De benoeming van Dr. Kleyn

De benoeming van Dr. Kleyn in de plaats van Dr. Doedes begroeten we met zekere ingenomenheid.

We zijn niet enghartig genoeg, om Dr. Kleyn ter v/ille van de hoonende taal, die hij tegen eenige onzer beste vrienden aansloeg, en de hulpe die hij aan de Synodalen tegen de Doleerenden bood, in zijn positie en verdienste te miskennen.

Ook zijn ketterij op het stuk der kerk belet ons niet, hem met zekere mate van ingenomenheid naar Utrecht te zien trekken.

Immers hoofdzaak is en büjft ons de eere van Gods Woord, en als we ons nu afvragen, hoe Dr. Doedes tegenover Gods Wo'ord stond en hoe Dr. Kleyn er tegenover staat, dan is hier stellig wfinste in stee van verlies.

Dr. Kleyn bewandelt, zooveel wij kunnen nagaan, paden die veel nader dan die van Dr. Doedes, bij de paden der Gereformeerden liggen.

Zelfs betreuren we het, dat de vakken die rechtstreeks met de Heilige Schrift in contact staan, en die Dr, Doedes doceerde, aan Dr, Kleyn onthouden en aan Dr, Cramer gegeven zijn.

Immers hierdoor zal zijn invloed ten goede voor wat zijn colleges aangaat, tot bijna niets zijn gereduceerd, terwijl de Heilige Schrift in de handen van Dr. Cramer nog veel minder veilig is, dan ïn die van Dr. Doedes.

Doch ook nog om een andere i eden juichen we Dr. Kleyns optreden toe.

Hij is naar zijn studie te oordeelen, een echt historicus, uit de school van Moll en Acquoy.

En hier vooral had Utrecht behoefte aan.

Ter Haar vormde reeds geen historici. Beets kon het uiteraard nog veel minder. En wat er van de kerkgeschiedenis na Beets' emeritaat terecht kwam, zullen we maar niet breeder uitwerken.

Het stond gelijk met een schrappen van heel het vak.

En wijl nu juist de historie de sterkte der Gereformeerden is, kan het niet anders of Dr. Kleyn zal op zijne wijze, en zij het ook op zekeren afstand, er toch weer het zijne toe bijdragen, dat onze zaak gevorderd worde.

Bovendien dat men Dr. Vos en Dr, Bronsveld 7iiet nam, maar een leerling der Leidsche school, is een ons welkom protest tegen de v/einig wetenschappelijke richting der Utrechtsche theologie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen