Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 106
BIJVOEGSEL TOT DE KOLONIALE QUAESTIE.
1U(3
Moederland en Koloniën over en weer
Thans gaan we
tot elkaêr staan.
Wal moei en mag Nederland mei
over tot deze andere:
hezil over
zijn
zee doen?
Drieërlei
daarbij denkbaar.
is
Te weten: men kan
of zulk een bezitting exploiteeren, of ze kolo-
niseeren, of ook voogdij over haar voeren.
men een ander men meest het
Exploileeren kan
Oudtiids
deed
met wapengeweld, en
men
het,
kan
volk noodzaken te
op eigen kosten
men
de
bittere
Koloniseeren daarentegen kan
overheerschend aard;
zijn
volk
ook
en
nog
dan
overbevolking voorhanden
zijn
overwinnaar
slechts verzilvert en de roovende
sociale en
men
oeconomische instellingen.
slechts ziilk een bezitting,
bodem en klimaat
een
het
Maar, onze eeuw toonde
en ten bate van
pil
hand omwikkelt met een weefsel van het
men
nog wel zeer voordeelig, een ander
en
zijdelings,
om
,
indien
leven,
Daartoe bedwong:
het alsdan tribuut op.
lei
ook
volk rechtstreeks of ook zijdelings. eerste.
waar
passen
vindt, die
bij
onder beding, dat er genoegzame
alleen
en de geest van avontuur in deze overbe-
zij,
volking leve.
Zoo Engeland
in
Amerika en
Australië.
Zoo
wij eertijds
aan de Kaap.
Voogdij voeren eindelijk over een ons niet verwant volk wordt eerst mogelijk,
als
het zedelijk besef van plicht en van verantwoordelijkheid
aan den Rechter ook der natiën opwaakt, en uit
vaak verdrietelijke taak schier ondenkbaar
Van
Geen deze
besef de gegevens
waarzonder de volvoering van zulk een moeitevolle en
geboren worden,
§ 9.
dit
noch kolonisatie
exploitatie,
drie
is.
stel -els
nu
het
is
,
maar
voogdij. in zichzelf
eerste
geoordeeld;
het tweede voor het grooter deel onzer Koloniën niet toe te passen
dunkt
alleen
overeenstemming
het derde ons in
;
en
met de roeping
te zijn
eener Christennatie. Exploiteeren
mag
ons Rijk een ander volk evenmin, als ik recht heb
den
van
mijn
van
akker
buurman
te leven.
Dat
is
zonde tegen het
achtste gebod; volgens de schoone uitlegging van den Heidelberger:
verbiedt
maar ivij
alleen
dat
stelen
onzes naasten goed denken aan ons schier onder zwaarder oordeel
van een ander volk
sche instellingen.
door
,
Immers
digen aan dezelfde schuld
,
,
dat die
„God
en rooven, hetwelk de overheid straft,
Hij noemt óok dieverij alle looze stukken en aanslagen,
En ren
niet
te
nog
dwang aan is
valt het zijdelings exploiteete
doen aan
zijn
zich tegenover geheel een
men
waarmede
brengen."
oeconomi-
natie bezon-
ten opzichte van enkele personen ,in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 106](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's