GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 144

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 144

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom schreef Villon nu juist testamenten? Soms plaatst de wetenschap een mens voor situaties, die hem aan zichzelf kunnen doen twijfelen. Zo bestaan er in de praktijk van het universitair bedrijf promotiekansen op onderwerpen, die nauwelijks zijn uit te spreken (laat staan te vatten). Het is evenzeer mogelijk dat de promovendus zich een onderwerp heeft gekozen, dat dichter bij huis ligt, maar dat na door hem te zijn behandeld, een rokende puinhoop overlaat van de geïnteresseerde lezer, die dacht dat-ie er ook iets van wist. Vorige maand werd VU-magazine door zo'n soort slag getroffen. Er was aan de letterenfaculteit een proefschrift verschenen over de twee belangrijkste gedichten ('Le Lais' en 'Le Testament', de betekenis van beide woorden is gelijk: Het Testament) van de Franse vijftiendeeeuwer Franjois Villon. Van diens werk verscheen in 1963 een vertaling die klonk als een klok, vervaardigd door de cabaretschrijver Ernst van Altena. Het was niet bij toeval of per ongeluk, dat juist een vertegenwoordiger van de zogenaamde 'kleinkunst', zich aan het vertalen zette. Integendeel: in een voorwoord merkte Van Altena op, dat de dichter tot dusver met 'veel te veel respect' door zijn vertalers was tegemoet getreden en dat dat in strijd was met het karakter van diens poëzie. Want die was erop gemaakt onmiddellijk te worden begrepen door de toehoorders. 'Zelf heb

dr. A. J. A. van Zoest

ik al mijn ervaring als chansondichter ingeschakeld om zoveel mogelijk tot een 'bekkend' resultaat te komen,' aldus Van Altena. Men zal zich kunnen voorstellen dat het voor iemand die sinds jaren Villon/Van Altena bij wijze van spreken op het nachtkastje heeft liggen, enigermate schokkend was, in een proefschrift over de dichter passages tegen te komen als bijvoorbeeld: 'JustGén (F?) h.l. 'JustPers (F 18?) h.8 JustGén (F 11?) h.8' of 'Op (3) d 33 + Orn f JustOp + Restr + Qual + Vol'. Had ergens een schrijfmachine de dienst geweigerd? Of was er sprake van een code van een geheim genootschap?

Wroeging Enigszins uit het veld geslagen nam VUmagazine contact op met 'de dader', dr. A. J. A. Van Zoest. De titel van diens proefschrift was: 'Structures de Deux Testaments Fictionnels' Tijdens een gesprek erkende de heer Van Zoest wel wat door wroeging te worden geplaagd, vanwege de ontoegankelijkheid van zijn werk. 'Ik denk weleens, dat ik eigenlijk verplicht zou moeten zijn, nog eens een vrolijk, aardig 'mensenboek', zoals Van het Reve dat noemt, over Villon te schrijven.' Trouwens, ook in het voorwoord in het proefschrift stonden verontschuldigingen te lezen voor de droge

kost die de lezer wachtte: wanneer je gewetensvol een methode wilt volgen, is dat de prijs die je ervoor betaalt. Waarover ging het proefschrift eigenlijk, of liever eerst: waarover niet? Er werd niet gezocht naar de historische werkelijkheid zoals die in de gedichten naar voren komt, het streven was niet een biografie van de dichter te leveren, of een beeld te geven van zijn ontwikkeling, of van zijn bedoeling, of van de omstandigheden waaronder hij zijn verzen schreef. De bedoeling was, na te gaan, op welke manier Vilion in zijn 'bedachte' Testament gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden die hem werden aangereikt in de teksten van de echte testamenten uit zijn tijd. Dat hij die op z'n duimpje kende, was duidelijk - hoogst waarschijnlijk was hij in zijn rumoerig leven een poosje klerk bij een notaris maar hoe werkte hij ermee in z'n gedichten, dat was de vraag. De beantwoording bracht een forse hoeveelheid monnikenwerk met zich mee, waarover straks meer.

'Wiskundig' De heer Van Zoest verklaarde zich, op een vraag naar het waarom van zijn manier van doen, voorstander van een 'wiskundig exacte benadering' van de literatuur. Uitgangspunt was de filosofie van de denker K. R. Popper, die wetenschap pas Wetenschap vindt, wanneer ze uitspraken doet die kunnen worden weerlegd (gefalsifieerd). Een uitspraak als: de taal van de mens is een voortzetting van het gebrabbel van apen, is volgens Popper geen wetenschap omdat ze kan worden bewezen, noch weerlegd. 'Natuurlijk is, wat ik heb gedaan, niet de enige manier om met literatuur om te gaan. Je kunt over literatuur ook betogen houden, waarmee je de luisteraars of lezers zo enthousiast krijgt, dat ze mooi vinden, wat jij mooi vindt. Dat is mij best, alleen bestaat het gevaar dat je op dezelfde manier ook rommel aan de man kunt brengen. Daarbij komt, dat je in de literatuurwetenschap vaak werd doodgeslagen met de toch min of meer 'autoritaire' manier waarop uitspraken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 144

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's