Gereformeerd kerkelijk congres: Drie referaten, op den 11den Januari 1887 in "Frascati" voorgedragen - pagina 25

;•

23 den *

waaruit

Avortel

op

resse

kaak

de

waarin

schappen,

uit te roeien en te

de pul)lieke Kerk, als ondragelijke heersche-

gesteld,

maken voor godsdienstige genoot-

plaats

meening

elke

poogde men

ontspruiten

ze

Daarom moest

vernietigen.

werd

geduld

en ieder vrijheid van

spreken had.

Tot

werkten velen mee, die geroepen waren en

dingen

deze

al

Velen werden door nien-

plechtig beloofd hadden ze te zullen weren.

schen vrees weerhouden hun plicht te doen

meer

hoe

ontzagen,

;

doch hoe meer

Zoo Averd de geweldige ommekeer mogelijk,

eeuw

de wereld

die

op het einde der vorige

„heerschende kerk" werd afgeschaft, de

greep, toen de

plaats

zij

door die wereld zelve veracht werden.

juist

zij

predikantstractementen dreigden te worden ingetrokken, en vele leeraars,

nu de staatshulp begon

te

ontbreken en hunne gemeenten onverschillig

waren geworden, kommer en gebrek

kwam

Toch de

Kerk

het niet

eene groote

hare bezoldigingen

haar

onmisbaar

geld

!

haar aandrang

Tegenover de Kerk achtte men

eens ontwikkelde

enkel bij

redding van

tot

de Regeering het door

juist daardoor bleef de

Naarmate de Overheid

woekeren. of liever

maar helaas

Maar

haar gewenschte gevolg.

Nog

verootmoediging.

"tot

kracht,

Wel had

!

leden.

kanker voort-

duidelijker inzag, dat de

nam

achtte,

Kerk haar

hare hooghartigheid

toe.

Slechts weinig heeft

alles geoorloofd.

het gescheeld, of haar was eene kerkorde opgelegd door een Roomsch-

Katholiek koning. hoed;

zoo

groote

Door Napoleons schande

der

val

deze dingen voorbijgingen zonder dat

kwam, nam eene lijdend

hare

met

in zijne

Nog was ook

schikken.

geweken

zaak

slechts

werd althans

Kerk nog bespaard!

kwaad

Maar

ver-

toen ook

de Kerk tot boete en bekeering

wereldlijke

handen,

dit

om

macht bekleede Koning medezonder haar over haar te be-

toen de oude kracht niet geheel uit de

Kerk

ook toen nog moest, gelijk wij zagen, met groote omzichtig-

;

heid worden gehandeld, ten einde de slapenden niet te doen ontwaken toch openbaarde zich ondanks dat alles

bij

herhaling eenige weerstand

maar de tractementen, het onderhoud der kerken, onkosten,

grootendeels

zelfs de kerkelijke

van Overheidswege betaald, de uitwendige

eer-

bewijzen, geschonken aan wie zich tot onderwerping bereid toonde,

—

dat alles bracht leeraar en gemeente tot zwijgen, tot tevredenheid, ja

soms

tot

juichen.

dagen van

ouds

En

toen eindelijk eenige deelen des volks, aan de

indachtig, zich

vermanden

om

de eere huns Ileeren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen