Een schoon geschenk voor onze catechisaties

Er heerscht in den paedagogischen, methodologisohen, didacticalen hof van ons vaderland — net als in die van het buitenland — zeer veel drukte! Ook in den kerkelijken hoek daarvan. Er wordt daar tenminste hevig gekakeld. Veel minder wordt er evenwel gebroed. En eieren, goede, voedzame eieren, kan men er maar zeer zelden rapen!

Maar nu is er één gelegd. Een prachtexemplaar!

Mij werd toegezonden een simpel boekje. Boersma in Enschede geeft het uit. Met groot.e letters staat er op: De Heidelberger Catechismus, terwijl er met kleine letters op volgt: Ten dienste van alle catechisaties, scholen en studievereenigingen door R. H. Bremmer en G. Visee.

Dat klinkt allemaal heel gewoon. Zoo iets van: twaa'f in een dozijn. Maar zoo staan de zaken met dit boekje toch niet! Want de oude, altijd jonge Heidelberger, „de eeuwige jeugd van Heidelberg", om met Dr Oorthuys te spreken, is door deze beide mannenbroeders in een „nieuwen vorm" gegoten, maar — het klinkt bijna paradoxaal — zonder er iets aan te veranderen. De Kamper en de Zwolsche dominee hebben n.l. de vragen en antwoorden van den catechismus in „versvorm" gesteld en zoo laten drukken!

Het is zoo iets als het ei van Columbus.

Wat is er al niet geklaagd, dat de archaïstische, naar het Latijn riekende zinnen van het officiëele leerboek der kerk zoo moeilijk zijn te memoriseeren. En wie zal het ontkennen? Vooral als de „hope der kerk" de massieve antwoorden uit een klein psalmboekje, met zijn smalle kolommetjes en fijne letters, het geheugen wil indragen is dat een zwaar karwei.

Maar door het mooie werk van Ds Bremmer en Ds Visee wordt deze haar opgelegde taak thans aanmerkelijk verlicht. De oude catechismus gaat er met dit boekje „als koek" in. Ik heb dat van nabij ondervonden. Ds Visee gaf wat nu in dit boekje staat, eerst successief in de Kamperkerkbode. En ik hoor nog een klein catechisantje toen ze haar „vraag" moest leeren en de kerkbode niet kon vinden, in kinderlijke wanhoop uitroepen: Ik kan de vragen alleen uit de Kerkbode leeren! Is dat niet de hoogste lof, welke men dit boekje toezwaaien kan?

Maar deze „Catechisriius" heeft nóg een bijzondere verdienste.

Wanneer men het boekje inziet, bemerkt men, dat bepaalde gedeelten van de antwoorden van den catechismus vet zijn afgedrukt. Die vette gedeelten, dat bespeurt men al gauw, zijn met groote zorg gekozen. Ze geven de kerngedachte van het antwoord weer. Het is nu de bedoeling van de schrijvers, dat deze vetgedrukte gedeelten door de kleine catechisanten zuUen geleerd worden. Later kunnen ze dan de rest daarvan, om deze kern gegroepeerd, daaraan als het ware vastgehaakt, van buiten leeren.

Inderdaad, ook deze „bewerking" van de antwoorden is een pracht-vondst. Vaak is gevraagd op welke wijze een geleidelijke overgang van de „leerstof" der jongere catechisauten naar die der ouderen kan worden verkregen. Gewoonlijk liet men de kleine jongens en meisjes een eenvoudig boekje gebruiken, terwijl men daarna de ouderen den catechismus liet memoriseeren. Maar het groote bezwaar tegen deze methode is, dat op deze wijze alle geheugenarbeid, die door de catechisauten van 10—14 jaar is verricht, practisch waardeloos wordt en verdrongen moet worden, door wat later in het geheugen wordt gezet. En dat, terwijl men wat men in zijn jongere jaren uit het hoofd leert, veel en veel beter onthoudt, dan wat men later memoriseert.

Op buitengewoon practische en eenvoudige wijze heeft nu het boekje van Ds Bremmer en Ds Visée dit probleem opgelost. Als de kinderen de kern der antwoorden er grondig in hebben, kunnen ze later de rest er makkelijk bij leeren. En het slot, waar iedere catecheet toch op aan moet en wil werken, kan zijn dat de jonge leden der kerk den ouden Heidelberger werkelijk kennen. En er hun leven lang van kunnen genieten.

Het kan niet anders of alle catecheten zullen schoone geschenk gretig aannemen. dit

Ik geef als slot van dit artikeltje een proeve van bewerking. En wel vraag 54:

Wat gelooft gij van de heilige, algemene Christelijk Kerk?

Dat de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht Zich een gemeente — tot het eeuwige leven uitverkoren — door Zijn Geest en Woord in enigheid des waren geloofs van het begin der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt; en dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen