GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr. Hommo Reenders (1935-2009)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. Hommo Reenders (1935-2009)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de zomer van 2009 overleed in IJsselmuiden de kerkhistoricus Hommo Reenders. Hij werd geboren in de gereformeerde pastorie van Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee. Het gezin verhuisde naar De Krim in Overijssel (1939) en Naarden in het Gooi (1944) om vervolgens in 1948 naar Bedum in de provincie Groningen te verkassen, de bakermat van de familie aan vaders- en moederszijde. In de stad Groningen bezocht Reenders het Willem Lodewijk Gymnasium (opgericht in 1909) waar ook zijn vader leerling was geweest. Aangezien hij al jong predikant wilde worden, lag het geheel in de lijn dat ook hij in Kampen ging studeren. Dit gebeurde in 1955 aan de (synodale) Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland (gkn). Het instituut aan de Oudestraat in Kampen stamde uit de traditie van de Afscheiding van 1834, die juist ook in de provincie Groningen flink wortel had geschoten. Kerkgeschiedenis werd zijn favoriete vak, dat werd indertijd gedoceerd door G.M. den Hartogh, wiens onderzoeksterrein de studie van Réveil en Afscheiding betrof. In 1961 deed hij cum laude het kandidaatsexamen dat toegang gaf tot de kerkelijke examens. Toen de pastorie in zicht kwam huwde Hommo Reenders met Wil van den Berg uit een Friese pioniersfamilie in de Noordoostpolder, de zuster van een studievriend. Zij was onderwijzeres. Uit hun huwelijk werden twee dochters en een zoon geboren. Zij hadden ‘ja’ gezegd tegen de kerk van Alteveer (Drenthe) omdat de plaats lange jaren vacant was geweest. In 1967 werd het doctoraal examen in Kampen afgelegd. Onderdeel van de doctorale studie was een zgn. snelscriptie (bij C. van der Woude te verdedigen): binnen tien dagen moest een verhandeling over een onbekend thema worden geschreven; dit lag voor hem op het snijpunt van kerkgeschiedenis en zendingsgeschiedenis en had missionaire methoden in de tijd van Bonifatius tot onderwerp.

Na een betrekkelijk kort predikantschap stelde het echtpaar Reenders-van den Berg zich ter beschikking van de zending van de gkn. Tijdens de Kamper studiejaren volgde Reenders een uitgebreide cursus over zendingsvraagstukken in het Zendingscentrum van de gkn te Baarn waar J.H. Bavinck en later H. Bergema de scepter voerden. Nu volgden zij als echtpaar de opleiding tot zendingswerkers. Vanouds hadden die kerken missionaire terreinen toegewezen gekregen op Java en op Sumba. Na de moeilijke naoorlogse jaren in Indonesië (er werden geen Nederlandse zendelingen meer toegelaten) kon een nieuw begin gemaakt worden. Van ‘ouderwetse’ missie was echter geen sprake meer: Reenders werd vormings- en toerustingspredikant op Sumba (1968) en later theologisch docent te Kupang op Timor (1970). Vanwege dit laatste wordt hij – met zijn jongere vriend Andreas A. Yewangoe – gerekend tot de ‘founding fathers’ van wat nu tot de tweede volwaardige Christelijke Universiteit in Indonesië is uitgegroeid. Hommo schreef het eerste curriculum voor Kupang. Wil verzorgde het onderwijs voor kinderen van zendingswerkers; deze (schriftelijke) arbeid werd, 25 jaar lang, voortgezet bij de zgn. Wereldschool voor Nederlandse kinderen over heel de aardbol wonend. Ondanks de vrij korte Indonesische periode (in 1974 werd hij benoemd tot docent kerkgeschiedenis in Kampen), hebben deze ervaringen hen blijvend gestempeld, ook in zijn wetenschappelijke arbeid. Meermalen bezocht hij zijn vroegere werkterrein en verzorgde er gastcolleges, ook bijvoorbeeld in Nieuw-Guinea.

Reenders begon zijn arbeid in Kampen in de jaren dat de Hogeschool (later Universiteit) haar grootste bloei doormaakte wat betreft de aantallen studenten. Dr. J. Plomp was de canonicus en hoogleraar kerkgeschiedenis; hij bakende zijn eigen terreinen van onderwijs en onderzoek af en liet zijn medewerkers ‘vrij’: het was nog vóór de tijd van planning, rapportages en externe beoordeling. Bij Reenders duurde het de nodige tijd voordat de eigen weg gevonden werd. Daarbij kwam dat hij bijzonder precies en zorgvuldig te werk ging bij zijn publicitaire arbeid. In 1991 verdedigde hij de grondige studie Alternatieve zending. Ottho Gerhard Heldring (1804-1876) en de verbreiding van het christendom in Nederlands-Indië (promotor dr. Auke Jelsma, kerkhistoricus, copromotor dr. Pieter N. Holtrop, missioloog; referent was dr. Jan van den Berg uit Leiden, oud-leerling van Kampen. Het woord alternatief in de titel slaat op het feit dat Heldring ‘werklieden’ wilde scholen tot werkers in de zending). Het toont ook een constant trekje van de onderzoeker: zoeken naar het afwijkende, het marginale, de gewone (zo men wil), maar toch ook ‘ongewone’ man of vrouw: Nederlandse weeskinderen die naar Zuidelijk Afrika werden verscheept; sodomieten in achttiende-eeuws Zwolle en Kampen; een Herrnhutter in Kampen omstreeks 1740; Duitse en Nederlandse diaconessen; de Reveilman C.W.M. van de Velde (1818-1898), cartograaf van het Heilige Land én homoseksueel. In 1984 redigeerde Reenders met H. Hille en F. Pereboom een bundel over de Afscheiding van 1834 in Overijssel; deze studie werd als grensverleggende getypeerd door de brede aanpak van het bronnenmateriaal. Reenders schreef een uitvoerig opstel over A.C. van Raalte als oecumenicus, dat ook in Grand Rapids werd gepubliceerd.

Een medium om zijn kennis van en liefde voor de zendingsgeschiedenis in te kaderen werd de ‘Werkgroep voor de geschiedenis van de Nederlandse Zending en Overzeese Kerken’, die van 1994-2004 een Documentatieblad uitgaf. Hij werkte hier nauw samen met zijn vriend dr. Thom van den End. Grondleggend voor de bestudering van de geschiedenis van de christenen in Indonesië werd de serie bronnen die deze werkgroep het licht deed zien. Reenders verzorgde het deel over de gereformeerde zending op Midden-Java 1859-1931 (Zoetermeer 2001), ruim 1000 bladzijden tellend en voorzien van een brede inleiding. Trots was hij erop dat in Indonesië een vertaling in de Bahasa Indonesia wordt voorbereid, men moet immers in de eigen taal kunnen lezen waar het begin lag van de eigen christelijke kerken. De Nederlandse bronnenpublicatie werd uitvoerig gepresenteerd op het symposium ter gelegenheid van zijn afscheid van Kampen (april 2001). Aan Henny Bergema als missionair predikant (van 1929-1956) en als hoogleraar (van 1957-1968) zou hij in 2006 twee studies wijden. De Kamper thuisbasis, die later werd verruild voor IJsselmuiden, was intussen een home geworden voor de vele Indonesische vrienden, die (meestal) tijdelijk in Nederland verbleven. Wil Reenders was, naast haar onderwijsactiviteiten, actief op het Vrouwen Zendings Thuisfront dat de positie van vrouwen en meisjes op de zendingsterreinen trachtte te verbeteren.

De colleges van Reenders werden gewaardeerd (en ook wel gevreesd) om hun grondigheid, door sommigen dus al snel als ‘saai’ afgedaan. Generaties heeft hij ingevoerd in thema’s als Apartheid, de Duitse Kerkstrijd, Oorlog en Vrede. In de vakgroep had hij – naast Jelsma en ondergetekende – een eigen stijl, soms wantrouwig als het om ‘zijn’ onderwerpen ging. Humor was hem evenwel niet vreemd (als wel niet geboren maar toch van afkomst Groninger); naar buiten en in de familiekring was hij een vriendelijk man. Tijdens zijn emeritaat maakte hij met zijn vrouw Wil grote reizen (vooral naar Indonesië), vaak als gidsen; Wil gidste ook persoonlijk reizen naar Indonesië. In Hoenderloo, zo nauw verbonden met de filantroop Heldring, hadden zij een geliefd pied-à-terre. Toen drie gereformeerde kerken te IJsselmuiden herdachten voor 75 jaar gesticht te zijn (in 1929) hield hij voor alledrie tezamen een lezing over de toedracht en het verloop van die stichting. Dat werd tevens zijn laatste grote studie, Kerk aan de Overkant. Gereformeerden in IJselmuiden en Grafhorst (1835-1985) (Kampen 2009). Nog eenmaal kon hij een breed klavier bespelen: uitvoerige interviews nam hij af, deed bronnenstudie, ook naar de andere kerkgenootschappen; de bredere maatschappelijke context liet hij scherp in beeld komen. Een voorbeeldige studie. Bij de voltooiing van het manuscript was hij al geruime tijd ziek, toch werkte hij stug door. De presentatie heeft hij echter niet meer meegemaakt. Vrienden hebben het manuscript ‘bezorgd’. De grote opkomst bij de begrafenis in juli en bij de presentatie in oktober, uit alle kringen, geeft aan dat een gewaardeerd man was heengegaan. Het koor van de Indonesische christelijke kerk te Zwolle zong. Een uitvoerige bibliografie van zijn geschriften is te vinden in Kerk aan de Overkant. Van de redactie van DNK was hij lid van 1995-2003.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

DNK | 78 Pagina's

Dr. Hommo Reenders (1935-2009)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2010

DNK | 78 Pagina's