Johannes Maccovius - pagina 355
343
„De Praeparatione peccatoris ad conversionem/' O daarin zijn gevoelens uiteengezet en eenige obiecties van Maccovius weerlegd.
Thesis
I
— XII
geven
een
zekere dispositiones
zijn
die
van Amesius'
uiteenzetting
standpunt. In Thesis III stelt
dat er in den zondaar
hij
hem
ter regeneratio geschikt
maken. Hierbij moet niet aan Pelagianisme gedacht worden, ^) want deze schikkingen zijn er „secundam sapientiam dispensatio divinae."
")
Visseher wijst er op dat hier slechts sprake is van voorbereiding die afhangt van, en voortvloeit uit de roeping door het Woord, bij hen die in later tijd de inplanting van het nieuwe levensbeginsel deelachtig worden. ^) Dr.
die
Deze dispositiones
maar
zijn niet
„regenerationi proportionatae"
zijn „dispositiones materiales", d.
van de
dispositio
zelve
is
niet als die
de
collectie
w.
de verhouding
z.
ad regenerationem tot de regeneratio van het gloed van het vuur tot het vuur, maar als die van de droogte tot het vuur ^). De inhoud van Thesis VII deelt Dr. Visseher aldus mede: „Zooals het hout door de droogte meer geschikt wordt voor het vuur, zoo heeft de toebereiding van den zondaar de strekking, om straks het ontgloren van de levensvonk te vergemakkelijken. De voorbereiding neemt de hinderpalen weg. Kennis der waarheid doet de onkunde wijken; smart over de zonde neemt het genoegen weg, dat zij smaken
')
den )
In titel
geschriften
VisscHER wees
Dr.
van Amesius,
saam gebonden
in
één band, onder
„Amesii Opera Omnia. V. hier
reeds
op,
door aanhaling van Thesis
I.
{Guilielmus
Amesius, p. 125). ^J
Thesis
III
luidt
:
„Nos autem non dubitamus asserere,
in
omni peccatore post
usum rationis convertendo, ac regenerando ex ordine, praecedere dispositiones quasdam eo facientes, quamvis dispari gradu, secundum sapientiam dispensationis divinae." *) ^)
Dr. VisscHEB,
essent,
dispositiones
caloris
in
positionis,
ligno vel
introducenda
:
c,
1.
Thesis VI luidt
:
p.
126.
Huius sententiae non
regeneratione
ab igne
productus, ad ignem
necessariam,
vel
illa
proportionatae,
certam
;
mens ut
est,
habet
quasi huiusmodi opera se
quicunque
gradus
aut quasi vim haberent ultimae dis-
semper connexionem habentis cum forma
sed quod sint dispositiones materiales, quae subiectum facinut formae
introducendae magis susceptivum, ut se habet siccitas ligni ad ignera."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 355](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's