Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 297
297
KERKELIJKE QUAESTIE.
voorafgaande
subsidieeriug van
waarborging
van
om
benden zou worden uitbetaald,
met de Kerk
Kerk en Staat
en ook de liberale
in
Zwitserland
is
slechts
de
Voorzitter!
bejegening
de
toont
door
en
overtuiging,
stelsel
waarop
doen
men aan
tot
zij
stelsel
Er
naburig Rijk.
van
vrije
Kerk en
Dit: dat de Staat, ook naar
hebben.
te
kan
mag,
noch
dan
volkomen
aan
alle
ze
zich
vorm
de Kerk, in welken
striktste neutraliteit en een
ook openbare, de borge,
in een
met dat
ik
anders
niets
kerkgenootschappen, of wil
Waartoe dat
aangedaan door het radicalisme
machthebbenden
welke
gemeen wensch
Staat
waarin de revolutie
zin,
voorstaat?
Integendeel.
Kerk
der
de
gedachte,
een
bepleit in den
ten onzent die
partij
Mijnheer
Neen,
mijn
daarna finaal de financieele bemoeiing
te sluiten.
afscheiding van
vrijen
üilani,
dan Grondwetsherziening wensch in den geest van Cavour, en
01' ik
leidt,
tegenwoordige titularissen ad
der
van 20 jaren het gekapitaliseerd l)edrag aan rechtheb-
een reeks
over
dusver uitg'esloten kerken, en onder
de
rechten
de
vrij
waar-
terrein
zegen voor volk en maatschappij haar taak ver-
vullen kan.
neem
Iets anders
van
jegens
onversvJiillkjIieid
waar
de Kerk
ze in het iveinig
Ie
inlaten, acht
het
in
de
Kerk
de overtuiging, dat de Staat heeft;
bij
voortvloeit, wortelt ze bij mij juist in
der Zwitsersche radicalen beduidt, dat
stelsel
Kerk
Ie
hoog
toe
te
dat
zien,
kweekt worde
:
is,
de
Staat
kweeken
aan
kerkgenootschappen
taak
,
de
is.
kerkelijke
is
om
de
bevolking
ge-
om
zelf dien
geroepen
terdege
onder
geheel
dan dat de Staat
slaat,
eigen onvermogen
zijn
deze
belijdend,
wel
godsdienst
Christelijke
maar evenzeer,
dienst te
de
de
dat
en
men
met haar zou
beieekenend acht, dan dat de Staat zich
standpunt
uit
den bloei der Kerk het uiterste belang-
datgene zou kunnen of mogen doen wat der Kerke
Mijn
de zucht
van den graaf De Cavour
stelsel
integendeel, dat de
ik,
Want waar
ik uit dat stelsel niet over.
scheiding
financieele
gods-
onverdeeld overlate
gemeenten
of
particuliere
krachten.
Ik zei: de Clirisleüjke godsdienst, niet godsdienst in aUjemeenen
De
leer
hebben,
kweeken,
Wie erkend,
toch,
dan is
de
dat
om
deugd en godsdienstigheid,
onder
;
den algemeenen
zin,
te
want mij dunkt, dan moet worden
anderen de geachte afgevaardigde
bekend geschrift: „Scheidiruj van Kerk en aangetoond,
in
de mijne niet.
dat zegt, verliest zijn spel
wat
zin.
kerkgenootschappen geen hooger roeping zouden
dat de
Kerk dan
S'/afK",
uit
Assen
in zijn
zoo naai- waarheid heeft
niet de eenige inrichting
is,
die
dat doel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's