KERKNIEUWS

Beroepen te: Opende-Surhuisterveen, I. van Til te Hoek. Stadskanaal—Stadskanaal-Pekelderweg, P. Lok te Zaamslag.

Bolnes-Sllkkerveer, K. J. Kapteyn te Haulerwijk. Grootegast, C. v. Venetië te Wormerveer-Koog-Zaandljk.

Aangenomen naar: Almelo-Nijverdal, P. P. Pels te Blija.

Bedankt voor: Meppel, J. J. Arnold te Vrouwenpolder.

— MAARTENSDIJK. Adres Kerkeraad: L. Knoppers, Grothelaan 4, Groenekan.

— TIEL. Adres Kerkeraad: H. Seholtus, Hilversumstraat 7, Tiel.

— RUNSBURG. Adres Kerkeraad: W. L. Heemskerk, Vliet N.Z. 1. Tel. K 1718—2085.

— AFSCHEID EN INTREDE. Wegens vertrek naar Urk nam ds W. H. de Boer afscheid van Stadskanaal-Pekelderweg met Luk. 11 : 49—52.

Na bevestiging door ds A. I. Krijtenburg van Bilthoven deed ds M. A. J. v. Putten, gekomen van Twijzel, Intrede te De Bilt-Maartensdijk met Joh. 8 : 12.

Na bevestiging door ds Joh. den Ouden van Harkstede met Ef. 1 : 15—30, deed ds K. Drost, gekomen van Loppersum, intrede te Veendam met 2 Kon. 6 : 1—7.

Ds W. Vreugdenhil van Hardenberg is voornemens op Zondag 13 Nov. a.s. D.V. afscheid te nemen van zijn gemeente. De intrede te 's-Hertogenbosch is bepaald op Zondag 20 November a.s., na bevestiging door zijn broeder, ds D. Vreugdenhil van Zwolle.

Ds H. Veltman te 's-IJertogenbosch is voornemens, wegens vertrek naar Zeist, D.V. Zondag 23 October afscheid te nemen van zijn gemeente.

— ART. 8 K.O. Br L. A. F. Godschalk van Utrecht heeft van de Classis Utrecht-Breukelen attest ontvangen om zich naar art. 8 K.O. bij de Part. Synode te presenteeren.

— VEREENIGING VAN PREDIKANTEN BIJ DE GEREF. KERKEN IN NEDERLAND. De penn., ds F. de Vries, Wassenaarscheweg 129 te 's-Gravenhage, verzoekt den leden, die hun contributie over. 1949 nog niet betaalden, deze voor 1 Nov. a.s. op zijn postrekening nr 47113 over te schrijven. De contributie bedraagt f 1.50.

— ZENDING. De Classis Zeeland sprak in haar vergadering van 11 October j.l. uit, dat de kerken in de classis Zeeland in de toekomst wenschen te komen tot samenwerking met de kerk van Drachten en de kerken van Friesland tot den zendingsarbeid op West-Borneo (Daerah Istemewa Kalimantam Barat), en besloot: a) over deze materie contact op te nemen met de classis N. Brabant-Limburg van „De Gereformeerde Kerken in Nederland", teneinde te komen tot een overeettkomstige uitspraak van de Part. Synode van het Zuiden;

b) van dit voornemen kennis te geven aan de classis Drachten en Leeuwarden, de Part. Synode van Friesland, de Kerk van Drachten en de Gen. zendingsdeputaten.

— MISSIONAIR DIENAAR DES WOORDS. Ter vergadering van de Classis Groningen werd gehandeld over de vraag, welken weg broeder Agema van Groningen zal hebben te gaan tot het eventueel beroepbaar gesteld worden in onze kerken, opdat hij als Missionair Dienaar des Woords naar een Zendingsveld zal kunnen worden gezonden. Over deze vraag werd breed gediscussieerd. Ds D. V. Dijk gaf eerst in verband met deze vraag een heldere en oriënteerende situatieteekening. Tenslotte waren er drie voorstellen. Er was een voorstel van ds Stel, luidende: De classis, gehoord de zaak van broeder Agema om te komen tot uitzending van Missionair Dienaar des Woords naar Indië, in rekening brengende, dat we hier te doen hebben met een examinandus, die niet heeft gestudeerd aan de Theologische Hoogeschool (zie Acta Amsterdam 1892 enz.) spreekt uit het wenschelijk te achten de hoogleeraren te verzoeken met broeder Agema een colloqulm doctum te houden om na verkregen goed getuigenis over te gaan tot het praeparatolr examen. De kerk van Groningen stelde voor: Broeder Agema, gelet op den bul, dien hij in Barmen heeft gekregen en op het getuigenis van de hoogleeraren na een met hem gehouden colloqulm doctum toe te laten tot het praeparatolr examen. De kerk van Helpman stelde voor Broeder Agema te adviseeren den weg te gaan van artikel 8. Na gehouden stermnlngen bleek het voorstel van ds Stel te zijn aangenomen. Een schrijven zal gezonden worden aan professoren met het verzoek broeder Agema zoo spoedig mogelijk te onderzoeken en ons een getuigschrift toe te zenden.

— „KERK EN ONDERWIJS". Voor een vereeniging • te Kampen heeft drs H. M. Mulder, lector Theol. Hoogeschool, volgende stellingen verdedigd:

1. De bijna 100-jarige historie der Chr. scholen biedt een getrouwe weerspiegeling van de reformatorische en deformatorische tendenzen in de Kerk. Bronnen: Gedenkboek: Van Strijd en Zegen; Kuyper, Pro Rege, III, p. 174 vjg.

2. Dit spruit voort uit het nauwe verband tusschen Kerk en onderwas op de scholen eenerzijds:

a. het onderwijs op de scholen beoogt de kinderen te vormen met het oog op de vervulling van hun levenstaak in de maatschappij;

b. getrouwe vervulling van die taak houdt in gehoorzame volbrenging van de opdracht Gods tot ontplooiing der in fle schepping aanwezige krachten en is een wezenlijk bestanddeel van „den eenigen troost". Gen. 1 : 28; 2 : 15; Rom. 8 : 14; 12 : 1 en 2. H. Cat. Vr. 1.

c. Op een school waar bekwaniing tot zulk een vervulling wordt beoogd, kan voorbereiding voor de taak in de maatschappij nimmer worden losgemaakt van den Dienst des Woords. Rom 10 : 17. N. Gel. Bel. art. 24; Vgl. Schilder: hristus en Ciütuur; Zie daarentegen Kuyper, Pro Rege II p. 180; C. Bouma, Bijb. Hb. II p. 35; Spr. 1:7; 9 : 10; Ps. 111 : 10; Ps. 36 : 10.

3. Anderzijds:

a. De Kerk werkt door de prediking het „geloof, dat door dè liefde werkt". Gal. 5:6; N. Gel. Bel. art. 24.

b. De Kerk is de gemeenschap der heiligen, d.w.z. dergenen, die „zich oefenen In de werken, die God in Zijn Woord geboden heeft" (art. 24).

Woord geboden heeft" (art. 24). c. De Kerk handhaaft de rechten van den God des Ver-, ' bonds door te vorderen de belofte, dat de kinderen worden onderwezen „in de voorzeide leer".

4. Toch vertoonden in den regel de scholen niet een kerkelijk karakter:

a. in verband met de moeilijkheden om tot schoolstichting te komen;

b. vanwege den invloed van de mannen van het Réveil; , c. omdat de kerkelijke situatie geheel anders was dan tegenwoordig.

5. Naar eisch der H. Schrift moeten echter aan de kinderen des Verbonds de geboden des Heeren worden onderwezen (Deut. 4 : 10; 6:2, 7; 11 : 19; Ps. 78 : 5 vlgg»; Eph. 6:4) en wel

a. zonder daarvan af, of aan toe te doen: eut. 4 : 2; b. aangedrongen door de vermelding van de zegenrijke en ontzagwekkende daden des Heeren: eut. 11 : 2—7; 6 : 20—25; Ps. 78 : 4.

6. Daarom moeten de scholen in hun onderwijs de kinderen onderrichten omtrent de Kerk naar de klare taal van Schrift en BeUjdenig, omdat (afgedacht van hetgeen voortvloeit ten dezen uit 2 en 3):

a. het onderhouden van de eenheid der Kerk door God geëischt wordt: ph. 4 : 12; Hebr. 10 : 25; N. Gel. Bel. art. 28;

b. alleen dan de zegenrijke en ontzagwekkende daden des Heeren ten volle worden, verhaald;

c. in den tijd, waarin we leven, het bewaren van de. gemeenschap der Kerk de inzet moet zijn in den strijd, tegen den vorst der duisternis.

7. De verantwoordelijkheid voor het geven van schriftuurlijk onderwijs aan het Zaad des Verbonds rust op de ouders, omdat a. God in Zijn Woord hen verantwoordelijk stelt: x. 13 : 16, Deut. 6 : 7, Ps. 78 : 5; Eph. 6:4; b. zij zich onder eede verbonden hebben hiertoe bij den Doop.

8. Het is de roeping van den Kerkeraad in de anibtelijke bediening de ouders te houden aan de door hen afgelegde belofte bij den Doop; a. door in den Dienst des Woords hen te onderwijzen in de beteekenis van deze belofte in verband met den tijd, waarin God hen en hun kinderen plaatst; b. door in huisbezoek onderzoek te doen naar het nakomen van de afgelegde belofte; c. door by het constateeren van nalatigheid in het vervullen der belofte leiding te geven' bij het zoeken naar middelen om eventueele moeilijkheden weg te nemen en bij gebleken mogelijkheid inlossing der belofte te verlangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen