GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 421

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 421

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

zes' ingesteld, bestaande uit Den Uyl, De Galan, Pronk en Mansholt namens de PvdA, Van Mierlo, Gruyters en Brugsma namens D'66 en Jurgens namens de PPR. Pronk en Brugsma fungeren als secretaris. Taak van de commissie: bezinning op Meadow's rapport en het doen van aanbevelingen voor het toekomstig te voeren beleid. De commissie van zes gaat aan het werk. Na zeven maal vergaderen brengt zij haar advies uit. In februari 1972 verschijnt het als 'Advies van de Commissie van Zes'. In de wandel wordt het ook wel 'het rapport Mansholt' genoemd. Oltmans start in juli 1972, na een gesprek met Aurelio Peccei op het vliegveld van Frankfurt, de voorbereidingen van zijn boek

'Grenzen aan de G^oei'. Van Dieren en Brugsma starten terzelfdertijd een reeks inleidingen en discussies op congressen, universiteiten, etc. Zij noemen zichzelf het 'Ecocircus', onder welke naam zij het land doortrekken. Ze blijven contact houden met Dennis Meadows, terwijl Oltmans zich in de kringen rond Böttcher, Forrester en Peccei blijft bewegen. Beide groepen hebben onderling weinig of geen contact met elkaar en men mag stellen dat er somtijds sprake is van een bijna openlijke vijandigheid.

Conclusies De Club van Rome heeft de wereld probleemgevoelig gemaakt en daarin ligt onmis-

in de toekomst erg veel anders zal gaan. Dat brengt ons op het volgende. Doordat de' Club van Rome eigenlijk niet verder is gekomen dan het stellen van het milieuprobleem en nog niet in staat is geweest mogelijke oplossingen aan te geven, zou zij eerder vertragend dan versnellend kunnen gaan werken. De Club van Rome zou een rem kunnen vormen op een door haarzelf in gang gezette ontwikkeling. Heeft de Club dan nog bestaansrecht? De stelling is verdedigbaar dat het nut van de Club van Rome niet meer opweegt tegen haar remmende functie. Onder dankzegging voor de door haar gedane arbeid lijkt dan het moment voor afscheid gekomen. Tenzij de Club zich duidelijker gaat opstellen. Evenwel lijkt een duidelijke profilering tevens het einde voor de Club. Een onmiddellijke uittocht van vele leden zou daarop zeker volgen.

Wat te doen?

W. L. Oltmans

kenbaar haar grote verdienste. Of zij evenwel in staat zal zijn inspirerend te blijven werken met betrekking tot de grensproblematiek staat nog te bezien. De Club van Rome heeft er met name in het begin van haar bestaan nogal op gehamerd dat zij zich onafhankelijk opstelde en niet politiek bezig was. Op zich is dit heel begrijpelijk. Het streven naar onafhankelijkheid en objectiviteit geeft de Club van Rome een bredere basis, versterkt de indruk van onbevooroordeelde soliditeit. Maar in de praktijk blijkt dat streven een fectie. Binnen de Club van Rome bestaan voortdurend grote spanningen, die voornamelijk voortkomen uit het verschil in benadering en met name ten aanzien van de oplossingen voor de grensproblematiek. Dat blijkt ook wel uit de diverse brochures die de Club het licht heeft laten zien. Zij zijn alle geschreven vanuit de grootste gemene deler. Dat leidt ertoe dat de verklaringen vaag zijn en derhalve veelal voor velerlei uitleg vatbaar. Gegeven de heterogeniteit onder de leden van de Club bestaat bij ons niet de illusie dat het

Groeigrensbesef De grensproblematiek, waarmee de eindigheid van de hoeveelheid hulpmiddelen die op en in onze planeet liggen opgeslagen wordt aangeduid, vertoont een aantal structurele kenmerken. Door daarvan uit te gaan kan een aantal noodzakelijke structurele veranderingen in het kader van de grensproblematiek worden geschetst. Daarnaast kan een oplossing voor de moeilijkheden worden gezocht door de aandacht te richten op de eveneens noodzakelijke mentaliteitsverandering bij het individu. Het primaat van de economische groei blijkt een bepalende factor te zijn in de verschillende sociaal-economische systemen die we op deze wereld aantreffen. In het algemeen kan men zeggen dat in landen met een vrijemarkteconomie het winststreven voorop staat en in landen met een geleide economie het vergroten van de produktieomvang. Beide leiden tot economische groei. Zoekt men naar de achtergrond hiervan dan komt men waarschijnlijk terecht bij het vrijwel overal aanwezige streven naar grotere economische en sociale zekerheid, volledige werkgelegenheid en verhoging van de welvaart, door de burgers meestal vertaald in verhoging van hun reëel besteedbare inkomen. Mede door publikaties als die van de Club van Rome is de kritiek op de economische groei in zijn huidige vorm inmiddels vrijwel algemeen. Gewezen kan worden op het feit dat de resultaten van de economische groei meestal niet in de eerste plaats ten goede komen aan hen die daaraan de meeste behoefte hebben, dat de voorziening van goederen die buiten het directe marktmechanisme om worden geproduceerd achteropraakt, dat groei nadelige neveneffecten heeft voor andere aspecten van het menselijk bestaan en dat reeds aanwezige tendensen tot individueel en collectief egoïsme erdoor worden versterkt. 35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 421

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's