Johannes Maccovius - pagina 260
248
de schoon e teekening in
daar is het wenschelijk te lezen hoe Maccovius zichzelf nader aldus verklaart: „TheoEf. VI,
*)
logus Christianus est miles quasi: Sicut autem miles vanus et ineptus est, qui se non perpetuo exercet, pari ratione et
Theologus. Hoc imprimis impellere debet Theologum ad hoc exercitium, tum quod sit omnium difficillimum, tum quod
maxime necessarium. Nazianzenus
alicubi dicit: Sua promagni laboris. At vero ea tueri contra alios impugnantes, aut etiam aliorum impugnare hoc difficillimum Et quidem revera ita est. Nam multos reperies qui sua recte proponunt, ubi tamen ea fuerint defendenda contra iusultus adversariorum, aut aliorum impugnanda, tum non videmus perinde felices." ^) Om zelf een goed polemist te worden, moet men de polemiek van goede disputatoren volgen, en in een „Vademecum" aanteekeningen maken. Vooral is het goed om zich niet zoozeer in de oude controversen, maar meer in de hedendaagsche in te werken. „ld vero nostri officii est." Het best doet men om naar de gronddwaling, het „Trpcóroy i^sv^og" sit
ponere non
est
zoeken. Zeer wenschelijk
te
bestrijden
met argumenten
is
het de ketterij te kunnen
uit de „analogia fidei."
(Gebed
des Heeren, Tien Geboden, Apostolische Geloofsbelijdenis.)
Met „argumenta ad hominem" kan men Caput
III
handelt er over, hoe
men
veel doen. als
^)
Opponens han-
delen moet. Hij moet zijn argumenten „distincte" voortbrengen. Hij moet er op letten dat de Defendens „directe"
antwoordt. Als de Defendens met een distinctie antwoordt moeten we hem vragen die distinctie te bewijzen en verstaanbaar te maken. *) En niet alleen moet op de waarheid der distinctie gelet worden, maar ook of ze in het onder-
')
Dr. Visscher, GuiUelmus Amesius,
)
Anti-Socinus. p.
^)
Anti-Socinus, p. 4
*)
Maccovius verhaalt een gebeurtenis die
p.
86, 87.
4.
—
6.
hem
tot
deze
predikant was met een Jezuïet in dispuut over de afgoden.
De
opmerking noopt. Een predikant beroept zich
op het tweede gebod. De Jezuïet, niet meer kunnende antwoorden, tracht zich er uit
te
redden door
te
zeggen:
„Non sunt facienda
modum moris. Maccovius noemt dit eene Ministor, cum nesciret qaid esset, conticuit."
per
sculptilia per
„distinctio ridicula",
modum
Entis,
sed
maar de „Bonus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's