels, de verzen, van het lied. ledere versregel, daar is het inmiers een versregel voor, bezit een eigen rhythme, een eigen cadans. Maar nu hebben niet alleen de versregels van een gedicht een typisch rhythme — óók de melodleregel, waarop dit vers gezongen wordt, heeft dat. En nu moet, zal een bepaald lied op een bepaalde melodie gezongen kunnen worden, het rhythme vaji versregel en melodleregel met elkaar overeenstemmen, bij elkaar passen. Men behoeft geen muziekgeleerde te zijn om dat te kunnen verstaan.

De psalmmelodieën, welke wij thans gebruiken, waren oorspronkelijk bestemd voor de fransche psalmberijming, welke op instigatie van Calvijn door Marot en Beza werd vervaardigd. Ze waren rhythmlsch afgestemd op deze fransche psalmen. Toen nu Datheen zijn psalmberijming in elkaar zette — en hetzelfde geldt van de berijmers der thans In de nederlandsche kerken in gebruik zjjnde psalmen — heeft hij zijn rijmsels zoo'n beetje aangepast bij de toen reeds bestaande melodieën van de fransche kerken. Dat wil zeggen: hij zorgde er voor, dat de versregels van zijn psalmen ongeveer evenveel lettergrepen telden als de melodieregels noten. Maar hij, en ook de latere berijmers, hebben er niet aan gedacht voor een goede congruentie van vers-en melodleregel te zorgen.

De gevolgen van dit ernstig verzuim bleven niet uit en lieten zich al heel gauw gevoelen. Het bleek namelijk onmogelijk de psalmen op de daarbij genoteerde melodieën te zingen. De rhythmische golving van het vers botste In tegen die van de melodie. En de eenige „uitweg" uit de impasse was, dat men de prachtige, oorspronkelijke melodieën volkomen, verknoeide door alle noten daarvaji even lang te maken. Maar zelfs deze verkrachting-der melodieën bracht geen oplossing. Want de op deze vs^ijze mishandelde melodieën hadden haar aceenten — en daarmee haar muzikale waarde! — verloren en konden voortaan onmogelijk tot voertuig van het „gezongen gebed" dienen, zonder den gloed van dezen zang aanmerkelijk te dooven en zijn kracht te breken.. Bovendien bleek het, dat een groot aantail psalmen eenvoudig niet kónden gezongen worden en daarom thans feitelijk pro memorie in ons psalmboek prijken.

Wie onderzoeken wil in welk een mate de psalmen door deze denatureering van hun melodieën, van hun eigenaardige schoonheid, gloed en kracht werden beroofd, zinge b.v. maar eens het Wilhelmus op louter „heele noten". Het is nu de groote verdienste van Ds Hasper eeh psalmberijming te hebben gegeven, welker rhythme geheel past op de schpone melodieën, waarmee de kerken, dank zij Calvijn's verzienden blik en rusteloos zwoegen, in den grooten reformatietijd werden rijk gemaakt.

Het is daarom geen wonder, dat het werk allerwegen met groote waardeering en dankbaarheid werd ontvangen! Reeds oppervlakkige kennisname van Hasper's burfdel maakt het volkomen duidelijk, dat daarmee voor het psalmgezang iets groots was vefricht. „Het groote respect, dat ik voor den bundel „Geestelijke liederen uit den schat vau de kerk der eeuwen" had — schreef Prof. Schilder in „De Reformatie" — versterkt door mijn Interesse bij elke nieuwe psalmberijming, deed mij met gretigheid dit nieuwe werk van ds Hasper inzien.

Natuurlijk is het nog bij lange na niet mogelijk, het geheel te beoordeelen. Daartoe moet iemand — en dan een bevoegde — in combinatie met anderen (ook bevoegd) het boek doorkruipen, regel voor regel. Maar een voorloopigen indruk heb ik — veelszins leek In deze materie — wel. Het komt hierop neer — bizonder groot respect over heel de linie; met behoud van enkele bezwaren. Beginnen wij met het groote respect. Naar .mijn vaste meening zal geen enkele poging tot verbetering van het' psalmgezang voor de gereformeerde kerken ooit dezen bundel kunnen missen. Hij is een ernstig werk in den mooisten zin van het woord Voorloopig — zoo eindigde Prof. Schilder zijn artikel — moge het gezegde evenwel opwekken, om toch met dit ernstige werk kennis we Psalmberijming? (Ill, slot) te maken. Opdat ook bfl ons het besef, dat er wat gebeuren moet, weer levendig worde en zich concretiseere".

