GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 152

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van

148

de Oorsake der Ellende.

ende sijne macht bekent te maken over de vaten des toorns tot het verderf toebereyt: aen d'andere zijde, om bekent te maken den rijckdom sijner heerlickheyt over de vaten der barmhertigheyt die hy te voren bereyt heeft tot heerlickheyt; gelijck getuyght den heyligen Apostel Paulus Rom. cap. 9. vss. 22, 28. Als oock om den mensche te leeren kennen sijn eygen swackheyt, wanneer de Heere hem alleen laet staen. Kortelick, dat quaet heeft hy willen toelaten, om daer uyt ofte op occasie van het selve, een treffelick goet voort te brengen. V. Waer uyt bewijst ghy, dat Godt geen oorsaeck is van des menschen val ende verdorventheyt? ,

,

5

5

A. Gen. 1. 31. Ende Godt sagh al wat hy gemaeckt hadde, ende siet het was seer goet. V. Kan Godt de oorsaeck van des menschen verdorventheyt zijn? A. Neen Sijne oogen zijn te reyn, dan dat hy het quade soude sien. Hab. 1. 13. Hoe soude van de goetheyt selver eenigh quaet konnen voortkomen? van het licht eenige duysternisse ? van sulck een goede boom eenige quade vrucht? van de volmaecktheyt selfs eenige onvolmaecktheyt? Godt kan hemselven niet verloochenen, seyt de Apostel 2. Timoth. cap. 2. VS. 13. Ja hoe soude Godt rechtveerdelick de sonden konnen haten ende straffen, (volgens Psalm 5. vs. 5. Want ghy zijt geen Godt, die lust heeft aen godtloosheyt de boose en sal by u niet verkeeren indien hy selve daer van autheur ware. V. Hoe heeft Godt dan in den beginne den mensche geschapen goet ofte quaet ? A. Goet. « V. Hoe goet? A. Goet ende na sijn evenbeelt: Genes. 1. 26. Ende Godt seyde Laet ons menschen maken na onsen beelde na onse gelijckenisse vs. 27. Ende Godt schiep den mensche na sijnen beelde, na den beelde Godts schiep hy hem. :

:

i)

,

\>

:

,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's