GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een eerste proeve van de „techniek van het bezwaard zijn"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een eerste proeve van de „techniek van het bezwaard zijn"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de dagen van hoogspanning der kerkelijke uitdrijvingsmanie heeft ondergeteekende enkele brochures geschreven, in ééne waarvan over de vraag" gehandeld werd, hoe het zou moeten, als men een bepaald besluit niet kon aanvaarden. In dat verband sprak ik van de „techniek van het bezwaard zijn". Later werd de uitdrukking overgenomen. Maar tot nu toe bleef ons de gelegenheid bespaard, om proeven van zulke techniek te zien geven. We hadden rijken zegen ontvangen en vonden het weer eens féést.

Thans echter heeft de door ds M. de Goede gepraesideerde kerkeraad ons een eerste proeve van de bedoelde techniek gegeven. Hij heeft uitgesproken, het besluit van de amersfoortsche synode (om, gelet op • de wonderlijke handelingen en vooral niet-handelingen der deputaten-Ridderbos, waar dezen toch niets zakelijks wilden dan maar geen nieuwe deputaten te benoemen ter voldoening aan het verzoek van de synodocratische synode van 1946) niet voor vast en bondig te houden.

De kerkeraad heeft daarbij een lang stuk gepubliceerd, ter motiveering.

We hebben particulier, misschien wel als lid der synode, of als prae-adviseur, dit stuk ontvangen; niet voor ons blad. We wilden dan ook eerst volstaan met schrijven aan den utrechtschen kerkeraad, stel, dat we daartoe lust zouden gaan gevoelen. Maar inmiddels bleek, dat het stuk is gepubliceerd in hetzelfde orgaan, dat zich kenmerkte door warme verdediging van Oosterbeek, en van het voorstel-Ridderbos (Amersfoort) inzake het komen tot „hereeniging" langs den miserabelen weg, dien dr Ridderbos ten onrechte noodweg noemt, en die in geen geval goed wezen kan. Het blad staat onder redactie van ds B. A. Bos.

Indien de kerkeraad gewild heeft, dat dit blad zijn stuk zou publiceeren, en dan speciaal dit blad, dan achten wij reeds op dit punt zijn proeve van techniek-van-bezwaard-zijn mislukt. Zijn voorzitter, ds de Goede, is wel te Oosterbeek geweest, maar dat verhindert 'den kerkeraad niet, om óf geen enkel blad, • óf alle bladen de „gunst" te geven. Heeft de kerkeraad het niet gedaan, en ds de Goede ook niet, dan kan de kerkeraad zien, welke reacties zijn proeve opwekt. Hoe het zij, nu het eenmaal gepubliceerd is, zullen wij ons voornemen wijzigen, en er ook maar over schrijven.

Ter voorkoming van misverstand: feitelijk betreft ' dit stuk den kerkeraad van Utrecht-Noord-West. In Utrecht zijn twee kerken.

• Vooreerst iets over enkele voorafgaande opmerkingen. De kerkeraad haalt er dingen bij, die wel geschikt zijn, de zaak in de persoonlijke sfeer te brengen, maar niet veel heil stichten.

Vooreerst drukt het hem, dat in de synode van Amersfoort twee deputaten-voór-samenspreking benoemd werden in Commissie I, want deze commissie moest juist over het agendumpunt der samenspreking advisee'ren.

We kunnen voor dit bezwaar niet veel voelen. Ds de Goede, voorzitter van den kerkeraad, en lid der synode, heeft er ook geen woord over gerept. Ik geloof er geen woord van, dat zoo iets verkeerd is. Juist omgekeerd: die twee, die de critiek op hun volbrachte wérk' rustig aan anderen overlieten, konden de commissie — waarin zij maar twee waren — adviseeren over de toekomst. Ik geloof ook niet, dat zoo iets • te vermijden is: heel wat werk draait telkens weer op dezelfde schouders neer; de krachten zijn weinige, en onwillekeurig krijgen we weer dezelfde menschen te hooren, hoewel telkens weer in andere combinaties gelukkig, over dezelfde zaken. Eén voorbeeld slechts. Ds de Goede was lid van commissie ni. Heeft hij er erg onder geleden, dat de zendingszaken daar behandeld werden onder voorzitterschap van ds D. K. W i e 1 e n g a, nauw bij de zending en zendingsdeputaten betrokken? Ik niet. Maar de kerkeraad van ds de Goede dan toch zeker wel? Die kerkeraad laat zich toch niet door stemmingen van een moment beheerschen ? Hoogleeraar-lid van deze commissie was p r o f. - H o 1 w e r d a, die in de synode van Gronin, gen zich zeer intensief met de kwestie-Goossens ingelaten heeft, ook als rapporteur. Heeft ds de Goede erg veel last gehad van prof. Holwerda's aanwezigheid? En wil zijn kerkeraad, dat wij het zendingsrapport van ds M. de Goede zullen beginnen aan te kijken met een boos oog, omdat we het „onvoorwaardelijk afkeuren" (!), dat twee bij de voorhistorie der zending betrokkenen lid van commissie Hl waren? Dit geredeneer valt ons van een kerkeraad een beetje tegen. Dat zijn maar twee voorbeelden. We gelooven, dat de kerkeraad hier te gauw geteekend heeft wat misschien beter als gelegenheidsargument ware op zij te schuiven geweest uit het hem voorgelegde concept. „OnvoorwaardeUjk afkeuren", het is gaUw gezegd; maar ik weet, dat de kerkeraad van Utrecht-Noord-West geen commissies z o u k ü n n e n s ann en stellen van een synode, als zijn opvatting van dézen keer daar eens zich zou mogen doen gelden in de keuze der over de commissies te verdeelen leden. .

Een volgend nummer doet meer opgeld nog — bij bepaalde belahgstellenden. Dat is de benoeming van ondergeteekende als rapporteur van comjoiissie I inzake dat ééne punt samenspreking. De kerkeraad vergeet dit laatste erbij te zeggen, hetgeen op onkundigen een verkeerden indruk maakt.

Het argument vind ik niet fraai. Vooral niet van een kerkeraad. Een hoogleeraar is „niet door de Kerken tot de Generale Synode afgezonde n". Weizoo, en is het daarom „onvoorwaardelijk af te keuren", als hij op één punt van de commissie rapporteert?

In de eerste plaats: de professoren worden krachtens besluit van de kerken u i t g e n o o d i g d te komen. Het is niet overbeleefd te zeggen: u is niet gezonden (wat natuurlijk alleen zou kunnen als zij ouderling waren of dienstdoend predikant) en daarom moet u maar u vergenoegen met een soort van minderwaardig lidmaatschap in een c o m - .missie, ] waarin we u toch maar benoemen. ] Niet gezonden? Nonsens. Wel degelijk benoemd. De kerkeraad ziet hier de dingen scheef. Een hoog­ i leeraar wordt uitgenoodigd om de synode advies 1 te geven. Dan wordt hij, ongevraagd, benoemd, 1 benoemd in een commissie. Zoo'n commis--'sie 'f kan niets beslissen. Zeisadvies-( commissie, meer niet. Doch in die commissie zijn de ] professoren doodgewone leden; en kunnen dus ook de > ] pen op papier zetten, als dat wordt opgedragen, - om 1 te zeggen: zóó en zóó denkt deco mm i s s i e ( erover. De kerkeraad weet het misschien zoo niet, i maar ds de Goede kan het wel weten: het gaat soms i in zoo'n commissie zoo toe, dat men toch aan de pro­ i fessoren vraagt: hoe denkt u daarover? Als ze dan 1 toch eerst moeten adviseeren, hoe het h.i. zou moe­ 1 ten, en soms dat nog formuleeren ook, wel, dan

kunnen ze soms heel wat tijd besparen voor zich, en de commissie, en de sjmode, als ze dan maar zelf op papier zetten, wat anders''een ander van hen min of meer moet overnemen. We zullen geen voorbeelden noemen, maar 'wilden graag een beetje meer courtoisie.

Trouwens, heel. die vrees voor-professoren is maar nonsens. Men kan ze toch de baas? Ds de Goede heeft toch kunnen zeggen wat'hij wilde op de synode, ook tegen ondergeteekende ? Niet de controleerbare aanwezigheid van professoren is een gevaar; maar de slappedanigheid van synodeleden, die hun woorden slikken al zijn ze ook daverende onzin (1942—44), of bij voorbaat zich er tegen schrap zetten, ook al kunnen ze er niet tegen op met argumenten. Béide zijn vormen van slapheid. En 'wie de professoren laat weggaan, wel, die krijgt gekonkel a c h t e r de schermen terug. Er zijn nu eenmaal synodeleden, die niet op eigen beenen "kunnen staan (we wisten vroeger b.v. precies wie de spreekbuis was van prof. A. of prof. B., als die het wenschelijk vond, niets te zeggen of weg te büjven). Die loopen dan toch rond met een advieS van een hoogleeraar. Dan kunnen de anderen, als ze erbij zijn, tegenwicht vormen. Zoo ze weg zijn, krijgen de diplomaten achter de schermen, in een verdiplomatiekte periode, precies wat ze hebben 'willen. We hadden het nog goed; het gevaar ligt al weer voor de deur; en ik verklaar rustig, dat de kerken beter alle professoren tegelijk kunnen hebben, en aan het woord kunnen laten komen, dan hen weg te laten van de vergaderingen, en voorts te beleven dat er door enkelen langs niet controleerbare wegen toch advies gegeven wordt. Zoo zij het niet aanbieden, het wordt toch gevraagd.

Overigens is voor wat dit geval betreft, de opmerking van Utrecht vrij onvruchtbaar.

Want tegen „invloeden" is toch niet te waken. En „invloeden" komen heusch niet alleen van professoren. De telefoon heeft ook met anderen • aansljiiting. Voor mij is de hoofdzaak: geeft iemand zijn adviezen onder controle. En het geharrewar over professoren ter synode is een beetje zoo, dat ik er liever geen woord voor zoek, al kan ik er wel een vinden. Ik hoor daar meer stemmingsmuziek in dan den kerken nuttig is. En ik weet, dat een synode, die nu eenmaal a u t o m a t i s c h krachtens haar samensltelling, naast prachtige kerels (ik heb me ook dezen keer over veler capaciteiten verbaasd) ook altijd er hebben zal, die niet op de hoogte k u n n e n zijn van de soms zware zaken (hoeveel moeite kost het mezelf? ? ) er alleen maar mee geholpen is, als er ook adviseurs bij zijn, die niets hebben te beslissen, maar wel wenken kunnen geven. Stuur ze weg, en laat de zaken over aan de favorieten achter de schermen (professoren of agitatoren, semi-publieke of publieke), en de corruptie keert terug. Met de noodige ongelukken.

Maar juist daarom had ik gewild, dat de kerkeraad van Utrecht-Noord-West kop en staart van zijn missive een beetje secuurder had bekeken. Zoo kop, zoo staart. Beide even unheimisch.

Want, wat dien staart betreft: daar staat een deftig citaat van Voetius bij. De kerkeraad verzuimde erbij te zeggen waar hij het gevonden heeft: ik wou het wel eens graag controleeren. Zou ik het mogen weten? Het komt bij hem zeker niet van — een adviseur, die intellectueele overmacht in de schaal wierp. Welnu dan, hier is de staart: „De kerkeraad herinnert zich het woord van Voetius, dat, indien de meerdere vergaderingen hun MACHT (!) mochten gebruiken tegen de Schrift, de FUNDAMENTEEL kerkeüjke wetten, de Kerken die besluiten niet moeten aannemen, die niet ter uitvoering moeten overgeven, maar die in het midden moeten laten, of ze verscheuren, ja, indien zij dat door alle, of althans de meeste stemmen zouden kunnen verkrijgen, de besluiten der vorige samenkomst, door een nieuwe samenkomst uit alle kerkeraden moeten laten verbeteren".

Dat staat er heusch allemaal.

Hun „m acht" gebruiken. Dat vind ik een leelijk woord. Het klopt niet oip de synode van Amersfoort. Ik neem dat woord kwalijk. Ik heb ds v. Dijk daar zien worstelen en ds de Goede heeft hem hooren bidden. Ik heb daar geen „machts"-gebruik gezien. Ik heb daar in andere kategorieën zien denken. „Macht gebruiken"? ? Wie houdt er vandaag conferenties van „vrienden" van een bepaald blad? -En wie spreekt daar?

En dan: fundamenteel kerkelijke wetten, waartegen macht gebruikt is? Hier slaat de stem door. Omdat we ons niet op sleeptouw laten nemen schenden we fundamenteele kerkelijke wetten? Omdat we kerks cheurders niet met ons laten spelen, schenden we de wetten der Kerk ?

De stem van Voetius, slaat die soms door? Neen, die van Utrecht. Ik zou den scriba van Utrecht dankbaar zijn, als hij mij eens de plaats noemde, waar het woord van Voetius staat, dat de kerkeraad zich herinnert. Ik beloof hem: één ven beide:

ik toon aan, dat dit citaat van Voetius op het Amersfoortsche past als een tang op een varken, — of:

ik doe openlijk boete over dit woord, als ik zei, dat het niet Voetius' stem, doch die van dit stuk was, welke uitschoot.

Volgende week meer, tot onzen spijt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Een eerste proeve van de „techniek van het bezwaard zijn

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1949

De Reformatie | 8 Pagina's