GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor onze emigranten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor onze emigranten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

Wij zijn verleden week gebleven bij de constateering, dat de Protestant Reformed Churches heel gewoon gereformeerd zijn: ze hebben de drie formulieren van eenigheid en verder niets. Geen ridderbossiaansche formules van 1942, en geen heppiaansche van 1924. Dat is: geen „16" punten van 1942, zooals óns bindend opgelegd en behoorlijk afgewezen zijn, en ook geen „3" punten (over Gods goede gezindheid jegens alle menschen etc), zooals Rev. Hoeksema opgelegd en behoorlijk afgewezen zijn.

Nu zegt iemand: ja maar, ge vindt in de kringen van Rev. Hoeksema in brochures of tijdschrift wel eens uitlatingen, die ons herinneren aan wat we in de synodocratie hebben vernomen; en als onze emigranten met deze kerken zouden samenleven, dan zouden ze „ginds" weer kunnen beluisteren, wat ze hier hebben afgezworen. En dus—laat ze daar verre van bhjven, tenminste, totdat alle theologische vraagpunten die met deze punten samenhangen, zijn opgelost in onzen zin. Hoe het dan tót zoolang moet met die emigranten, met hun avondmaalsgemeenschap, hun kinderdoop, hun vaste contact met andere geloovigen, dat zijn vragen, waarop het antwoord dan meermalen voorloopig achterwege blijft.

Nu gaf ik reeds aan, dat inderdaad onderscheiden uitspraken saam te lezen zijn, waarvan de tekst indruischt tegen wat wij opnieuw uit de theologie der vaderen, en contra die van Kuyper hebben leeren terugvinden. Wij verstaan ten volle dat er zijn, die daar wat vreemd tegen aan staan te kijken en realiseeren ons, dat in omgekeerde richting zich hetzelfde verschijnsel voordoet. We gelooven zelfs, dat er nog steeds wel enkele uitlatingen gegeven worden, die ons een bewijs zijn van niet evenwichtige resultaten der poging, om het terrein der theologie van „de vaderen'' te verkennen; zulke uitlatingen leiden dan tot toomexplosies, die minder licht dan geluid ontwikkelen, en „hooren" en „zien" meer doen vergaan dan dat ze die opwekken.

Maar ik zou vragen: wat wil men?

Om te bedlinnen: is het nu verstandig, te zoeken naar uitspraken van een persoon, die in een kerkelijke samenleving optreedt, en dan, als men uitspraken tegenkomt, die men bedenkelijk acht, te zeggen: ex ungue leonem, aan die ééne uitlating kunt ge heel die kerk leeren kennen, ergo: steek uw hand niet uit, doch steek ze in den boezem? Ik geloof het niet. Stel eens, dat de emigranten niet van Nederland naar Amerika of Canada trokken, maar in omgekeerde richting, endat dan de amerikaansche of canadeesche kerkeraden aan de emigranten zouden zeggen: niet naar de (vrijgemaakte) Gereformeerde kerken toe, want ge vindt daar een uitlating van ds B. A. Bos over de kerk en over de pluriformiteit, en daar voelen wij niet voor, of: ge vindt daar het tegengestelde gevoelen uitgedrukt, b.v. door een zekeren K. S. en daar voelen wij niets voor, — zoudt ge dan tevreden zijn, en óók toegeven, dat een particuliere meening de kerken typeert ? Wehieen, ge zoudt verontwaardigd zijn en roepen: wij willen naar onze confessie beoordeeld worden. Maar dan dienen we óók in omgekeerde richting zoo te redeneeren. Bepaalde theologen spreken zóó, maar andere theologen — in die zelfde gemeenschap — nemen een ander standpunt in en verdedigen dat openlijk, en geen mensch schijnt erop uit te zijn, hun theologie „met wortel en tak uit te roeien" en ambtelijk te doeden. Men is zoo wijs, zich te realiseeren, dat de kerken zelf pas kunnen geacht worden een bepaalde meening voor haar rekening te nemen, indien zij in een gerezen conflict officieel in geding gebracht is en ter afhandeling van dat conflict uitdrukkelijk is vastgelegd. Waarvan geen sprake is.

Nu is het opmerkelijk, dat in dezen de Christian Reformed Church in Amerika onze menschen dwingt, hetzij te verzwijgen, en dus factisch te verloochenen, htetzij uitdrukkeUjk te verloochenen wat zij gelooven, terwijl de Protestant Reformed Churches hen uitdrukkelijk erkennen als staande op de basis der drie formulieren van eenigheid en gerechtigd, om ter bediening van het ambt aller geloovigen en in de oefening van de gemeenschap der heiligen te zeggen wat zij naar de Schrift meenen te moeten zeggen. Ik verwacht van „De Wachter" (chr. geref. amerikaansch orgaan), als het blad deze regelen leest, weer een beschuldiging van onwaarheid spreken, nog wel opzettelijk. Als ik in Amerika publiek zeg, wat ik in ons blad schreef over hun aandeel in de z.g. „oecumenische synode" en de vervangingsformule, en de chr. geref. voorgangers laat inviteeren met recht van debat, dan zie ik ze niet. Als ik op de vraag of ik bij hen wil komen spreken, bevestigend antwoord, maar dan n i e t in „besloten" kring, dan trekken ze de uitgestoken voelhorens terug. Als ik met argumenten in amerikaansche bladen spreek over die „oecumenische synode" en een exemplaar toezend, hoor ik niets; en als ik dan twee jaar later het nog eens repeteer, dan zeggen ze: niet waar. Ik zou dus weer moeten beginnen? 't Zal niet gaan; laat hen liever eerst antwoorden op wat ik ten bewijze schreef. Waarom ook zouden we het repeteeren? De bewijzen zijn te geven. Deze week heb ik een samenkomst bij-

gewoond, waarin onderscheidene brieven zijn voorgelezen van geëmigreerde leden onzer kerken, die duidelijk bewijzen, dat de Chr. Ref. Church ter plaatse onze menschen steriel wil maken, en als ze dat niet toelaten, hen uitdrijft of wegzendt, of hun „de papieren'' terugzendt. Die brieven zijn niet in mijn bezit, maar ze zijn desnoods te krijgen. Nog ter vergadering zelf reikte ds Wijnhoud me een brief over, waarin een citaat uit een uit Canada ontvangen brief, waarin gezegd wordt: „een tijdje geleden heb ik m'n attestatie opgestuurd naar Vancouver, maar nu kreeg ik een brief terug van den dominee, dat, aangezien ik van , , art. 31" ben, en die nog niet door de Chr. Ref. Church erkend werd, ik een verklaring moet schrijven, dat ik instem met de besluiten van Utrecht 1905, en dat ik geen propaganda maak voor deze kwestie". Dit is dan nog een zeer „mild" staaltje; we hoorden deze week veel ergere. Ze zijn zóó ontstellend, dat er onder den indruk van de daarin gebleken harde feiten thans onder ons onderscheiden menschen zijn, die eerst adviseerden aan onze emigranten: sluit u, als er „niets anders is'', maar aan bij de Chr. Ref. Church, maar die thans openUjk op deze meening terugkomen en zeggen: daarheen in geen geval. Wij voor ons waren al klaar in 1947; wat men toen van Chr. Ref. zijde OFBICIEEL had gedaan, gaf, meenden wij, al duidelijk bewijs van het inslaan eener verkeerde richting. En de deze week gelezen brieven bewijzen alleen maar, dat zoowel ds van Halsema als zijn paranymf Den Hartogh de plank volkomen misslaan, als ze smalen, dat hier niet meer aan de hand is dan een persoonlijk zaakje. Wanneer zullen de heeren eens op hun officieele handelingen willen wijzen met een: dankt den Heere? Of in het andere geval openlijk zeggen: wij hebben gedwaald, en de kerken misleid, 'moge het ons vergeven worden, en we zullen de kwade misleiding vervangen door een goede leiding met afsnijding van wat daaraan niet conform wil zijn? Wie als een „gewapend held" met de sleutels van de kerkpoort opereert, moet niet later als een kibbelend straatjoch roepen: kijk eens, wat 'n kif. Zijt gij gepantserde helden, scheldt ons dan ook in deze uwe mogendheid en verzoekt ons niet, van uw „heilige oorlogen" achteraf een knikkerspelletje te maken.

We hebben nog meer over deze dingen te zeggen, en komen dus, hopen we, erop terug.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Voor onze emigranten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's