GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 23

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdgebouw Potchefstroomse universiteit

spraak worden beschouwd, die prof. dr. W. F. de Gaay Fortman in 1958 tot de VU-vereniging houd!, en waarin hij enkele woorden wijdt aan 'de invloed van de universiteit in het buitenland.' 'Voor de doorwerking van het Christendom in de wereld zou versterking van deze invloed van grote betekenis kunnen zijn. Er is een groot verschil met de situatie van ongeveer 30 jaar geleden. Toen behoorde een leerling van de universiteit, wanneer er in een buitenlands milieu over de verhouding van geloof en wetenschap werd gesproken, tot de best geïnstrueerden van het gezelschap, omdat daarvan buiten onze kring slechts incidenteel studie werd gemaakt. Het optreden van de Wereldraad van Kerken heeft hierin verandering gebracht. De studieafdeling van de Wereldraad bevordert de studie van allerlei vragen, die de verhouding van het Christendom tot de cultuur, tot het maatschappelijk leven, tot het volkerenleven enz. raken. Wij dreigen daarbij achterop te geraken, indien wij dat niet reeds zijn. Wij moeten ons meer planmatig richten op de verbreiding van onze inzichten in het buitenland. Tevens moeten wij ons arbeidsveld ook buiten de Verenigde Staten en ZuidAfrika zoeken, hoe belangrijk deze gebieden uiteraard voor ons zijn en moeten blijven.' Prof. De Gaay Fortman merkte op, dat wat hij zegt niet bedoeld is als kritiek op de commissie voor de buitenlandse betrekkingen, maar als steun. Hij vroeg voorts 'aandacht voor het vraagstuk van de ontwikkeling der minder ontwikkelde gebieden'. 'Denkt u niet, dat dit een hobby van mij is, omdat mijn arbeid in de Verenigde Naties toevalligerwijs op dit terrein lag. Het vraagstuk van de minder ontwikkelde gebieden kan men niet ontlopen. Internationaal is het het vraagstuk van deze tijd. Ik pleit ervoor, dat wij in onze studieprogramma's dit vraagstuk de plaats geven, die het, zeker aan een Christelijke universiteit, toekomt. Het heeft economische, sociologische, politieke, geografische, culturele, volkenrechtelijke en staatsrechtelijke aspecten. Ik denk aan onze partners op het westelijk halfrond, Suriname

en de Nederlandse Antillen, aan Nederlands NieuwGuinea, vooral ook aan Afrika, dat in een periode van geestelijke, sociale, economische en politieke gisting verkeert en waar het Christendom zich present moet melden. Uitbreiding van de universitaire werkzaamheid in deze richting zou een verruiming van onze blik betekenen, nieuwe mogelijkheden scheppen voor onze afgestudeerden en wellicht ook een zegen voor bepaalde gebieden in de wereld buiten Nederland kunnen betekenen.' Twee jaar later (1960) stelt de senaat een commissie 'ontwikkelingslanden' in op aandringen van de juridische faculteit, die zich afvraagt 'of onze universiteit niet ook Iets behoort te doen dat rechtstreeks van betekenis is voor de minder ontwikkelde gebieden' (leden de hoogleraren Van der Molen, Bavinck, Kuiper Hzn, Lever, Onvlee, Siertsema en De Gaay Fortman). Aandacht krijgt deze problematiek echter pas goed, nadat Nederland zijn koloniale periode in Azië heeft afgesloten door de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië. (De in 1958 door VU-studenten gevormde Essai-groep, pakt na 'Nieuw-Guinea' meteen deze problematiek aan uit verontrusting 'over de wijze waarop met name vele reformatorische christenen over de huidige sociale en politieke wereldproblemen oordeelden en werden voorgelicht'. In 1962wordt het Actiecomité Hulp Ontwikkelingslanden opgericht op initiatief van de Senaat van het Studentencorps van de VU. De taakomschrijving is als volgt: 1. de problematiek der ontwikkelingslanden onder de aandacht van de VU-gemeenschap te brengen. 2. de VU-studenten te stimuleren na beëindiging van hun studie enige jaren in de ontwikkelingslanden werkzaam te zijn. 3. gelden te verzamelen teneinde een bepaald project financiële steun te geven. (Het actiecomité bestaat nog steeds. Wel is de doelstelling

jkvwmdtwmM. 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's