GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Synodaal Convent,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Synodaal Convent,

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

gehouden te Rotterdam.

Rapport IV over Art. 33—34.

Gelijk reeds in de bijvoeging van het woordeke Nederduitsche voor de benaming Gereformeerde Kerken (doleerende) blijkt, hebben wij er op uit te zijn als Kerken ons van onzen samenhang bewust te blijven met de Kerken Christi ook over onze grenzen. In den wortel zijn zij alle één en, slechts uit overeenstemming in taal en uit gemeenschappelijk doorleefde historie volgt, dat enkele Kerken meer doorgaande samen verbonden leven. Vandaar de drang, dat dat gemeenschappelijk leven zich althans zal toonen, wanneer gewichtigejgebeurtenissen voorvallen, zooals ten huldigen dage in onze Kerken geschiedt. Uwe commissie acht het mitsdien noodig, dat der Kerken buitenaf kennis worde gegeven van de vrijmaking veler Kerken in ons vaderland. Zij meende, dat het noodig ware, hetzij aan de die Kerken vertegenwoordigende Synoden, hetzij aan de plaatselijke Kerken zelve — voor het laatste is nog misschien wel het meeste te zeggen — een schrijven te zenden. Voor de hand ligt het ook, daarin uit te gaan van de laatste uiting van gemeenschappelijk leven in de bijeenkomst der Kerken te Dordrecht in 1618—19; voorts zou met enkele trekken vermeld moeten worden de geestelijke' inzinking der Kerken in de laatste eeuw, waardoor het een wereldlijken monarch mogelijk werd zulk een overmacht over haar

te verkrijgen, dat zij willig, althans slechts onder zwak protest en zonder openbaring van kloeke energie, bogen onder het juk eener Hiërarchie, die onder gereformeerde namen getrouwelijk op Roomsche leest is geschoeid. Voorts zou vooral op den voorgrond moeten worden gesteld, dat daarom het bukken onder deze Hiërarchie zoo schuldig was, wijl van meet af de toeleg duidelijk werd om door dezen hefboom de belijdenis uit het midden der Kerken uit te lichten. Zoodat de erkentenis niet achterwege mag blijven van de groote gunst, die de Heere onze God zijner kerken bewees, door ze in dien staat van ellende nog aan te zien en de hand zijner ontferming aan haar te slaan.

Nu, na deze vrijmaking moeten zij dus weer de zoo lang onderbroken gemeenschap oefenen, in de hoop, dat eens de dag weer dagen moge, dat wat te Dordt gezien werd, zich nog eens moge herhalen en de heerlijke eenheid van al Jezus' Kerken op eene generale Synode worde vertoond.

Zulke kennisgeving acht uwe commissie, dat zou moeten gezonden aan de Kerken van Gereformeerde belijdenis. Dan reeds is de taak omvangrijk genoeg. Alleen daar kan van rechte, levendige gemeenschap sprake zijn, waar men metterdaad in den grondslag accordeert. Men kan dus de lijst volgen der Kerken, die, in wat vorm ook, nog de Gereformeerde confessie hebben en handhaven.

Uwe commissie meent, dat het beste ware deze zaak toe te betrouwen aan een viertal deputaten en neemt de vrijheid eenige namen daarvoor voor te stellen. Het zijn de heeren Prof. F. L. Rutgers, Ds. F. Lion Cachet, Jhr. Mr. A. F. de Savornin I.ohman en Prof. Dr. J. Woltjer.

Correspondentie onderhouden vereischt ook, dat van tijd tot tijd de schriftelijke gemeenschap vervangen worde door de afvaardiging van personen. Vandaar dat uwe commissie nuttig acht, om, voor zoover daarvoor mannen zullen worden gevonden, die tijd en geschiktheid hebben, afgevaardigden naar andere vergaderingen buitenaf te zenden. In allen gevalle zal het naar hare meening goed zijn te verzoeken, dat afgevaardigden herwaarts worden gezonden. Daar het moeielijk is, nu reeds namen te noemen, geeft uwe commissie in overweging, om, zoo eene uitnoodiging herwaarts komt, der Kerken van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht op te dragen, samen een drietal gedeputeerden, een bedienaar des Woords, een ouderling en een armverzorger derwaarts te zenden. De uitnoodiging om herwaarts te komen kan uitgaan van de Kerk van Utrecht, in overleg met de gedeputeerden onder punt 2 2 genoemd. De kosten voor deze deputatie zouden dan moeten worden gevonden, hetzij door de vier genoemde Kerken of door de Classis, waartoe die Kerken behooren.

