GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 96

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 96

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu kan men zeggen dat de mensen in alle tijden moeite gehad hebben met hun geloof, ja dat echt geloof niet zonder twijfel, onzekerheid en soms ook ongeloof kan bestaan. Maar velen voelen toch wel aan dat de situatie nu anders is. Je krijgt het gevoel dat moeite met het geloof vroeger meer individueel was en ook meer beperkt tot bepaalde 'delen' of bepaalde momenten van het leven en dat die moeite tegenwoordig meer algemeen en meer totaal is. Het zit als het ware 'in de lucht' en we herkennen het ook bij elkaar. Er wordt daarom ook veel over de veranderingen in het geloofsleven geschreven. Nog onlangs door de Leidse godsdienstsocioloog Smits, wiens boek 'Over religieuze twijfel' (Assen 1973) aanleiding was voor dit artikel.

Vanuit de sociologie? Is het niet wat merkwaardig dat een socioloog zich met deze zaken bezighoudt? Het boek van Smits is wat dat betreft geen uitzondering; er verschijnen de laatste tijd veel sociologische boeken die over godsdienst en godsdienstigheid handelen, en dan vooral over de veranderingen die in godsdienstig opzicht plaatsvinden en de nieuwe vormen die de godsdienst aanneemt of gaat aannemen, alsmede over de ongodsdienstigheid als modern verschijnsel. En vorig jaar werd in Nederland een internationaal congres van godsdienstsociologen gehouden dat handelde over de hedendaagse gedaanteverandering van de godsdienst. Terwijl dit jaar een door sociologen opgezet en door Z.W.O. gefinancierd onderzoek naar nieuwe religieuze verschijnselen van start gaat. Die belangstelling vanuit de sociologische wereld voor de veranderingen in godsdienstig opzicht hangen samen met de aard van die veranderingen. Deze belangsteUing wijst erop dat het tegenwoordig kennelijk niet of althans niet alleen om individuele twijfel of om de houdbaarheid van bepaalde geloofswaarheden gaat. Dan zouden, wat de wetenschap betreft, alleen de theologie en eventueel de psychologie er zich mee bezighouden. Neen, het gaat blijkbaar over verschijnselen die met de hele samenleving en de ontwikkeling van de samenleving te maken hebben; anders zou de samenlevingswetenschap bij uitstek, de sociologie, zich er niet zo intensief mee bemoeien.

Geloof en samenleving Velen kijken bij een dergelijke constatering toch nog wel een beetje vreemd op. Natuurlijk erkennen zij wel dat er in ieder geval in de uitingsvormen van het geloof verschillen zijn tussen de middeleeuwen en de twintigste eeuw of tussen volkeren van Afrika en die van West-Europa. Maar kunnen we nu ook zeggen dat de huidige ontwikkelingen in de samenleving - heel concreet: de technische ontwikkeling, de toenemende mobiliteit, de verstedeling enz. - van invloed zijn op ons geloof? Kunnen we met Harvey Cox (in 'De 42

