GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over Sumatra

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over Sumatra

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Behalve de militairen zijn er in en rondom de stad Palembang ook enkele burgers lid van den Gereformeerden kring hier. Die burgers hebben hier hun eigen vragen, niet alleen in onderscheiding van de militairen, maar ook van de burgers in Batavia bijvoorbeeld. Want wie Palembang zegt, zegt: olie.

Palembang is de hoofdplaats van Zuid-Sumatra. En het voornaamste product van Zuid-Sumatra is: olie. Ook vele andere producten worden er verhandeld en verscheept. Het is een echte havenstad, met al den aankleve van dien. Als vrijwel overal zijn de hoofdstraten aangelegd midden door de inheemsehe behuizingen en Chineesehe handelswijken. Waar het leven van de stad klopt is het meteen vunzig en vies. De kamponghuizen komen in den regentijd geheel in het water te staan. Een hygiënisch opgevoed Europeaan griezelt bij het aanschouwen van menig, stadsbeeld. Maar aan den buitenkant is de z.g.n. concessie. Dat is de wijk. waar de employe's van de oliemaatschappij wonen, voor zoover ze tenminste niet wonen in de eigenlijke oliedorpen Pladju en Sungei-Gerong, een paar mijl stroomafwaarts van de Moesi. De concessie is keurig aangelegd. Daar wonen de meeste Europeanen. Daar zijn ook de groote hotels te vinden.

Maar het hart van de olie-industrie klopt te Pladju en te Sungei Gerong. Slechts door een kali zijn deze beide oliedorpen van elkaar gescheiden. En daar ste-, kefi de schoorsteenen van de B(ataafsche) P(etroleum) M(aatschappij) en van de S(tandard) V(acuum) P(étroleum) M(aatschappij) broederlijk naast elkaar hun slanke halzen hoog de heldere lucht in. Pladju is het terrein van de B.P.M., Sungei Gerong dat van de S.V.P.M. De eerste is een Nederlandsche Maatschappij, de tweede een Amerikaansche. Hier varen de tankers af en aan. Ik kan niet eens schrijven: de groote tankers. Want wat de afvoer van de geraffineerde olie betreft is er een belangrijke handicap: de monding van de Moesi wordt afgesloten door een enorme zandbank, die bij eb vrijwel droog valt. Wat men kleine tankers noemt kan die bank bij vloed passeeren. De groote niet. De booten van de K.P.M, kunnen ook tot Palembang komen, groote zeeschepen moeten echter buitengaats blijven. Groote tankers moeten eveneens buiten blijven om daar uit kleinere te worden geladen.

Als je voor 't eerst vanaf den overkant van de Moesi een kijkje krijgt op de beide oliedorpen, heeft men den indruk van in Rotterdam aan de Maas te staan op een heeten zomerdag. Bij nacht is het heelemaal een fantastisch gezicht: de lichten van de fabrieksgebouwen, de lichten van de zeeschepen zetten alles in hellen gloed. Daaraan werken ook mee de flares, dat zijn uitlaatpijpen voor het doen ontsnappen van vrijkomende en tot voor kort niet gebruikte gassen. Om de lucht met die gassen niet te vergiftigen wordt het gas aan het einde van de uitlaatpijpen in brand gestoken. Vandaar den naam: flares. Mijn engelsch woordenboek geeft daarvoor de beteekenis: hel, ongestadig licht. Nu dat klopt: het zijn net reusachtig groote fakkels, die bij avond den hemel in gloed zetten. Wat heb ik vaak van dit gezicht genoten. Want mijn logies had ik bij de familie Van der Heyden te Sungei Gerong. Eiken avond, als ik van Palembang daarheen terugkeerde na volbrachten arbeid, moest ik met de pont van de S.V.P.M. de Moesi oversteken om in Sungei Gerong te komen. En als ik van Pladju af kwam, dat aan denzelfden kant van de rivier ligt, moest ik toch met een bootje thuis gebracht worden, omdat beide plaatsjes, zooals gezegd, door een kali van elkaar waren gescheiden, zoodat Sungei Gerong van Pladju af over land niet bereikbaar is. Dan had ik weer een boottochtje in de duisternis van den tropennacht, maar die dan des te heller verlicht werd door de lichten van de fabrieksterreinen en door de flares. Ik kan er maar wat van zeggen. Die indrukken zijn niet weer te geven door woorden. Alleen wie het zelf gezien heeft krijgt door het lezen van deze regels het tafereel weer voor zijn geest. Want voor zulken is een woord van herinnering al genoeg om zich in gedachten weer verplaatst te weten aan het veer te Sunge Geleis, en op de pont van de S.V.P.M., die de verbinding tusschen die plaats en Sungei Gerong onderhoudt.

Het is buitengewoon interessant om zoo'n oliedorp nader te bekijken. Het geheel wordt natuurlijk beheerscht door de groote raffinaderijen en de kantoorgebouwen. Daar wordt het werk gedaan door menschen van allerlei slag en van allerlei opleiding. Ze werken er: bouwkundigen, natuurkundigen, scheikundigen, geologen, juristen, boekhouders, en gaat u zoo maar door. Ze werken er: menschen van allerlei maatschappelijke standing, directeur, terreinchef, wachtmaji; menschen van verschillenden landaard, blank en bruin, Amerikaan en Zweed en Zwitser en Nederlander. Maar allen verbonden aan die eene Maatschappij, werkend aan het eene doel: de gewonnen olie, die door pijpleidingen van honderden mijlen lang wordt aangevoerd, te verwerken tot zij in allerlei vorm bruikbaar is geworden voor den mensch. Het dorp heeft zijn eigen school, zijn eigen hospitaal (uitstekend geoutilleerd, en met de noodige specialistische verzorging), zijn eigen kerkgebouw. Ja zeker: ook dat is van de Maatschappij, en door de Maatschappij daar neergezet.

Het dorp heeft ook zijn eigen winkels, alweer door de Maatschappij verzorgd. Vooral na den oorlog waren die winkels een uitkomst. De olie-maatschappijen, die vrij over hun buitenlandsche deviezen konden beschikken, konden daardoor hun employe's de verschillende artikelen veel voordeeliger verschaffen dan alle anderen. Bij de B.P.M, gaat de verzorging zelfs zoo ver, dat ook voor de middagmaaltijden dagelijks het menu wordt vastgesteld en de daarvoor benoodigde ingrediënten worden thuis bezorgd. De kokie heeft nu niets anders te doen dan het te bereiden. Het dorp heeft ook zijn eigen ontspanningsmiddelen. Er is een sociëteit, er zijn tennisterreinen, er is een prachtig zwembassin. Van dat laatste heb ik eens gebruik gemaakt niet zonder hilariteit te verwekken. Zelf had ik geen badgoed bij me. Ik moest leenen. Welnu, Reina, mijn gastvrouw, zuster van Ds Overeem, zei: neem het badgoed van mijn man maar. Het ligt daar en daar. Ik in die kast gedoken, en jawel, ik vond er een badpak. Dat meegenomen en in het badhokje aangetrokken. Ik vond het wel een wat raar ding, want het had van de lendenen af naar beneden loopend rondom een extra soort rok. En dan te weten, dat in Indië geen man anders zwemt dan in een korte zwembroek. Mijn gastvrouw kwam intusschen op haar wandeling eens langs het zwembad, en zag mij in opgemeld badcostuum duiken nemen. En toen kreeg ik bij thuiskomst een portie hoon te slikken, want ik had het alleszins extra kuische badpak van een of andere bejaarde dame om mijn leden getrokken. Ik begreep toen meteen, waarom mijn medebeoefenaars van de zwemsport dien middag me voortdurend opnamen en me met wonderlijke blikken aankeken. Intusschen: dat mocht hem de pet niet drukken, zooals de militairen zeggen: ik had lekker gezwommen, en daar ging het maar om. Er is niets op tegen, dat een dominee in een extra kuisch badpak zich steekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Over Sumatra

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's