Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 246
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XXVI.
244
Waar
Vrag.
Antw.
gedaan,
dezelve,
onze
Hebr.
:
7
bidden.
25.
Joh.
ende hy zal hy by u blyve
?
Antw.
op
dat
God van de offerhanden, God uit aanmerkinge van
nooden en begeerten gunsteiyk vervulle. Alzo hy altyd leeft, om voor haar te 14 lö. Ende ik zal den Vader bidden, u eenen anderen Trooster geven, op dat :
in der eeuwigheid.
Hoe
Vrag,
.•.
dan
In een vertooning aan
hem
door
in
Artikel
breid gy dit uit
Dat Jesus Christus,
als
?
onzen eenigen Middelaar
In den hemel verschynt, voor het aangezigte Gods» ten nutte van zijn volk, met vertoning van al zijn lyden, en gehoorsaamheid, als daar door het regt van de Goddelyke wet in alles genoeg gedaan hebbende; waar op d' Apostel ziet, Hebr. 9 24. Want Christus is niet inge1
:
gaan welk zelve,
gemaakt is, het des waren, maar in den hemel verschynen voor het aangezigte Gods
in
het heiligdom, dat met handen
is
een
om nu
tegenbeeld te
voor ons.
Daar spreekt hy hun voor, en staat in voor hun, Gods gerigte, teegen alle sterke roepingen der zonden, der Wet, en des Satans, die der zelver eeuwig verderf, 2.
in
afvorderen. 1 Joh. 2:1. Myne kinderkens ik schryve u deze dingen, op dat gy niet zondigt: Ende indien iemand gezondigt heeft, wy hebben eenen Voorspraak by den Vader, Jesum Christum den regtvaerdigen.
Daar betuigt hy
zijn standvastige, en heilige wille, de uitverkoorne, voor wien hy met eene offer hande in eeuwigheid heeft voldaan, op der aarden worden geheiligt, ende bewaart, Joh. 17 15, 16. en vervolgens in d'eeuwige heerlykheid overgebragt. Vers. 24. Vader, ik wil dat daar ik ben, ook die by my zyn, die gy my gegeven hebt: op dat zy myne heerlykheid mogen aanschouwen, die gy my gegeven hebt. 3.
dat
alle
:
4. Eindelyk heiligt hy haare gebeden, zo datze, hoe gebrekkig, Gode aangenaam zijn, en verhoort worden, dewyl zy geschieden in den naame Jesus. Openb. 8 3, 4. Ende daar kwam een andere Engel, ende stont aan den :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's