GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De oude heer Höveker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oude heer Höveker

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De oude heer Höveker heefc het tegen Dr, A. Pierson voor zijn afgestorven vrienden opgenomen.

In zijn studie „Oudere Tij'dgenooten" had Prof. Dr. A, Pierson boeiende schetsen over den Reveil geleverd en met warme waardeering de vrienden van zijn vader herdacht, maar toch niet onduidelijk laten doorschemeren, dat er in de passie van hun leven heel wat illusie was geweest.

Vooral dit woord op blz. ii8 had den ouden heer Höveker gehinderd:

»Ik gedenk u met dankbare ontroering, vrienden mijner ouders, harten van goud. Uw theologie was een weinig zonderling; uw mirakelgeloof niet volkomen in overeenstemming met de tegenwoordige kennis van de natuur; uw levensbeschouwing vaak eenzijdig en daarbij willekeurig: maar dit waren aarden vaten van het uitnemende dat uw deel was. Een goed gesternte heeft hem, die aan uwe lessen niet genoeg had, tot andere leermeesters geleid, tot Titanen der v/etenschap, heroën der wijsbegeerte, koningen der kunst: ook zij, aangegrepen en bezield door dien machtigen, levenwekkenden geest, van wien niemand weet vanwaar hij komt en waar hij heengaat. Daar heeft hij gevonden, wat gij hem nooit hadt kunnen geven, want uit u en uwe geestverwanten zal nooit voortkomen een Darwin die onderzoekt, een Spinoza die verbindt, een Shakespeare, Rembrandt of Beethoven, aan wie de Schepper een deel van zijn werkzaamheid schijnt te hebben afgestaan.' Maar der vromen gave en roeping is een andere. Zij wandelen niet op de hooge bergtoppen, noch in dingen die hun te wonderlijk zijn. Zij blijven in het Vaderhuis, waar zij de kinderen zijn, aan het bekende gehecht, niet alles nieuwsgierig onderzoekende, met een intiem hoekje tevreden, daar hun oud spel voortzettende, telkens hervattende, als voortdurend in blijde afwachting, dat de Vader zal binnentreden en ze sluiten aan zijn hart. Zij begrijpen niet, dat men dat huis verlaten kan, om de wijde wereld in te gaan; aan tooneelen van zijn jeugd den rug kan toekeeren; een laatsten kus kan drukken op moeders dierbaar gelaat, om, met dat onvergeteï^'k beeld in het hart, langs vreemde kusten te dwalen; zij begrijpen allerminst, dat wie zijn God verliest, zijn God zal vinden."

Nu twijfelachtig waren deze woorden dan ook niet. Ze stempelden de mannen van den Reveil tot een soort oolijke dwepers, die in vorm en levensuiting zeer zelcer hoog boven de „nachtschool" stonden, maar die met die „nachtsschool" dan toch den grondtrek van akosmische dweperij gemeen hadden.

Het is goed, dat de oude heer Höveker hier eens een woord van protest tegen liet uitgaan.

Natuurlijk lag het niet op zijn weg, om dit op 'wetenschappelijke wijste doen.Piersons ongelijk met de stukken bewijzen, kon hij niet.

Maar wat hij wel kon, dat deed hij: hij legde een getuigenis af. En zulk een getuigenis van een ouden grijsaard, niet zonder de naïviteit, maar toch ook met de kalme sereniteit van den ouden man afgelegd, heeft altoos iets dat roert,

„ Wij weten" heefc hij zijn boekje betiteld, en meest met aanhalingen van plaatsen uit de Heilige Schrift aan Dr, A. Pierson (die dit natuurlijk zeer goed wist) herinnerd, hoe de, getuigen die in de Heilige Schrift voor ons optreden, op h& t weten aiet wachten als op een resultaat dat hun eerst vrucht van onderzoek zal zijn, maar dit weten verklaren te bezitten langs een weg die met den arbeid der studie niets gemeen had.

Juist omdat de heer Höveker ditmaal zijn theosophische beschouwingen bijna geheel wegliet, en zich tot dit klare, nuchtere getuigenis uit de Heilige Schrilt bepaalde, deed dit boekske ons aangenaam aan, en kunnen we er hem voor danken.

Och, als deze mannen niet tegen hun Gereformeerde broederen te velde trekken, maar hun wapenen tegen den gemeenschappelijken vijand keeren, komt er aanstonds zulk een geheel andere, zooveel nobeler trek op hun gelaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's

De oude heer Höveker

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's