Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 195
Van
het Middel der Verlossinge.
191
A. Neen. V. Doet dan het tijdehek verdriet geen afslagh aen de eeuwige pijnen, die de sonde verdient heeft? A. Neen. V. Hoe soude een mensche konnen versterckt worden tegen de verleydinge der sonde? A. Dat hy acht neemt op dit schrickehck drey-
gement Godts. V. Hoe soude een mensche mogen beweeght werden, om sich met alderhaest van de sonde te keeren? A. Dat hy acht geve op de straffen , die op de
sonde sullen volgen.
Het tweede Deel;
VAN DES MENSCHEN VERLOSSINGE. SONDAGH
Vrage
V.
Vrage Aengesien Godts,
wy
tijtlicke
12, 13, 14, 15.
12.
dan na dat rechtveerdigh oordeel ,
ende" eeuwige straffe verdient heb-
ben is 'er eenigh middel daer door wy dese straffe ontgaen mochten, ende wederom ter genaden ,
komen? Antw.
Godt wil dat sijnegerechtiglieytgenoegh
geschiede, daerom moeten
ons
selven,
betalen.
wy
of door eenen
der selven, of door anderen volkomelick
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's