GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 73

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

dium gewaarschuwd, en noemde dit 'mikken op de sterkeren' (betting on the strong). Een dergelijk beleid is sociaal-economisch onverantwoord, maar onder de drang van een noodsituatie op voedselgebied is de verleiding groot om op deze wijze snelle successen te willen boeken. Op de langere termijn is een dergelijk beleid catastrofaal omdat het ten koste gaat van de massa der kleine boeren die het grootste gedeelte van de plattelandsbevolking uitmaken. De investeringen worden immers niet op hen gericht, en zij krijgen te maken met prijsniveaus die alleen op de veel grotere bedrijven een bestaan mogelijk maken. Mocht uit zo'n beleid nog een kortstondige oplossing voor het voedselvraagstuk van de stedelijke massa's resulteren, op het platteland zouden honger en armoede heersen. Op iets langere termijn zou daardoor de exodus naar de steden vermoedelijk zulke grote vormen aannemen dat spoedig ook daar enorme voedseltekorten zouden gaan optreden. Bovendien is die beweging naar de stad slecht omkeerbaar. Nog afgezien van de humanitaire overwegingen is dat een (economische) reden te meer om het beleid te richten op steun aan de zwakkeren (betting on the weak) al is dit een langere weg. Daarvoor is volgens de FAO een bijna onvoorstelbaar programma nodig waarin onderwijs en voorlichting, te scheppen kredietfaciliteiten en marktkanalen, infrastructuur (wegen e.d.) en samenwerkingsvormen (co-operaties e.d.) vooral gericht moeten zijn op de situatie van de kleine boer.

Langzamerhand komt voor deze feiten meer aandacht al blijft het nog veel bij uitspraken; met name de FAO en de Wereldbank schermen veel met de gedachte dat het platteland en de kleine boeren voorrang verdienen bij de ontwikkelingsprogramma's. De apparaten van voornoemde hulporganisaties zijn hierop echter (nog) lang niet ingesteld. Voorlopig zijn we dan ook weing verder dan een naamgeving van dit ontwikkelingsproces: geïntegreerde plattelandsontwikkeling ('integrated rural development'). Van groot belang voor de stimulering van de landbouw in de ontwikkelingslanden is een stabiele wereldmarkt. Zowel de boeren in de voedsel importerende als exporterende ontwikkelingslanden moeten weten waaraan zij toe zijn. De exporterende landen hebben een

Dit laatste is echter nog nauwelijks gebeurd en de Wereld Voedselorganisatie (FAO) bij monde van de directeur-generaal (Boerma) - heeft bij diverse gelegenheden de teleurstellende resultaten die tot dusverre bij de ontwikkeling van de landbouw in de derde wereld bereikt werden daaraan toegeschreven.

rechtstreeks en voor de hand hggend belang bij stabiele wereldmarktprijzen op een redelijk niveau, maar ook voor de importerende landen geldt dat de eigen voedselproduktie in gevaar kan komen door een sterk wisselend prijspeil. Hier ligt een belangrijke taak voor de rijke landen die een dominerende rol spelen in de internationale handel in voedselgewassen. De rijke landen laten die taak echter al enige tientallen jaren liggen, voornamelijk omdat ze onder elkaar niet tot overeenstemming kunnen komen. In nagenoeg alle internationale besprekingen over problemen van de wereldhandel schittert de landbouw door afwezigheid. Dat heeft te maken met de problemen die de rijke landen zelf met hun landbouw hebben. Die zijn zo overheersend in het denken van de (landbouw)politici dat ze er eenvoudig niet aan toekomen ook nog aandacht te geven aan de hiermee rechtstreeks samenhangende problemen van de ontwikkelingslanden. De voormannen van de Landbouworganisaties doen dan ook weinig pogingen om een serieuze meningsvorming over de problemen en samenhangen van (onder-)ontwikkeling in hun vergaderingen te stimuleren. Zelfs in een christelijke organisatie kan het gebeuren dat dit soort vragen alleen per gratie door de

FAO's Boerma: Voorraadvorming voedsel noodzakelijk

19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's