Boekbespreking

EN NU ALLEMAAL! Zangbundel voor de Christelijke gezinnen en vereenigingen, samengesteld door D. W. L. Milo met medewerking van verscheidene bekende musici. - Oosterbaan & Le Cointre, Gfoes, 1950.

Soms vallen van die boeken je deur binnen, waarvan je zegt: hé - maar dat is nou eens góéd. Zoo iets overkwam mij toen ik zooeven dezen bundel ontving.

Misschien zou ik de „standing" (hm, hm) van „ons blad" meer tot gelding gebracht hebben, als ik gezegd had: redacteur, u bent geen musicus, kent geen muziektheorie, zoudt in elk conservatorium voor elk examentje zakken, — geef dus dit boek in handen van een vakman. Jawel.

Maar daar is nog een andere kant aan de zaak. Je hebt nu enkele tientallen jaren van meeleven een kijk op „ons volk" gekregen. Je hebt gezien, hoe moeilijk het is, vroom te zingen en te laten zingen. Soms leidt de poging tot een zingen, dat de dames Wolff-Deken gal laat spuwen (zeker, zeker, ze begrepen er ook geen steek van, maar dat was voor een deel toch ook gevolg van haar omgeving? ). Een anderen keer leidt ze tot een reactieve uitbarsting van jolijt, die zegt: „Iaat ons fuiven" (vertaling voor het volk: „laat ons .goede sier maken", — historisch, en die het zóó „vertaalde", was een fijne geest en heelemaal het tegendeel van een volksverlakker). Een derden keer voert ze tot een bombardement van liederen, die „bij ons volk" (of „bij één onzer standen", b.v. den voormaligen „academischen stand") „inheemsch" zijn: rijp en groen erin, vroom en slecht erin, fijn en grof erin, want het is een stands-privilege te kunnen schiften, al glimlachende. En al die dingen bewijzen, dat „zingen" ons zwakke plekje is. En dat we den „stijl" kwijt zijn.

En nu komt daar ineens een bundel op onze tafel liggen, die, zoover ik zien kan, góéd is. „Goed" is meer dan „best". Een uitgaaf, die modem is in den goeden zin van 't woord. Mooie band. Geslaagde jaquetteekening. Doe je het boek open, het blijft op de plek, die je gezocht hebt, open liggen. Duidelijke druk, muziek en tekst. Uitstekend papier. En de inhoud? Die laat zich meteen kennen uit de titels der drie deelen: eel I: wWoordisdewaarheid (Joh. 17 : 17). Psalmen en Schriftberijmingen èn belijdende liederen. Deel Tl: es Heeren werken zijn zeer groot (Ps. 111 : 2): atuur-en arbeidsliederen, historie-en ValeriusUederen, liederen van land en volk. Deel IH: eniet het leven al de dagen uws ij delen levens welke God u gegeven heeft: iefdesliederen, ontspanningsliederen, liederen voor moeder en kind (ook enkele Zuid-Afrikaansche daarbij). Hoe ver de boog zich spannen laat, ook onder den titel van deel Hr, leert nr. 146:

Ek ken 'n melodietje, so menslik en so rein, dat heel mij siele saam-ween, saam met die liedjie klein. Die liedjie is so simpel, dat eik-een dit verstaan: 'n Kindje is vanavond sach naar die Heer gegaan. Ek ken 'n melodietje van onse sterflikheid. Maar o, die moederliefde Most glo^) an d'ewigheid.

1) gelooven.

Met dezen bundel ben ik heel blij; en ik vermoed, dat binnenkort de dominees en candidaten, die „uit preeken gaan", hem bij „ons volk" op het orgel zullen aen staan: want daar hóórt hij.

Mocht de Heer Milo kunnen voldoen aan mijn verzoek, dan zou ik dankbaar zijn, indien hij in ons blad zelf iets over dezen bundel wilde schrijven ter aanvul­ling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen