Oifficieele berichten uit de ned. Geref kerken.

Noodlijdende kerk te Helmond.

Reeds kwamen op onze circulaire verschillende inschrijvingsbiljetten voor jaarlijksche bijdragen en postwisseïs voor giften in ééns in.

Ook ontvingen wij van ééne kerk toezegging eener jaarlijksche bijdrage, wanneer ons leeningsplan mocht slagen.

Binnen kort geven wij D. V, van een en ander de bedragen op, waarbij wij hopen dan nog anderen te kunnen vermelden, van welke wij die nog verlangend inwachten.

Hoezeer wij hiervan dankbaar melding maken, vreezen wij het uitschrijven der voorgestelde leening te zullen moeten opgeven, wanneer het aantal inschrijvingen niet nog belangrijk toeneemt.

Moge Hij, die de harten leidt als waterbeken, nog velen bewegen om mede te werken tot het welslagen van het voorgestelde doel! Namens de Kerkelijke Kas te Helmond,

G. VISSER, Penningmeester.

Adres : Kanaaldijk No. i.

De kerkeraad der Ned, Geref. kerk van Barendrecht maakt door dezen bekend, dat als scriba is opgetreden de heer C. Berkouwer, en verzoekt alle brieven en stukken, voor hem bestemd, aan genoemd adres te zenden.

Namens den Kerkeraad,

C. BERKOUWER, Scriba.

De kerkeraad der Nederd. Geref. kerk van Weesp, is zoo gelukkig den zusterkerken te kunnen berichten, dat ook aldaar de reformatie der kerk tot! stand kwam. Niettegenstaande vele moeielijkheden en bezwaren te overwinnen waren, werden op 7 Mei de kerkeraadsleden, door de geloovigen daartoe aangewezen, in hun diensten bevestigd door den consulent. Li de daarna gehouden kerkeraadsvergadering werd het juk der hiërarchie van 1816/52 afgeworpen en kwam de kerk alzoo weer onder de Dordtsche kerkenordening te staan. Daarmee is dus ook de weg voor geordende samenleving met de andere kerken weer geopend en wordt daartoe deze mededeeling gedaan. Schenke de Heere daarop Zijn zegen! Stukken voor den kerkeraad zende men aan het adres van broeder C, Kuyper, ouderling.

Namens den Kerkeraad,

B. VAN SCHELVEN, Consulent.

Classicale vergadering Utrecht - Wijk.

De gecombineerde classis Utrecht—Wijk vergaderde op Vrijdag 24 April 1891 in de Oosterkerk te Utrecht.

De vergadering werd door den voorzitter Ds. Hoekstra, van Utrecht geopend met het laten zingen van Psalm 68 : 6, gebed en het voorlezen van Jes. 45.

Na inzage der credentiebrieven bleek het, dat 16 kerken vertegenwoordigd waren door 27 deputaten, terwijl de vergadering nog door eenige broeders werd bijgewoond zonder keurstemmen.

De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en vastgesteld.

Allereerst komt aan de orde het praeparatoir examen van den heer Ringnalda cand. in de theologie aan de Vrije Universiteit. Na gedaan onderzoek wordt dezen vrijheid gegeven op te treden in de Ned. Geref. kerken.

De morgenvergadering wordt nu gesloten met dankzegging door Ds. E. J. de Groot.

Nadat de middagvergadering door Ds. Barger geopend is, worden de aspirant-oefenaars Schonewille, Kraak en Zuidam in de vereischte vakken onderzocht.

Uitslag was, dat allen werden afgewezen wegens te geringe kennis, terwijl de classis zich bereid verklaarde laatstgenoemden broeder, indien hij hiertoe begeerte hebben mocht, bijv. over een jaar nogmaals te onderzoeken. De korte predikatie wordt niet gehouden i vanwege de vele nog te verrichten werkzaam­ h heden.

Consulentschappen blijven geregeld als tot op heden.

Tot vervulling der vacatures in de kerken van Lopik en Vinkeveen, worden in plaats van de br. Westerbeek van Eerten en Hoekstra, de br. Kingnalda voor Lopik en Barger voor Vinkeveen aangewezen.

Naar aanleiding eener voorgelezen missive van deput. syn. voor hulpbehoevende kerken, w^ordt op voorstel van den praeses goedgevonden een classicaal fonds op te richten voor noodlijdende kerken - in deze classis, terwgl de gecollecteerde gelden in handen mSeten gesteld van de hiertoe aangewezen broeders Westerbeek van Eerten van Mijdrecht en eizer van Driebergen. De classis zal telkens unnen uitmaken welk deel daarvan kan betemd voor kerken buiten de classis, welke elden dan in handen zullen gesteld worden an deput. syn.

Op de vraag van de kerk van Veenendaal, etreffende den Heiligen Doop te bedienen aan inderen op meer gevorderden leeftijd uit eene aburige gemeente, wordt geantwoord, dat de Heilige Doop mag bediend, indien de kerkeaad, onder wiens opzicht de ouders gesteld ijn, dat toestaat; dat echter aangaande den eeftijd geen strikte bepaling kan worden geaakt, op den leeftijd van circa 17 jaar echter elijdenis noodzakelijk moet worden geacht. De vragen van de kerk van Wilnis: i. Wat oet er verondersteld' worden bij het doen van belijdenis; eene verklaring af te leggen angaande de inwendige behoefte tot het vondmaal en alzoo te verklaren een levend idmaat van Christus te zijn? Of door het doen van belijdenis toegang te vragen tot het vondmaal en alzoo zich aan te sluiten aan de kerke Christi, zooals die zich naar buiten openbaart? 2. De uitspraak van den eerwaardigen en godsdienstigen leeraar Bernardus Smytegald te Middelburg, in zijne catechismuspredicatie over den 3osten Zondag, luidt: «Belijdenis moet elk doen, maar elk mag niet ten Avondmaal gaan", in de eerste helft van de 18de eeuw geapprobeerd. Heeft de kerk den weg in dezen niet te volgen, naar de leer van onze voorvaderen, die geleefd hebben onder de voor-en toelichting des Heiligen Geestes? '' worden besproken en voorts besloten, dat op de e. k. vergadering een goed uitgewerkt rapport zij, overeenkomstig den Woorde Gods, over de belijdenis en des Heiligen Avondraaals, waarvoor de broeders Ds. Ringnalda en Ds. Hoekstra worden aangewezen, die zich hiertoe bereid verklaren; eveneens een dergelijk rapport over den aard van het consulentschap naar aanleiding van de vraag van de kerk van Utrecht.' »welkebeteekenis heeft het consulentschap in de Gereformeerde kerken? "

Nadat de kerkeraad te Kamerik is aangewezen om den broeders te Zegveld inlichtingen te geven in zake reformatie, den broeders van Harmeien is opgedragen een onderzoek in te stellen bij de br. te Linschoten en hiervan op de e. k. vergadering verslag te geven en de kerk van Utrecht is aangewezen om de e. k. classis saam te roepen, wordt de vergadering met het zingen van Psalm 72:11 en dankgebed bij monde van Ds. Ringnalda gesloten.

Namens de vergadering,

E. J. DE GROOT, scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen