Uit Ferwerd meldt men ons:

Uit Ferwerd meldt men ons:

Ook alhier schijnt de Synodale Hiërarchie een begin te zullen maken met haar ongerechtig schorsen en uitdrijven.

Representant dier Hiërarchie is daar de heer Ds. W. H. Stegenga, die maar kort en goed gaat doen »wat des Classicalen" en »des Provincialen Bestuurs is”.

Deze prediker toch heeft in zijne qualiteit van praeses des Kerkeraads, bij gelegenheid van eene vergadering van dit lichaam, een der ouderlingen, den heer R. J. Postraa, maar eenvoudig niet opgeroepen en zelfs niet eens bericht^ dat hij hem voortaan f huis zal laten. En waarom?

Omdat genoemde ouderling niet meer bij den heer Stegenga kerkt, en bovendien verklaard heeft, , dat hij de Synodale reglementen niet kon, niet Wilde ên ooli niet zou gehoorzamen.

Of het eerste der genoemde misdrijven den heer Stegenga dus ongedurig en vervolgziek heeft gemaakt? .....

We aarzelen het te gelooven, aangezien Z.Eerw. zich daar zoozeer boven verheven acht, dat hij den modernen voorganger van den nu getuchtigden ouderling daarom nooit zuur heeft aangezien en hem altijd trouw ter vergadering heeft uitgenoodigd.

Dan om het tweede misdrijf?

Dit komt ons gelooftijker voor; want de heer Stegenga is op dit punt zeer consciëntieus geworden.

Sedert Z.Eerw. door Prov. Kerkbestuur en Synodale Commissie vermaand is over zijn verzet in zake de afgifte van attesten aan moderne aannemelingen, is hij een gehoorzaam en trouw dienaar der Synodale organisatie geworden.

Deze trouw gaat zelfs zoover, dat hij in dezen zijn dienst naar overtollige goede werken streeft.

Want hoe zullen we des heeren Stegenga's doen in deze anders qualificeeren?

Werd Z.Eerw. misschien door een of ander artikel uit zijn reglementen-bijbekje genoodzaakt den heer Postma dus te bejegenen?

We betwijfelen het: want deze heeft nóch eene aanklacht nóch een vonnis te zijnen laste.

De heer Stegenga is dus IJlijkbaar bezig den Kerkelijken Besturen een vlieg af te vangen.

’t Is te hopen, dat deze besturen minder tuk op vervolgen zijn dan Z.Eerw.; want zoo niet, dan heeft de heer Stegenga ook zijn vrienden alhier een zeer slechten dienst bewezen.

Immers de heer Postma is niet alleen ouderling, maar ook lid van het college «Notabelen.

En zoo hij ook daar tengevolge afzetting en uitdrijving wordt buiten gezet, geraakt dit college weer voor goed onder de Modernen.

Aan den heer Ds. Stegenga dan de eer, dat hij in deze zaak de kat de bel heeft aangebonden.

Treurig voorwaar!

En vooral treurig om de geestelijke schade, welke door zulk doen geleden wordt. Of lijdt een gemeente geen enorme geestelijke schade, wanneer in haar midden dus de ordeningen Gods worden vertreden en aan den boozcn hartstocht der heerschzueht de vrije teugel wordt gevierd?

Want het is niet de eerste maal, dat de heer Ds. Stegenga dus zijne medeleden van den Kerkeraad negeert.

Nn ruim een jaar geleden - het was evenwel na de bovenvermelde vermaning - heeft hij o. a. de Moderne aannemelingen geboekt ook zelfs ondanks het protest van de wettige meerderheid des Kerkeraads.

Maar genoeg.....

De ongerechtigheid tiert welig op den Synodalen akker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen