GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 110

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 110

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

108

DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.

den Goddelijken Maker verheerlijkt, het werk eens Scheppers toonen, zoo gunstrijk als almachtig. Ook na den val heeft God de Schepping niet losgelaten, noch aan den gevalle prijsgegeven, maar onderhoudt Hij haar door Zijne voorzienige kracht, zoodat loof en gras, regen en droogte,

heid

vruchtbare en onvruchtbare jaren, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle ding, niet bij geval, maar van Zijne vaderlijke hand ons toekomen. Alleen maar, wij hebben te verstaan, dat

God na den

zondeval in de Schepping óók

door den vloek, en in dien vloek op andere wijze Zich openbaart, waar Hij heel de Schepping als in barensnood doet zuchten. De vraag echter is: kan de natuurlijke mensch. met zijn verduisterd oog en zijn omfloersten blik, dat boek der Natuur met al zijne groote en kleine letteren lezen? Neen, helaas;

de Psalmdichter zingt het zoo roerend Een

ziel,

Beseft

aan

Uw

't

stof gekluisterd,

daden

niet;

Geen dwaas weet, wat Zijn oordeel

is

hij

verduisterd.

ziet;

(Ps. 92

:

3.)

Dat nu is de beteekenis van het tekstwoord, hierboven aangegeven: „En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen."

's

Het licht van Gods openbaring is blijven schijnen, menschen gemoed, consciëntie en verstand eenerzijds,

de schepping,

onderhouding en regeering anderzijds.

in

in

De

mensch gevoelt dat, en kan niet nalaten het op te merken. En daarom „is hij niet te verontschuldigen" (Rom. 1 20). Maar .... de mensch is zoo verdorven van gemoed, zoo dwalende van consciëntie, zoo verduisterd in zijn verstand, :

dat de duisternis het niet heeft begrepen.

En omdat

hij,

God kennende. Hem

verheerlijkt en gedankt, vindt hij den derft hij het

eeuwige

leven.

als

God

niet heeft

nauwen weg

niet,

en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 110

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's