GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Richting" en „beweging"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Richting" en „beweging"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

We hebben enkele losse opmerkingen gegeven ten bewijze dat zoowel „richting" als „beweging" termen zijn, waarmee iedereen zoo ongeveer alles en nog wat kan beginnen. We lieten dan alleen nog maar enkele theologen spreken. Speurt men de lectuur van wat vroeger „ethisch" heette na, en die van auteurs van het type-Baarslag — leverancier van sommiger preekmotieven •— dan ontdekt men een nóg soepeler hanteering van beide termen. En als men dan terecht komt bij de f i 1 o s o fi s e h e woordenboeken — kijk alleen maar eens Eisler na — dan is het hek heelemaal van den dam. Men kan over „richting" en „beweging" uren lang praten, suggestief genoeg voor den huldigen „léven-is-zwéven"-man, en toch niet anders gepraesteerd hebben, dan hem met zichzelf toch nog met het bekende kluitje-in-het-riet manipuleeren.

Het komt maar op het manipuleeren dat maakt altijd den indruk van sturen. aan;

Komen we nu terug tot de Kamper toespraak, die de aanleiding werd tot onze artikelen over het richting-beweging-thema, dan meenen we, dat de vaagheid van beide begrippen ook daarin overal het betoog drukt.

De spreker meende, dat in den door hem gerepraesenteerden kring „een kritisch-ingestelde aandacht voor het eigen Gereformeerd-z ij n aan den dag treed t". Het is dus de kring, die in 1944 alle preekstoelen heeft beschermd a la preekstoel-Noordeloos, en a la katheder-Oudestraat.

Wat betéékent dat nu: k r i t i s c h —i n g e-stelde aandacht? Aandacht is natuurlijk altoos „kritisch"; anders wordt het „kijken" inplaats van „zien"; of hoogstens „zien" zonder „bezien". Die „kritisch-ingestelde" aandacht moet er dus a 11 ij d zijn. Dat heb ik tenminste begrepen uit de in 1936 zoo fel „verdedigde" roeping tot „zelfonderzoek". De uitspraak van den spreker, dat er „t e g e n w o o r-d i g" zoo'n kritisch-ingestelde aandacht is „voor het eigen gereformeerd-zijn" zou dus hoogstens kunnen beteekenen: vroeger deden we minder aan zelfonderzoek, maar in den laatsten tijd doen we daar weer wat aan.

Als de spreker op juiste wijze refereerde, dan beteekent dat één van beide: de beëindiging van een periode van „geestelijke verlating" (Dordtsche

Leerregels), samenvallende met wederkeer van den Geest der genade; óf iets anders. Dat andere zou dan zijn: zelfonderzoek dat geen zelftoetsing is. Geen zelftoetsing aan normen, die God daarvoor stelde en die neergelegd zijn (ook zelf) in de belijdenisschriften.

Het verschil tusschen zelf onderzoek zonder zelftoetsing (zelfanalysepoging dus), èn zelfonderzoek dat tevens zelf toetsing is, hebben we destijds uitvoerig besproken in onze artikelen — direct na den oorlog — over „zelfonderzoe k". Aanleiding daartoe was de verleden week (artikel „Vaarwel"") even gememoreerde, direct na de vrijmaking tegen ons ondernomen actie van prof. dr G. M. den Hartogh. Die suggereerde het „eenvoudige volk", vooral de „Amenschen", dat het zelfonderzoek bij de vrijgemaakten gevaar liep, een suggestie van dr H. H. Kuyper overnemende. We hebben toen maar eens een rapport gepubliceerd, mede door ons zelf ingediend bij de sjoiode van Sneek-Utrecht, doch door haar begraven in de archieven. Uit dat stof hebben wij het toen maar aan het licht gebracht, opdat ieder zou kunnen zien, hoeveel die suggestie waard was tegenover de ook aan dr den Hartogh uit zijn synodale actetasch bekende nuchtere stukken, voorzoover daar de naam K. Schilder onder stond. We hebben na dien tijd bij ons weten nooit meer iets gehoord over dat rapport. Wèl nog van die suggestie. Suggesties werken sneller dan betbogen.

In dat niet-van-synodewege gepubliceerde ' Rapport hebben ook wij dus onze bijdrage geleverd tot de „k r i-tisch-ingestelde-aandacht" voor het eigen gereformeerd-(d.w.z. christehjk)-zijn. We leefden toen nog met den spreker van den Kamper Oudestraat-Schooldag in één kring. In dat rapport hebben we dus, juist door tusschen „je-zelf-b e k ij k e n" èn „je-zelf-toetsen" scherp te onderscheiden, uitdrukkelijk naar de maatstaven heengewezen; de toetsing moet immers naar vaste maatstaven .geschieden?

Dat beteekent dus: wij praatten daarin niet over een vage „r i c h t i n g", en niet over een onscherp bepaalde „b e w e g i n g", doch over de b e 1 ij d e n i s-schriften, de maatstaven, die als c o n f e s s i o-n e e 1 geredigeerde maatstaven van ons b e 1 ij d e n ook over de maatstaven van ons onderzoeken (!) zelf en hun hanteering spreken.

Wij meenen, dat alleen door het aanleggen van die maatstaven de kritische aandacht voor het „e i g e n" gereformeerd-zijn kan worden opgeheven tot het niveau van zelf beproeving s-arbeid om te komen tot een verantwoord antwoord op de vraag, of het „eigen gereformeerd zijn" een „EIGENLIJK gereformeerd b 1 ij v e n" is, ja dan neen.

Wij gelooven, dat alleen op d i e vraag een antwoord nuttig wezen kan, en zonder gedaas-in-de-ruimte mogeUjk is.

Intusschen heeft de Kamper redenaar onder de door hem besproken litteratuur ter zake van die „critische" zelfattentie dat rapport, door ons afgedrukt, niet vermeld. Hij heeft, wat in zijn kring trouwens usance is, - het afscheid als grondig aangemerkt en voor altijd. Aan samenspreking (ze noemen immers ook schriftelijke bijdragen wel deelneming aan „het gesprek") heeft hij dus voor wat ons betreft, geen behoefte aan den dag gelegd. Ook dat is usance bij de zijnen. Wat daaromheen gemurmeld wordt, heeft weinig substantieels.

Maar wij zullen toch vrijmoedigheid gebruiken om te wijzen op die publicatie onzerzijds. Zij geeft de gronden aan, waarom wij alle geredeneer over „richting" en „beweging" zwevend vinden, zoolang de b e - lij de nis niet op 'den voorgrond geplaatst wordt, a) om te weten, hoe men zijn „kritische aandacht" (op zichzelf gericht) móet leiden, enb) om metterdaad haar goed te leiden.

Wij vinden dan ook, dat hier de wegen zich al dadelijk afteekenen. Het niet UIT de belijdenis spreken, ook over de vraag van het „eigen gereformeerd zijn" schijnt ons bij voorbaat een verhindering, om te ontsnappen aan het gevaar van praten-in-deruimte over „beweging" en „richting". De spreker vond, dat „nuchtere feiten" (hij doelde pp de door hem wèl geciteerde lectuur) „onweersprekelijk aantoonen, dat de zelf KRITIEK" den zijnen „allerminst vreemd is".

Maar ik blijf vragen: wat is gereformeerde zelfkritiek? Antwoord, nog steeds als in dat Rapport: het is zelf toetsing naar de gereform eerde belijdenisschriften. Ik meen, dat in de door hem geciteerde lectuur daar plus minus niets van terecht gekomen is. Men geeft daarin „analyse" (een zeer onbeholpene en bepaald venijnig-onjuiste quasi-analyse van dr J. H. Bavinck voor de Kamper studenten, — toen ondergeteekende was „ondergedoken") over „den nieuwen GEEST" (!!) — (ook al zoo'n vaag modewoord); en over „gevaren en perspectieven" (vaag!) en over „t ij d s s y m p-tomen" (vaag!), en over het optimisme van den één (vaag!) en het sombere geluid (vaag!) van den ander, en over de (cult uu r-phasen-onderstellende!) vraag, of „wij ons zelf overleefd hebben" (Diepenhorst Jr)j en over „levensbesef (vaag!) en over het Calvinisme vandaag (vaag!), en over „aspecten in ons kerkelijk leven" (vaag!) en over Thijs Booy (vaag, maar gebarengebaren-gebaren-vaag!) en over de vraag: „gereformeerden, waarheen? " (quo vadis, vraag-zonderantwoord). Maar vrij vinden daar geen één brochure, die zegt: op grond van artikel zooe n-z o o V e e 1-v a n-d e-b e 1 ij d e n i s vinden wij dat die en die leus, dit en dat boek, die en die actie moet veroordeeld worden.

Ik heb het woord „artikel zoo en zooveel" voor het laatst hooren gebruiken (voor wat dien kring betreft) in 1944. Schorsing, afzetting, op grond van artikel 79/80 K. O. Daarna hebben ze alle beroep op artikelen maar laten zwemmen. Prof. Ridderbos heeft mijnheer Janse aangepakt. En vandaag pakt hij niets meer aan! Zelfs die twee artikelen 79—80 K.O. hoor je niet meer noemen. Want zij mompelden daarna — onwaarheid sprekende — iets over „maatregel van orde". En al onze bijdragen tot de kritische zelfaandacht op grond van artikel zooveel en zooveel van de belijdenis (b.v. over de kerk) hebben ze grandioos van zich afgeschud.

Ik geloof dus geen woord van die zelfkritiek als serieuze KRITIEK naar de papieren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

„Richting

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's