GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 460

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 460

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl nutgazine 18 Het is — in de mening van ir. Struik — niet de kleinburgerlijke massa, maar de leiding, die niet deugt. „ D e grootkapitalistische vleugel der kerkelijke partijen poogt in het bijzonder de gpdsdienstige massa gescheiden te houden van haar ongodsdienstige lotgenoten door haar in een angststemming te brengen, omtrent de gruwelen en ellende, waarin het communisme haar zou storten. Het is immers in het bijzonder de Christelijke pers, die de meest fantastische verhalen over de Sowjet-Unie opdist, waarbij de afgestroopte mensenhuiden in de Russische gevangenissen en de,,kinderlijkjes-in-blik" van Dominee Krop een zekere vermaardheid zijn gaan genieten. Voortdurend wordt gewaarschuwd tegen de „ R o d e n " , die hier zo tam schgnen, maar in het buitenland, met name dan in Rusland en Spanje, het geloof tot bloedens toe zouden vervolgen." Maar het communisme vervolgt toch de godsdienst? Nee, zo betoogt ir. Struik. „Geloofsvervolging is strijdig met het marxisme." „Een anti-fascistische massa-politiek in Nederland heeft een loyale samenwerking tussen gelovigen en ongelovigen nodig, waarvoor wederzijdse eerbiediging van overtuigingen vereist is. Daarmede houden de communisten rekening. Omgekeerd veranderen ook de stemmingen bij de gelovige massa onder de invloed van het fascistische gevaar. In Frankrijk hebben verscheidene gelovige katholieken de hand, hun door de communisten toegestoken, krachtig gegrepen en in het Baskenland hebben zij die hand zelfs krachtig gedrukt... in deze situatie is het, dat de communisten het ondubbelzinnig uitspreken en toelichten, dat zij alles willen doen om deze godsdienstige massa in haar anti-fascistische strijd te versterken en bereid zijn, zijde aan zijde met de godsdienstige massa voor de vrijheid van het geloof op te komen. De verklaring van de Communistische Partij van Nederland, dat zij „elke vorm van geloofsvervolging verwerpt en streeft naar het gemeenschappelijke verweer met de gelovige Nederlanders tegen de gewetensdwang, de gewelddaden tegen de kerken en de rassenvervolging, waaraan het fascisme zich schuldig maakt", is trouwens volkomen in overeenstemming met de opvattingen van het wetenschappelijk Marxisme. Een geloofsvervolging, zoals het fascisme er zich in Duitsland aan schuldig maakt, wordt door de communisten zowel principieel als op tactische gronden verworpen — in het verleden, thans en in de toekomst, in Nederland en elders. Zo heeft Friedrich Engels, de trouwe medestrijder van Karl Marx, zich in 1874 in krachtige bewoordingen gekeerd tegen de eis van het verbod van iedere godsdienstige organisatie, opgesteld door aanhangers van den Fransen socialist Blanqui, en veroordeelde hij dergelijke eisen als schadelijke anarchistische frasen, die de strijd der onderdrukte volksmassaas bemoeilijken. Ook in de „Anti-Dühring" — zijn polemiek tegen den Duitsen prof. Dühring ~- komt Engels op tegen de gedachte, dttt de godsdienst in de socialistische maatschappij moet worden verboden... Lenin heeft in zijn opstel: „Over de verhouding van de Arbeiderspartij tot de godsdienst" in 1909 uitvoerig het schijnbare ,,beginselloos weifelen" van het Marxisme ten opzichte van de godsdienst behandeld.

NSB-propaganda 1937

Hij schreef: „Voor lieden, die het Marxisme oppervlakkig kennen, lieden die niet kunnen en willen denken, is deze verhouding een kluwen van zinneloze tegenstrijdig^ heden en weifelingen van het Marxisme: een brei uit „Consequent atheïsme" en „consideratie" ten aanzien van de godsdienst, een beginselloos weifelen tussen de revolutionaire oorlog tegen God en de laffe wens om den gelovigen arbeider naar de mond te praten, de angst hem af te schrikken, enz., enz. In de literatuur van de anarchistische fraseurs kan men vele in deze stijl gehouden uitvallen tegen het Marxisme vinden. „Wie echter enigermate in staat is, zich tegenover het Marxisme ernstig te verhouden, de wijsgerige grondslagen daarvan en de ervaringen der intemationaal sociaal-democratie te doorgronden, die zal gemakkelijk inzien, dat de taktiek van het Marxisme in verband met de godsdienst buitengewoon consequent en door Marx en Engels doordacht is, en dat datgene, wat dillettant^n en onwetenden voor heenen-weer-zwalken houden, een directe en onvermijdelijke conclusie uit het dialectisch materialisme is. Het is volledig orijuist om te menen dat de schijnbare „matiging" van het Marxisme met betrekking tot de godsdienst haar verklaring vindt in zogenaamde „tactische overwegingen", in de zin van „niet af te schrikken" enz. Integendeel: de tactische lijn van het Marxisme is ook in deze vraag onverbrekelijk met zij n wijsgerige grondslagen verbonden." En dan haalt ir. Struik het voorbeeld van Lenin aan, die een situatie schetst waarin gestaakt wordt in een streek met vele gelovige arbeiders. „Atheïstische propaganda kan onder zulke omstandigheden niet alleen overbodig, maar schadelijk zijn... van het standpunt van dewerkelijke vooruitgang van de klassenstrijd." „Waar de zaken in een staking zo staan, is het dui-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 460

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's