GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over de nuttigheid van den Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de nuttigheid van den Catechismus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het leeren van den Catechismus heeft velerlei nut. In de allereerste plaats denken we natuurhjk aan den zegen, die e; r in den kennisinhoud van da; t leerboek zelve gelegen is: de kennis van de drie stukken, die ons van noode zijn om welgetroost te leven en zalig te sterven en de kennis van de drie „hoofdsommen: het geloof, het gebod, het gebed".

Maar afgedacht van wat inderdaad het belangrijkste en het eigenlijke doel van het catechismusonderricht is, de kennis van „de verborgenheden des HEE­ REN" brengt het bezig zijn met den Heidelberger nog velerhande andere vrucht.

Het is er mee als met het onderwijs in den Bijbel, Hoe ongewoon verdiept die dagelijksche bijbelles op de School met den Bijbel de historische kennis en het historisch besef onzer kinderen: de Schrift brengt zo al vroeg 'met «ude volken, oude landen, oude culturen, oude zeden en gewoonten, met een geheel andere dan de fauna en flora van het eigen vaderland in aanraking, met de zeldzaam schoone poëzie van liet psalmboek. Daar gaat het bij het onderwijs wel niet om, maar dat krijgen ze, wanneer hun Gods groote werken uit de Schriften verhaald worden, toch mee. Zoo is het ook met den Catechismus.

De Leidsche Hoogleeraar Bolland, die nogal geruchtmakend in de eerste decenniën dezer eeuw de Hegeliaansche wijsheid — zij het dan „op z'n HoUandsch en BoUandsch" naar hij placht te zeggen — in de Sleutelstad doceerde, placht zijn studenten te waarschuwen voor lichtvaardig aanknoopen van een debat met menschen, die den Heidelbergschen Catechismus hadden geleerd: „die zijn — zoo onderwees Bolland — in het denken getraind". Die hadden volgens hem geleerd te vragen: „Waarom is dat zus? En waarom is dat zoo? Wat beteekent dit? En wat beteekent dat? En als dit zus is, waarom is dat dan zoo? "

Ongelijk had de Leidsche „Hegelaar" niet.

Daar zit wat in dien Catechismus!

Zijn taal houdt ook den band aan het verleden vast! Tien tegen één, dat jongens en meisjes, die den Bijbel en den Catechismus geleerd hebben, veel gemakkelijker dan hun „natuur-en lotgenooten" van scholen, waar men dat onderwijs niet kent, doordringen in de schatten van onze vaderlandsche letterkunde. Bij hèn is er nog eenige kans, dat ze naar Vondel en Huygens en Hooft en Brandt, naar Van Lennep's romans en naar Hildebrand's Camera grijpen. Het asfaltkind, dat vandaag bij film en beeldroman opgroeit, wordt — worteloos en los van het verleden — een sneller prooi van de revolutie, die slechts in een ook historisch ontwortelde wereld kan slagen.

Er zijn vandaag zelfs litteratuur-critici, voor wie het leefren van den Catechismus niet onnut zou zijn geweest. Een van hun gilde besprak onlangs in Elsevier een tweetal romans. Hij herinnerde aan de uitspraak van Daatje Leevend in de schepping van Wolff en Deken: Willem Leevend, die in een van haar brieven aan Tante Martha de Harde uitlegde, wat toch wel een roman was: , , een versierde historie". Blijkens het vervolg vat de heer J. W. Hofstra.die definitie op alsof er stond: „een opgesierde historie", een échte historie dus, voorzien van de noodige „versierselen" om een roman te worden. Zooiets dus als waarvan Hildebrand sprak, toen hij het had over „een neus van verbeelding op een gezicht van werkelijkheid". Had die mijnheer Hofstra nu maar den Catechismus geleerd, dachten we zoo. Dan zou hij op de vraag: „Wat is afgoderij" het antwoord uit het hoofd hebben moeten leeren: „Afgoderij is in de plaats des eenigen waren Gods, die zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, iets anders versienen of hebben, waarop de mensch zijn vertrouwen zet". En een voetnootje in het vragenboekje of een dominee, die zijn taal gekend had — het valt met de taalkennis van dominees soms mee, Mijnheer! — zou hem kunnen vertellen, dat „versieren" in den tijd van den Catechismus en ook nog in de dagen van Betje Wolff zooveel beteekende als „verzinnen" of , , fantaseeren".

Jammer, dat andere scribenten in Elsevier den Catechismus blijkbaar vergeten hebben. Zoo de Haagsche emeritus ds A. G. Barkey Wolf. Want deze predikant hoorde in St. Pauls in Londen een „leekepreek" van den staatsman Sir Stafford Cripps. „Bij allen" — ook bij ds B. W. — „was er dien avond een 'gevoel dat hij het goed had gedaan". Msiar toen wij het verslag van deze „leekepreek" lazen, dachten wij weer eens aan onzen ouden Catechismus. Sir Stafford had gezegd: , , Wat wij noodig hebben is de controle van den geest in onze dagelijksche werkzaamheden, zooals Christus ons geleerd en in zijn eigen persoon gedemonstreerd heeft". Maar beter dan deze humanistische wijsheid leerde de Catechismus èn ds Wolf én mij, dat onze Heere Jezus Christus de Middelaar is, „die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid en een volkomen verlossing' ge schonken i s".

Intusschen vond ook ds Barkey Wolf, dat zijn synode de „rechte leer" moest handhaven. Niet tegen hèm natuurlijk.

P.S. Iemand deed ons weten, dat in de beschrijving van de Valkenjacht in het grafelijk Den Haag eenige historische onjuistheden voorkwamen. Wij wisten dat óók wel. Maar ze bedoelde niet een kroniek te zijn. Dat was nu „een versierde historie".

D. E. C.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Over de nuttigheid van den Catechismus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's