stad van de mens') instemmen als hij zegt: 'Wanneer de mens zijn werktuig en werkwijze, zijn produktiemethode en distributiestelsel verandert, verandert hij tevens van goden'? En durven we dat ook te zeggen van ons christelijk geloof en van ons Godsbeeld? Ik denk dat we ons er maar niet te gauw vanaf moeten maken. We wéten immers dat de meeste stedelingen meer moeite hebben met hun geloof en dat ze anders geloven dan de meeste agrariërs (de dankstond voor het gewas is daar maar een symptoom van). En we wéten dat mensen in de ene sociale positie meer nadruk leggen op het leven na de dood dan mensen in een andere sociale positie, en dat mensen aan God verschillende eigenschappen toeschrijven en dat die verschillen ook samenhangen met de verschillende positie die de mensen in de samenleving innemen. Dat alles wijst op de grote betekenis van alles wat erin de samenleving gebeurt voor ons geloof En dat betekent ook dat diep ingrijpende veranderingen in de samenleving - en niemand twijfelt er aan dat die op het ogenblik plaatsvinden - gepaard zullen gaan met diep ingrijpende veranderingen in ons geloofsleven. Om het met een voorbeeld te illustreren: zondag 10 van de catechismus, waarin het geloof in de voorzienigheid Gods beleden wordt, zou naar mijn gevoel zo niet meer in de twintigste eeuw geschreven worden; veel mensen kunnen er in ieder geval niet meer mee instemmen. Nu hoeven we hierover ook weer niet té verbaasd te zijn. We zeggen toch immers altijd dat ons geloof met ons hele leven en met onze hele situatie te maken heeft? Het zou niet best zijn als het anders was. Maar ook al hoort het zo, het laat ons toch wel zien hoe sterk ons geloof aan onze situatie gebonden is, hoe sterk ons geloof sociaal en cultureel gekleurd is. We zien het nu weer heel concreet aan de opkomst van een 'zwarte theologie' (óf onze positie in de samenleving ook van betekenis is!); de zwarten ontdekken ons aan de 'blankheid' van onze geloofsvoorstellingen en onze geloofsbeleving.

Wat is er dan veranderd? De vraag wordt nu van belang wat er dan in de samenleving veranderd is waardoor wij in deze tijd zoveel moeite krijgen met het geloof of waardoor we bij onszelf ook zulke enorme veranderingen in ons geloofsleven constateren. Talloze mensen hebben geprobeerd de ontwikkeling van de samenleving te karakteriseren en als het ware in schema te brengen. Maar het is blijkbaar een erg gecompliceerd gebeuren, want een algemeen aanvaard overzicht is er - althans in de sociale wetenschappen - niet. Dit is ook zo wanneer we ons beperken tot die ontwikkelingen die direct van betekenis zijn voor het geloofsleven. Smits noemt een zestal 'maatschappelijke achtergronden' van de rehgieuze twijfel en daaronder vallen ook bekende karakteristieken

als: secularisatie, functieverlies van de godsdienst, maar anderen geven weer andere indelingen of overzichten. Er valt dan ook niet aan te denken dat we hier een min of meer afgeronde karakterisering zouden kunnen geven. Wel kunnen we enkele tendensen aangeven die voor een inzicht in de veranderingen in ons geloofsleven voor ons gevoel van bijzonder groot belang zijn. In de eerste plaats noemen we differentiatie als één van de kenmerken van de samenlevingsontwUkeling. Daarmee bedoelen we dat in de loop van de tijd allerlei terreinen en sferen van het leven los van elkaar zijn komen te staan en een eigen leven zijn gaan leiden (de wetenschap los van de kerk, het bedrijf los van het gezin enz.). Dit geldt ook voor de kerk en voor het godsdienstig leven: ook zij zijn steeds losser komen te staan van de rest van het leven, ook zij gaan om zo te zeggen een eigen leven leiden, bouwen een eigen wereldüe) op binnen de gehele samenleving. Daar komt nog bij dat deze differentiatie zich ook binnen het godsdienstig leven voordoet: er is niet meer één kerk en één godsdienst met een monopoliepositie, maar er zijn meer-

dere godsdiensten en godsdienstige groeperingen, die elkaar vaak beconcurreren en bovendien nog moeten concurreren met nietgodsdienstige visies, die zich op de levensbeschouwelijke markt aanbieden. Dit alles resulteert in wat we wel noemen privatisering van de godsdienst: de werking van de godsdienst wordt in toenemende mate beperkt tot ons priveleven, tot onze vrije tijd (het feit dat de kerkelijke organisatie nog voornamelijk op de woongemeente is gebaseerd, d.w.z. op de gemeente waar wij ons priveleven leven, terwijl voor velen een groot deel van de rest van het leven elders is geconcentreerd, past volledig bij deze situatie). Zoals Smits zegt (p. 117): 'de godsdienstigheid wordt in onze huidige westerse samenleving hoe langer hoe minder sociaal uitgeoefend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 96

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's