Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 69

60

KOLONIALE QUAESTIE.

man

zendingzaak volgen den raad-adviseur Holle, een ongetwijfeld

in de

alleszins

op Java bekend

om

gesteld

die

man

geleerd

maar

;

Mahomedanen

men met

Mahomedaan

een

Mahomedaansche leven

het

als

te

te

minst

—

ware,

mag dan

zich

onder de niet

hij

Mahomedanen

in den Islam belangstellende

dan

zijn,

accommodeeren, dat iemand

van niets wist, wel den indruk moest krijgen, dat

het

de richtingen

en weet hoe de heer Holle zich tot levenstaak heeft

is

den

aan

zoover

en

schrander

rangschikken

te

gevraagd worden, of de Regeering niet veeleer

niet

haar standpunt verlaat, en haar neutraliteit schendt,

als

zij

in

die zaken

man afgaat ? De Regeering gaat nog in een ander opzicht zeer partijdig te werk, voor maar legen de belangen van den Christelijken godsdienst. De heer

op het advies van zulk een

niet

Van Herwerden gegeven

beste

de

Ik zal niet evenals anderen vergeten,

hadji's.

heer Pahud in Juli 1859 een reglement

door den

dat

om

eenige dagen geleden enkele beschouwingen ten

heeft

over

eenigermate de uitbreiding weer

van

de

hadji's

Minister

verminderen

te

te

maar niettemin

;

het leven van onze koloniale bevolking

de eene

met onbeperkte hebben

rekenschap

andere

te

om

te

de rust en

beschermen tegen het gevaar

Wanneer men nu aan

die getulbande heeren ons bedreigen.

zijde

uitgevaardigd,

het waar., dat de

blijft

van eenig voornemen heeft laten blijken

niet

waarmede

is

beperken en daardoor het gevaar

vrijheid bevoorrecht de hadji's, die

geen

geven dan aan den regent en dus niet

staan onder het onmiddellijk toezicht van het bestuur,

maar van hun

geestverwanten, en aan den anderen kant onze zendelingen zoo uitermate

beperkt

die

hun werkkring, verklaart

in

Verslag

zich

dan

de

opmerking

Mahomedanisme

de propaganda van het

niet, dat

van het Christendom blijkbaar niet wil slagen

in het

bloeit, terwijl

?

Een Kamerlid, dat hier deze zaak uitvoerig besprak, heeft eens het was bij de discussiën over het Regeeringsreglement van 1854 zijn

gaf,

in

het

nemen van dezen inhoud begunstigd,

Generaal rust",

op

minste

en

hij

dit

Zooals

priester

aan de Regeering in

Regeeringsreglement een nieuw artikel op

te

,De verkondiging en uitbreiding van den Chris-

:

voorzooveel bestaanbaar

voegde er

bij:

oogenblik, voorstel,

aan de Regeering zelve zijn.

hij

—

godsdienst in Nederlandsch-Indië worden door den Gouverneur-

telijken

en

geformuleerd, dat

denkbeeld in dier voege

overweging

—

het

overal te

in

hoofdstuk

mogen

/t

Is

is

met de openbare orde

geen amendement wat

maar

ik

ik, ten-

geef nu nog tijdig genoeg

bedenking, of zulk een artikel niet goed zou daar

prediken,

voor

mij ligt, schijnt de Javaansche

maar de Christenleeraar

niet."

Die afgevaardigde was een geestverwant van den geachten spreker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen