Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 74
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XYIII.
72
Artikel,
bestemt over u volk, ende over uwe heilige stadt om de overtredingen te sluiten, ende om de zonden te verzegelen, ende om de ongeregtigheid te verzoenen, ende om een eeuwigen geregtigheid aan te brengen, ende om het gePropheet te verzegelen, ende om de zigte, ende den heiligheid der heiligheden te zalven. Weet dan en verstaat, van den uitgang des woords, bra te doen wederkeeren, <^nde om Jerusalem te bouwen tot op Messias, den Vorst zyn zeven weeken, ende tweeënzestig weeken de straten en gragten zullen wederom gebouwt worden, doch in benautheid der tyden, ende na die tweeënzestig weeken, zal de Messias uitgeroeit worden, maar het zal niet voor hem zelven zyn: Ende een Volk der Vorsten, 't welk komon zal, zal de stad ende het heiligdom verderven, «nde zyn einde zal zyn met een overstromende vloed, ende tot het einde toe zal der kryg zyn, ende vastelyk beslotene Verwoestinge. Ende hy zal veele het Verbond versterken een weeke ende in de helft der weeke zal hy het slagtoffer ende het spysoffer doen ophouden, ende over den grouwelyken vleugel zal hy een Verwoester zyn. Ook tot de voleindinge toe, die vastelyk besloten zynde, uitgestort worden over den Verwoestede. 't Is zeker 7.al dat hier gesproken wordt, niet van een bloot mensch 't zy Nehemia, 't zy Zerubabel, 't zy Koning Cyrus, die de Joden bevel gaf om Jeruzalem te herbouwen, maar van een Godmensch, de Messias, de Vorst en Gebieder der 5. Die in de Waereld zou komen om Volkeren, Jes. 55 verzoenen, en een eeuwige geregte de overtredingen De tyd van zyn tigheid voor zyn volk aan te brengen komste werdt bepaalt tot seventig weeken, dewelke hier niet genomen worden voor Dagweeken, dewyl die tyd dan maar een Jaar en honderdvyfentwintig dagen zou ;
:
:
:
maken, waar in de dingen die voorspeld worden niet vervult zyn, namelyk de doding van den Messias, afvan de offerdieren, en de verwoesting van schaffing Jeruzalem: Maar 't zyn hier Jaarweeken, als Lev. 25:8. elke weeke van zeven Jaaren, die te zamen uitmaken vierhonderd negentig Jaaren dewelke het zy wy die beginnen, of van het bevel van Cyrus om de stad te her1. Of van het tweede Jaar van Darius, bouwen, Esr. 1 waarin hy het bevel van Cyrus versterkte, Esr. 6. of van het twintigste Jaar van Arthahsasta. Est. 7. En hoe wy
uit
;
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's