GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 212

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 212

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET WEZEN GODS.

2io

langer

geen geest zoo vlug, het onbepaald getal van

te staan bij het feit, dat er

stil

geen tong zoo welbespraakt is, om Gods gedachten te melden. Dit neemt echter niet weg, dat van verschillende zijden pogingen in het werk gesteld zijn om toch een ander woord, dat wel iets positiefs aangaf, te zoeken, ten einde het daarvoor te kunnen bezigen. Men sprak van „zelfwezighcid" vertaling van het Latijnsche aseïtas (afgeleid van esse a se, hetwelk beteekent zijn van en door zich zelven), om daarmede uit te ,

:

:

drukken,

dat

bestaan

in,

God de HEERE het wezen, het leven, het van en door Zich Zelven heeft.

26: „Gelijk de Vader Daarbij werd dan gedacht aan Joh. 5 het leven heeft in Zich Zelven, alzoo heeft Hij ook den :

Zoon gegeven, het leven te hebben in Zich Zelven.'" Ontegenzeglijk wordt hier een voortreffelijke gedachte uitgesproken, want alle creatuur heeft het leven ontvangen, en alleen God heeft het leven in Zich Zelven, Hij geeft het aan wie Hij wil. Ook moet erkend worden, dat hier metterdaad een woord is gevonden dat een „stellige" gedachte uitdrukt, en daarom beter is dan „onafhankelijkheid". Maar zij, die het woord „zelfwezigheid" gebruikten om het éénige van Gods Wezen te onderscheiden van al wat niet ia God is, aan

te

woord"

is,

schrijvers is

erkenden zelven dat het een „barbaarsch waardoor het gekomen is, dat het wel bij de oude

duiden,

gevonden wordt, maar

niet in

de

taal der

gemeente

blijven voortleven.

voorkeur van de eerstheid Gods bij van het Latijnsche primitas Dei), gedachtig aan uitspraken als: „Ik, de HEERE, die de eerste ben, en mot de laatste ben Ik dezelfde" (Jesaja 41 4) en: „Ik ben de eerste, en Ik ben de laatste, en behalve Mij is er geen God" omdat, als God de eerste is, daaruit nood6), (Jesaja 44 wendig volgt, dat Hij alles in en van Zich Zelven bezit, niets van noode heeft, en de oorzaak van al het geschapene

Anderen spraken

(vertaling

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 212

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's