GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Roma Ridens (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roma Ridens (II)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP EN OM 'T KERKPLEIN

De roomse penetratie in Nederland is veelszins een penetration pacifique, een vreedzame opdringing van het Zuiden naar het Noorden. En de wijze van doen verschilt al naarmate men in NoordeUjker regionen komt. Zo lazen we enige tijd geleden in „In de Waagschaal" onder de rubriek „Terzijde" — we werpen daar wel eens een meer dan zijdelingse blik in — dat bij de ingebruikneming van een nieuw gebouw van Peek en Cloppenburg te Eindhoven de magazijnen door de deken van die stad waren ingewijd. Dat is zo de wijze, waarop Rome de brug slaat tussen religie en negotie: door de ambtsmagie van de hogere clerus wordt het lagere leven, ook van de katoentjes en de confectie „gewijd". Niet dus met confetti, maar met wijwater. Hier zou voor de kopers een religieuse kwestie a la Corinthe kunnen ontstaan. Daar waren wel niet — zover ons bekend — de lapjeswinkels, maar dan toch de slachthuizen aan de goden gewijd. En men heeft daar onder de christenen maar moeite genoeg mee gehad. De zwakken-in-het-geloof huiverden ervoor terug aan de afgoden gewijd, met de afgoderij besmet vlees te eten. Ons zal de „wijding" van Peek en Cloppenburg niet deren. We zouden er zonder een verontrust geweten, kleine man, die we zijn, ons confectiepakkie kopen. Want wij weten, dat ook wijwater niets is in deze wereld. En daarom zouden we aan P. en C. niet voorbijgaan. Tenzij ons bleek, dat C. en A. toch voordeliger was. En het (wij)water is daar, geloven wij, hetzelfde.

Het is dan ook een andere vraag, die ons bezighoudt.

Deze: of roomse firma's, die in het Noorden hun magazijnen openen, daar óók publiek het kerkelijk ambt in betrekken. Of bijvoorbeeld ook bij de opening van een winkelbedrijf in Leeuwarden of in Groningen, in Assen of in Roodeschool de geesteUjkheid zou worden genodigd voor een „wijding"? Of wacht men met dergeMjke openbare acten, totdat de verroomsing ver genoeg is voortgeschreden?

Erger is, dat Rome tot deze penetratie op gevaar- Hjker terrein dan dat der confectiekleding door „oecumenisch" doende protestanten wordt genodigd. Zo ontving ik onlangs een brief. Of liever De Brief. Te weten De Brief voor jongeren, Maandehjks schrijven van de Amsterdamse Maatschappij voor Jongeren, waarover ons blad op 22 Dec. j.l. reeds schreef. Prof. Berkouwer, Prof. Van Niftrik zitten daar met elkander aan de conferentie-tafel met Pater Jelsma M. S. C. Mannen, die onderling als vijanden — we denken hier niet aan gezindheid, maar aan een feiteUjke stand van zaken — met elkander èn met Pater Jelsma spreken moesten in de poort, gaan hier, geUjkgeschakeld wat hun recht van spreken betreft, „getuigen" van de Reformatie.

Pater Je!sma doet het — Rome's pretenties ten volle handhavende — op een wijze, die de argeloze lezer zou doen vergeten, dat de (onfeilbare) pausehjke stoel sedert de zomer van 1520, toen hij Luther, het „everzwijn, dat Gods wijngaard verwoest heeft", in de ban deed, vele Anathema's tegen de Reformatie gesproken heeft en haar meer dan eens een „pest" heeft genoemd. We begrijpen dat. Temeer, waar wij zelf in eigen kring ervaren hebben, hoe snel kerkehjke rechters hun officiële vonnissen weten te verzwijgen als de tactiek dat vordert.

MEiar één ding begrijpen wij niet. Te weten, dat onze „protestanten" (waar protesteren ze eigenhjk nog tegen? ) zó argeloos zijn. Officieel onthoudt Rome zich van alle medewerking aan de activiteit bijv. van de Wereldraad van Kerken.

Officieel is het ook aan Roomse geestelijken verboden deel te nemen aan het „interkerkelijk gesprek". Officieus wordt hun toegestaan op protestants terrein te „getuigen".

Protestanten laijgen in Roomse kring geen voet aan de grond.

Vraagt men prof. Berkouwer als medewerker aan „Het Schild"? Prof. Van Niftrik aan „De Lmie"?

Maar het A.M.V.J. vraagt Pater Jelsma. Het geval zou met andere voorbeelden te vermeerderen zijn.

En we kunnen ons in zulk een situatie van éénzijdige „protestantse" gastvrijheid Rome wéér niet anders voorstellen dan als Roma ridens: het lachende Rome.

Lachend over zulke ridicule „protestanten". „Altegoed is buurmans gek".

Dit oordeel heb ik eens opgevangen uit de mond van een Augustijner pater, toen in Rooms gezelschap de ruimhartigheid van een inderdaad ruimhartig dorpspastoor luide werd 'geprezen.

De A\igustijn wist niet, dat er één gereformeerde jongen in het gezelschap was.

Nóg zie ik zijn confusie, toen het hem werd verhaald.

Wat later onderhield hij zich vriendeUjk met me. Dat was balsem op de wonde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Roma Ridens (II)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's