Wat voorts punt 24 aangaat, acht uwe commissie het zeer noodzakelijk, dat tot het opstellen van zulk een geschriftje worde overgegaan. In zoo beknopt mogelijken vorm zou. daarin, de toestand der Kerken moeten geteekend en de aanvankelijke loop der hedendaagsche geschiedenis op ons kerkelijk gebied. De vervaardiging hiervan ware wellicht best opgedragen aan de reeds meer vermelde commissie, met volmacht om óf zelve dien arbeid te verrichten, óf iemand in of buiten haren kring dezen arbeid op te dragen. Om zooveel mogelijk alle Kerken te bereiken, zou dat geschrift moeten verschijnen, behalve in ^e Engelsche en Duitsche talen, ook in de Fransche. Worde dan als nevendoel bij de bestrijding van valsche voorstellingen niet uit het oog verloren, dat de vermelding van den zegen, dien de Heer ons aanvankelijk genadig verleende, getrouwheid schenkt, misschien nog zou mogen dienen als instrument, om ook elders het ingezonken leven nog te prikkelen tot nieuwe energie.

Gestadige mededeeling van den gang van zaken in buitenlandsche kerkelijke periodieke geschriften, ware gewis een treffelijk middel te achten om den hernieuwden band te sterken en opkomende valsche voorstelling aanstonds tegen te gaan. Voor de uitvoering hiervan ware misschien te zorgen door van tijd tot tijd eene resumtie te doen vervaardigen der belangrijkste ofBcieele mededeelingen in de Heraut, na eventueel getroffen accoord, op te nemen.

Rapport V over Art, 25.

Wat art. 25 aangaat, meent uwe commissie voorshands nog niet te kunnen adviseeren om verder te gaan dan het duidelijk poneeren van het beginsel dat de Kerken gehouden zijn om den arbeid, te kwader ure en ten gevolge van hare ontrouw haar uit de hand genomen door genootschappen en vereenigingen, weer op te nemen, om de belangen van reeds onder de heidenen gestichte Kerken te behartigen en voor de stichting van meerdere te ijveren. Meest zal dit voor de toekomst evenals in het verleden wel komen voor rekening der dassen aan de zeekust gelegen, die nl. van Amsterdam, Rotterdam en Middelburg, voor zooverre althans de uitvoering van dien arbeid betreft. Voor de voorziening in de onkosten aan dezen arbeid verbonden zullen natviurlijk alle Kerken moeten worden aangezocht. De nadere regeling dezer aangelegenheid zal nog tot eene, zij het niet al te verre, toekomst moeten verschoven worden. Voorshands zouden de Kerken reeds kunnen aanvangen met belangstelling er voor te toonen, door gelden bijeen te zamelen, door nu reeds zéker eens, liefst meermalen, zoo mogelijk zelfs elke maand, er voor te collecteeren, terwijl dit Synodaal, Convent een tweetal deputaten zou kunnen benoemen, aan wie die gelden werden', ter hand gesteld, om dan te worden besteed op eene wijs als het naast aan de toepassing van het door ons gehuldigd beginsel toekomt. Daarvoor aangewezen de BB. Lion Cachet en Hovy.

Aan die zelfde broederen zou dan misschien kunnen gevraagd om eenig plan te ontwerpen, waardoor bereiking van het voorgestelde doel het best zou geschieden. Zoo moge dan de weg gebaand worden om de vereenigingen, die dusverre, soms met beschamenden ijver, zich deze zaak hebben aangetrokken, er toe te brengen, dat zij haar arbeid kunnen doen oplossen in het werk, dat de Kerken zelve dan doen.

' Onderscheiden van den arbeid der stichting en onderhouding van Gereformeerde Kerken Qnder de heidenen, is die van de zending onder de Joden. Ook de Jood mag onder ons niet wonen zonder dat hem de komst van zijn Messias worde aangezegd. Deze arbeid is het werk der plaatselijke Kerken in elke stad en op ieder dorp, en vormt een deel van den arbeid der • ^erk om bij de zielen, waaronder zij geplaatst is, ^ door bekendmaking van Gods raad en wil, f"e onkunde te bestrijden.

Alleen door den Kerkeraad van Amsterdam 20U, naar uwe commissie meent, de arbeid nog Wat meer omvangrijk moeten aangevat, om het groote aantal Joden, dat in de plaats waar zij woont vertoeft. Overweging zou het misschien verdienen om een bepaalden persoon voor dezen arbeid aan te wijzen en voor de ondersteuning van dezen arbeid de hulp van andere Kerken te ontvangen.

(Wordt vervolgt).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Acta van het Synodaal Convent,

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1887

De Heraut | 4 Pagina's