GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,,

AEN DE CHKISTELICKE JEUGHT

38

ende pit der selver. De Goddelicke kennisse is die kennisse welcke Godt de Heere selfs door een bovennatuerlicke werckinge des heylighmakenden Geests sijne jonstgenooten alsoo inscherpt, dat sy komen te penetreeren, ende door te dringen tot het gevoelen ende smaeck der Goddelicke dingen, daer door dan oock in hare herten ontsteken wort een wonderlicke sucht treek affectie ende genegentheyt tot de liefde bekende dingen Godes ende Christi (gelijck eene die de soetigheyt eenes dinghs ter degen nu gesmaeckt daer door des te meer ontsteken wort in hebbende lust ende begeerte na het selve) in sulcker voegen, dat haer herte daer op gestelt is daer aen hanght ja sich als gesmolten vint door de vyerige begeerte en verlangen na dezelve. Soo dat de Christelicke ziele door dese kennisse der Goddelicke dingen, de forme en gedaente der dingen Godts en Christi in sich ingedruckt krijght, gelijck de Apostel Paulus te kennen geeft. Kom. 6. 17. seggende: Maer Godt zy danck dat ghy wel dienstknechten der sonde waert maer dat ghy nu van herten gehoorsaem geworden tot het welck ghy overzijt den voorbeelde der leere gegeven zijt. En die aldus bevrocht worden door de kennisse der dingen Godts en Christi, die hebben een Godlicke kennisse deser dingen en die werden geseyt van Godt geleert te zijn, Joh. 6. 45. diens leere altoos soo krachtdadigh is, dat 'er de mensche oock altoos maeckt te doen , en te betrachten 't gene hy alsoo van Godt geleert heeft. Waarom de Heere Christus wel seyt, Joh. 6. 45. Een yegelick dan, die het van den Vader gehoort ende geleert heeft, die komt tot my. Het welck mede de Apostel bekrachtight: 1. Thess. 4. 9. 10. Want ghy selve zijt van ,

,

,

,

,

,

,

,

,

Godt geleert. om malkanderen lief te hebben, &c. 't Welck de Heere aen haer te wege brenght; 1. Mits haer doende sien, dat de Goddelicke saken gantsch seker en gewis zijn. 2. Dat by dese sekerheyt ende gewisheyt der Goddelicke zaken de selve d'aldernutste, ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's