GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 366

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

354

H. Schrift had

(2 Thn. 3: 15), waarvan Amesius constateert: sacrarum litterarum qnam Timotheus habuit adhuc puer, 2 Tim. 3, fuit ipsi postea salutaris." (p. 32. Ik cnrsiveer). Maccovius constateert hiertegenover dat Amesins, zonder nader bewijs, uitgaat van de vooronderstelUng dat Timotheus, als kind, niet wedergeboren was, en vraagt dan: „At quoraodo potest probari, imo qua ratione statui? cum

„Cognitio

illa

non leve argumentum adduci possit ex eadem Epistola, c.i. v. in partem contrariain." (p. 406). 2. eene Confessie van Augustinus dat God door allerlei wegen zijn bekeering van dag tot dag met heilzame smarten bewerkstelligd had *). Maar Maccovius vraagt weer: Was Augustinus toen niet wedergeboren? Hij zegt dat Augustinus erkent verkregen te hebben, waar David nog om bad, Ps. 6 3, 4, en voegt daaraan toe „qui certe tum non fuit :

irregenitus."

(p. 407).

3^ een andere Confessie van Augustinus salubriter et

moriebar

vitaliter."

:

„Ego insaniebam

En nu concludeert Amesius,

de prediking die het geloof bewerkt is heilzaam. Maa,r het geloof gaat aan de wedergeboorte vooraf. Dus: het gehoor dat aan de wedergeboorte voorafgaat is heilzaam ^). Wat nu het citaat van Augustinus aangaat zegt Maccovius dat dit een paar duistere woorden van Augustinus zijn, en

„obscura enim ut non facile intelliguntur, ita intellectum minime cogere possunt in assensum sui", en 2". dat de autoriteit van Augustinus, bij aldien de H. Schrift het tegenovergestelde leert, volstrekt geen waarde heeft. Wat echter de laatste conclusie van Amesius aanbelangt, merkt Maccovius op dat bij de Thesis het geloof is uit het gehoor, alles daar op aan komt, van wat geloof er gehandeld wordt, van het hebbelijk of van het dadelijk geloof. :

Angnstinns in Confess. lib. 7. cap. 8 enarrans misericordiam Dei qna dignatos ipsum necdnm fidelem ad convessionem praeparare inter alia se confitetur, aciem contnrbatam et contenebratam mentis snae, acri collyrio salubrium dolornm, de die in diem faisse sanatam. (p. 32). ')

est

:

)

„De

Auditas

illo

ille

autem anditu

verbi,

qni proxime antecedit conversionem, sic apparet:

verbi qui producit fidem est salutaris. Sed anditns

ille est ante regenerationem. Ergo aliquis aoditns qui est ante regenerationem est salutaris." (p. 32).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's