En thans nog een enkel woord over:

De hunidige situatie ten aanzien van een nieuwe psalmberijming.

Die situatie beziende wijs ik allereerst op het reeds door mij gememoreerde feit, dat da nieuwe psalmberijming van Ds Hasper haar ontstaan uitsluitend en alleen dankt aan het particulier initiatief van Iiaar auteur. Geen enkele kerk of kerkengroep was bij de geboorte van Hasper's psalter rechtstreeks of zijdelings betrokken! l" Toen Hasper's psalmboek allerwege de aandacht trok en groote waardeering vond — in Nederland alleen werden daaraan meer dan tweeduizend kranten-en tijdschriftartikelen gewtjd — kwam bij velen de vraag op of In deze berijming iets werd geboden dat ook voor het kerkgezang van groote beteekenis kon worden. De overweging van deze vraag bracht velen er toe haar bevestigend te beantwoorden.

De groote vraag was nu: welken weg moet worden ingeslagen om het daarheen te leiden, dat Hasper's werk dienstbaar kan worden gemaakt aan de verbetering van het kerkelijk psalmgezang? Vooral ook met het oog op het feit, dat behalve groote waardeering voor Hasper's bundel ook kritiek daarop, b.v. door Prof. Schilder, werd uitgebracht.

Zoowel in den Nederlandschen Hervormden als in den Gereformeerden volksgroep heeft men toen de hand a.an den ploeg geslagen. Onder de Nederlandsche Hervormden werd opgericht het „Comité tot verbetering van den zang in den eeredienst der Nederlandsche Hervormde Kerk", kort aangeduid als: „Cïomité-Kerkgezang". Onder de Gereformeerden ontstond de „Stichting tot verbetering van het psalmgezang in de Gereformeerde Kerken In Nederland", gewoonlijk „Stichting-Psalmgezang" genoemd. Beide instellingen zijn eveneens — ik wijs daar weer met nadruk op — geheel uit particulier initiatief ontstaan, zonder rechtstreeksche of zijdellngsche officieel-kerkelrjke bemoeiing. En beide organisaties stelden zich ten doel de verbetering van het kerkgezang in eigen kerkelijke gemeenschap te bevorderen, uitgaande van de berijming-Hasper.

Het Hervormde „Comité-Kerkgezang" thans buiten beschouwing latende, wil ik in 't kort weergeveh wat de Gereformeerde Stichting-Psalmgezang sinds haar oprichting heeft verricht.

Allereerst wendde deze Stichting zich tot Ds Hasper met het verzoek of deze bereid was zijn psalmberijming als een proefbundel te beschouwen, hetgeen Insloot of hij bereid was in overleg te treden met deze Stichting omtrent een herziening van zijn werk ten dienste van de Gereformeerde Kerken.

Ds Hasper verklaarde zich hiertoe onmiddellijk en van harte bereid.

Toen Ds Hasper deze goedkeuring aan de Stichting had verleend, wendde zich de Stichting tot 15 hebralci in de Gereformeerde Kerken om hulp. Zij zond hun Hasper's „proefbundel" toe, ten einde voorgelicht te mogen worden omtrent verschillende punten, die voor het bestuur der Stichting van belaag zouden zijn, wanneer de nieuwe psalmberijming getoetst werd aan den hebreeuwschen tekst en werd vergeleken met de in gebruik zijnde oude berijming.

Bovendien heeft de Stichting-Psalmgezang, - met het Comité-Kerkzang; zich tot de Bijbelvertalingscommissie van het Ned. Bijbelgenootschap gewend met het verzoek om de herziening van de nieuwe psalmberijming waartoe, zooals we reeds opmerkten. Ds Hasper bereid bleek, opnieuw te toetsen. In deze commissie namen van Hervormde zijde zitting de proff. Thierry en De Groot en van Gereformeerde zijde Dr Gispen en Dr Van Katwijk.") Tenslotte — om niet meer te noemen — noodigde de Stichting al heel gauw de kerkeraden uit een serie zangavonden te organiseeren, waartoe zij tegen een geringe vergoeding „Studie-exemplaren" van de nieuwe psalmberijming beschikbaar stelde. Meer dan 20.000 van deze , .studie-exemplaren" werden besteld en in 150 kerken vonden deze zangavonden plaats. Dit werk der Stichting vond zulk een weerklank, dat van verschillende zijden aangedrongen werd op een tweede reeks zangavonden, welke in Mei 1943 werden gehouden. Deze activiteit van de Stichting heeft de belangstelling voor het psalmgezang IQ het algemeen en voor de nieuwe psalmberijming in 't bizonder krachtig gestimuleerd. En zeer velen hebben meer dan vroeger de heerlijkheid van de psalmen als liederen des verbonds en de diepe schoonheid van hèt reformatorisch kerkgezang ontdekt en genoten.

Gesteund door de genoemde groep kenners van het Hebreeuwsch en de commissie uit de bijbelvertalers van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, bovendien nog geassisteerd door een aantal taalgeleerden en een muzikale commissie, hebben Ds Hasper en de Stichting-Psalmge-'zaug de berijmiug uit het jaar 1936 vEin zin tot zin en van woord tot woord herzien. Er zijn psalmverzen welke meer dan 60 maal werden bewerkt. Het is niet uit te rekenen hoeveel tijd en moeite aan de vervolmaking van dezen psalmbundel werd besteed. En als resultaat van al dien arbeid verscheen In het begin van dit jaar de herziene psalmberijming, waarvan U een exemplaar ter kennismaking werd aangeboden. Op ruime schaal is ook deze bundel verspreid in de verwachting dat üe kerken en haar leden hem met Intense belangstelling zullen bestudeeren, eruit zingen en hem keuren met het - oog op een eventueel gebruik ervan in den kerkelijken eeredienst.. Inderdaad, het Is de bedoeling van Ds Hasper en de Stichting-Psalmgezang, dat ook deze herziene berijmmg zal gekeui'd worden .Want ook zij is nog niet de definitieve. Zij Is de voorlaatste redactie van den nieuwen psalmbundel. En allen, die Interesse koesteren voor het

(Zie vervolg pagina 112.)

psalmgezang in s Heeren kerk werden reeds opgeroepen mee te werken aan de totstandkoming van de definitieve psalmberijming, welke men in het komende jaar hoopt te kunnen voltooien. Alle vóór 31 Dec. 1948 binnen gekomen opmerkingen en kritiek zullen nog weer eens zorgvuldig overwogen worden.

Het Is voor wie het bovenstaande overweegt duidelijk, dat in de berijmlng van Ds Hasper een psalmboek aan het groeien is, dat „van onderen af" Is ontstaan. Duizenden hebben reeds aan de totstandkoming en bekendmaking daarvan medegewerkt. Niet het minst door leden uit onze kerken, waarin de belangstelling voor dezen uitermate belangrijken arbeid relatief zeker niet het minst krachtig is.

En in dit stadium kwamen nu een aantal kerkelijke vergaderingen, samen meer dan honderd kerken vertegenwoordigende, tot de synode met het verzoek, of ook zij aan de voltooiing van het groote werk, voor zoover dat binnen den kring van haar bevoegdheden ligt, zou willen medewerken. Speciaal met het oog hierop, dat de In wording zijnde psalmberijming haar uitemdelljken vorm niet zal ontvangen, zonder dat ook namens de gereformeerde kerken al het haar mogelijke is gedaan om een psalmboek te verkrijgen, dat voor haar bruikbaar zal zijn.

Tenslotte wil Ik nog één opmerking maken. En wel deze: in deze artikelen werd niet gesproken over een eventueele in-gebruik-geving van een nieuwen psalmbundel. Het spreken daarover zou thans praematuur zijn.

Het gaat thans nog maar alleen om het verkrijgen van een zoo Schriftmatig mogelijk Psalmboek.

Gelukkig besloot de synode daaraan mee te werken. Mogen de kerken ook in dezen haar roeping verstaan en meewerken aan het groote doel: In Gods huls de echte

Psalmen Davids te doen zingen.


1') Na het overlijden van Prof. De Groot en Dr Vaii Katwijk werden deze vervangen resp. door Prof. Dr H. W. Obbink en IJr H. H. Groshelde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Naar een nieuwe Psalmberijming ?(III,solt)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's