Johannes Maccovius - pagina 59

47

welck alsoo wij verstaen te tenderen tot inbruecke der Academiewetten, ende cleynachtinge van onse authoriteit. Soo ist dat wij (nae dat ons van gemelte Drs Maccovii goedt leven ende institutie waere gebleecken:) goet gevonden hebben daerinne te remedieren: u bij desen wel expresse ordonnerende ende belastende, omme meergemelten Drm Maccovium hier naer bij provisie wederom ad conventus et deliberationes rerum Academicaram te adis

geweest,

't

mitteren ende roepen

als andere professoren. *) Deze missive werpt een eigenaardig licht over het aanhangige geschil. We zien dus dat Gedeputeerden den toestand bij lange niet zoo erg vonden en dat de strenge Censor inderdaad in hooge mate heeft overdreven, en veel te zwart heeft gekleurd. En als Maccovius dan in zijn positie gehandhaafd wordt, dan blijkt tevens de willekeurige handelwijze van Amama c. s. uit wat Gedep. schrijven moeten dat Maccovius „sonder onse kennisse ende approbatie, gepraeterieert ende geexcludeert is geweest", en worden zij zelven op hun vingers getikt van schuldig te staan aan „inbruecke der Academiewetten, ende cleynachtinge van onse authoriteit." Dit stuk toont dus weer hoe voorzichtig men hier moet zijn in het vellen van zijn oordeel. Dit stuk verklaart ons tevens hoe het komt, dat alle officieele bescheiden bij het klaagschrift ontbreken en dat men in de Senaatsnotulen of in de Acta ac Decreta van den Senaat geen vonnis leest, dat Maccovius onder censuur kwam of dat hij van de Senaatsvergaderingen is geweerd. Littera scripta manet, en men wilde zijn arbitraire handelingen ten opzichte van Maccovius niet onder anderer oogen brengen. Ook het jaar 1627 had voor Maccovius zijn wederwaardighedeU; nu doordien hij zelf arbitrair had gehandeld. Hachting was na Roorda's aftreden in 1622 als Hoogleeraar in de Logica opgetreden. Hij behoorde tot de partij Lubbertus-Amesius-Amama, en was dus geen vriend van Maccovius. Maccovius nu gaf wel eens een privatissimumcollege in de Logica en Rhetorica. De Statuten der Acade-

')

Missive van H.H. Gedep., IV, N. 21.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen