GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 39

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

27

Hommius hem een

dan ook een brief aan Maccovius, hetwelk verwijt van Lnbbertus op den hals haalt, dat hij meer met Maccovius dan met zijn ouden leermeester in schrijft

vriendschapsbetrekking

Hommins

verdedigt

staat.

In een uitvoerig schrijven

zich.

Lnbbertus klaagt nu Maccovius aan, of liet hem aanklabij de Classis Franeker, wegens onrechtzinnigheid in de leer. Alhoewel Lubbertus pertinent, zelfs onder eede,

gen,

verklaarde,

niet

de aanklager te

zijn

geweest,

zijn

toch

allen, die de zaak onderzocht hebben, van meening dat Lubbertus wel ter de^e de aanklager is geweest. Nethenus deelt mede dat Voetius beweert van Plancius Jr. een brief ontvangen te hebben, die Lubbertus aan Plancius Sr., predikant te Amsterdam, geschreven had, waarin dezelfde beschuldigingen voorkomen tegen Maccovius, als

in de aanklacht bij de Classis.

^)

Sepp zegt dan ook dat het voor hem „vaststaat" dat Lubbertus èn „hoogst ongepast" het oordeel van de Heidelberger faculteit heeft ingeroepen, ën dat Lubbertus de aanklager van Maccovius bij de Classe is geweest. *) En niet minder beslist zegt Edema v, d. Tuuk als men het verloop der Historie nagaat dan „kan men wel niet anders opmaken, dan dat Lubbertus in dezen twist wel degelijk partij gekozen had en als beschuldiger optrad" ondanks zijn bezworen protest. ^) De Acta der Classe kunnen het niet meer uitwijzen, wie de aanklager was. Ze beginnen eerst met 1636, en bestaan niet meer van de voorafgaande jaren, zooals mij, tot mijn leedwezen, bij nader onderzoek gebleken G-enoeg,

er

kwam

is.

een bezwaarschrift in

bij

de Classe

minder dan 50 dwalingen verwaarin aan weten werden. *) Deze dwalingen waren veel erger nog dan die van Arminius en Vorstius; ze waren Luthersch, PaMaccovius niet

pistisch,

Sociniaansch, Pelagiaansch, Manichaeesch, ja zelfs

')

Hebinga, Twistzaak van Maccovius, Archief voor Kerkelijke

*)

Oodgel.

')

JOHANNES BOGEEMAN, p. 230. Deze 50 dwalingen hoop ik in de

*)

Onderw. in Ned. ged. de 16e en 17e eeuw,

I,

bijlage te geven.

p.

Geschiedenis, III, p. 885.

141.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's