Van de kennisse Gods - pagina 180
HET BESTAAN GODS.
I.
NIET TE BEWIJZEN. Alleenlijk
ziet,
heb
dit
God den mensch maar
zij
hebben
ik
recht
vele
gevonden, dat
gemaakt
Pred.
Van de
oudste tijden af hebben
zij,
heeft,
vonden gezocht.
die over
7
:
29.
de kennissc
Gods handelden, gepoogd het bestaan Gods te bewijzen, althans bewijzen voor het bestaan Gods aan te voeren. Eerst deed men dit op religieuse wijze; men geloofde in en leefde met God, en trachtte in die bewijzen het geloof des harten tot welbewuste uiting te brengen. De behandeling der natuurlijke Godskennisse bracht het met zich mede, zoo waande men, een logisch bewijs voor het Godsbestaan te geven. Allengs echter, toen de natuurlijke Godskennisse
werd losgemaakt van de Schriftuurlijke openbaring, verloren de dusgenaamde bewijzen hun religieus karakter en werden zij door de Rationalisten van alle gading aangegrepen, die er met kennelijke voorliefde gebruik van maakten, totdat Immanuel Kant, de machtige Duitsche wijsgeer, hun het onbereikbare var, dit rationalistisch ideaal het bestaan Gods :
verstandelijk te bewijzen, eens en voorgoed aantoonde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's
![Van de kennisse Gods - pagina 180](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/van-de-kennisse-gods/1907/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's