GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Pruim uit je...., als je met God praat!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Pruim uit je...., als je met God praat!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een van zijn boeken vertelt Jan de Hartog van een pas tot God bekeerde jonge vrouw. Zij was afkomstig uit dat gilde, waarvan er destijds ook tot Johannes den Dooper gekomen waren beUjdende hare zonden en van welke de Heiland zeide dat ze mét tollenaren eigengerechtige leden van den Jeruzalemschen kerkeraad zouden voorgaan in het Koninkrijk Gods. En — zoo verhaalt Jan de Hartog — na haar bekeering verrichtte zij als heilssoldate evangelisatiearbeid onder mannen en vrouwen van den Amsterdamschen zelfkant „in wier midden zij tot voor kort het brood „verdiend" had — om met den Middeleeuwschen dichter van de Beatrijs te spreken — „met den lichame".

Na haar bekeering.

Die bekeering was, gelijk élke bekeering, zooals sommige vaderlandsche theologen het plachten uit te drukken, wèl „volmaakt in de deelen", maar nog „onvolmaakt in de trappen". Ze was — daar waren de blijken van — wèl bekeerd met het hart, maar nog niet met den mond. Althans: daar was voortgaande bekeering nog wel noodig. Ook daarvan waren de blijken. Want toen in één van de samenkomsten een van haar vroegere kornuiten, een stevige hoeveelheid tabak nog achter de kiezen, naar het zondaarsbankje getroond, neerknielde om een gebed te stamelen, greep ze hem resoluut bij den schouder en zei: , , P r u i m uit je b , als je met Gód praat!"

Noch charmant, nóch elegant. Ruwe klanken.

Als van die andere, een volksvrouw uit Lucas 11, die toen ze den Heere Jezus had hooren spreken uitbrak op haar manier in lof voor Hem, toen ze zei: , .Zalig de schoot, die U heeft gedragen en de borsten, die Gij hebt gez o gen".

In dat mooie boekje „Straatprediking" vertelt de reeds lang overleden oud-resident van Timor J. Esser een soortgelijk geval. Hij verhaalt van een Roomsche vrouw, die een collega straatprediker, die bij het uitspreken van den naam van onzen Heere Jezus Christus het hoofd gedekt had gehouden (Roomschen plachten bij het noemen van dien naam het hoofd te ontblooten!) in de rede viel met de woorden: „Menschen, hoort niet naar hem; 't is de Anti-christ! Hoor me dat eens aan, met z'e n hoed op z'e n kop spreekt hij den dierbaren naam des Heeren uit. Esser voegt er aan toe: „Deze goede vrouw eerde, op haar wijze, openlijk den Heere en de Heer heeft haar dat daarmede vergolden, dat zij acht gaf op hetgeen gesproken werd en dat heeft geleid tot haar bekeering".

Esser wist hier het kostelijke uit het snoode te trekken.

En zooiets kóstelijks was er nu ook in dien aan haar oude milieu nog zeer herinnerenden uitval van die heilssoldate : „Pruim uit je b k, als je met God praa t".

Die jonge vrouw gaf blijk van eergevoel.

Van gevoel voor de eere van God.

Tot den HEERE spreekt men niet met een pruim tabak achter de kiezen. Dat is óók een stuk van het „niet aardschelijk denken van de hemelsehe Majesteit van God",

Het kan wel eens zijn, dat zoo'n — in haar taal de bekeering nog noodig hebbend — heilssoldate Gereformeerde christenmenschen voorgaat in het Koninkrijk Gods.

Wat een ijselijke gewenning is er ook onder ons soms aan de hemelsehe Majesteit.

In onze persoonlijke, huiselijke, openbare gebeden. Hoe spreekt ge uw persoonlijk avondgebed? „Onder de wol" misschien?

Hoe is de tafel in uw huis als er na den eten gelezen en gebeden wordt? Bemorst, met spijsresten bezaaid? Zoo, dat ge wellicht wat nettere visite niet zoudt binnenlaten, aleer de tafel was geruimd?

En hoe is het ID.V. in de kerk?

Als het „Verheft uwe harten tot God" van den kansel klinkt zoekt er hier een zijn hoed, trekt een ander zijn jas aan, tast een derde reeds naar de sigaretten

Dat is allemaal uitwendigheid, zegt misschien iemand.

Het zij zoo.

Maar dit gebaren is de onwillekeurige taal van het hart.

Gebrek aan stijlgevoel. Vanwege gebrek aan eergevoel. Een booze sleur.

Waaruit misschien slechts ruwe klanken kunnen wakker schudden: „Pruim uit je b k, als je met God praat!"

Over doorgaande reformatie gesproken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

„Pruim uit je...., als je met God praat!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's