GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Om te doen gedenken.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Om te doen gedenken.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een psalm van David, om te doen gedenken. Ps. 38 : i. r t

Bij onze vaderen was de kostelijke gewoonte in zwang, om den dag van het heilig Avondmaal ook te stempelen tot een dag des Gedenkens. d d

Ons menschelijic leven ondergaat gedurig schokken en schommelingen; na dagen van j^almte volgen er dagen die ons aangrijpen in p het diepst onzer ziel; en een iegelijk weet ze in zijn eigen leven wel aan te wijzen die dagen, die niet waren als andere dagen, maar waarop dubbel en driedubbel is geleefd, zooals de smart onze ziel verteerde, of hooge vreugd en heilige verrukking over uitredding of duizendwerf verbeurden zegen ons menschelijk hart in spanning bracht.

Onder deze soort dagen zijn er van meer gewonen en van meer buitengewonen aard.

Meer gewoon kunt ge het noemen, zoo de terugkeering van een geboortedag den levenstoon in het gezin verhoogt; als de dag komt, die u eindelijk in het huwelijk vereenigt met den man of de vrouw uwer keuze; als straks uit dien echt u een kind van God geboren wordt; of als dat kind, straks opgegroeid, tot de belijdenis van zijn Heere komt of slaagt bij zijn optreden in de maatschappij. Reeds zeldzamer maar toch nog van gewonen aard is het feest van uw zilveren bruiloft of een jubileum dat ge in uw betrekking moogt vieren. Immers ook al dit vloeit nog voort uit den stillen, gewonen gang des levens. En wel is de goedertierenheid uws Gods ook in al dezen jubel, maar toch in den gewonen gang des levens mocht van mijlpaal tot mijlmaal de komst dezer vreugdedagen worden ingewacht.

Welnu, reeds al zulke dagen brachten onze vaderen in verband met het heilig Avondmaal.

Ze hadden op deze dagen van verrassenden zegen dieper dan anders uit den kelk van Gods barmhartigheden gedronken. Ze hadden zich weer kleiner en afhankelijker van den Heere hunnen God gevoeld. En bovenal door hun ziel was het ootmoedig besef gegaan, dat ze toch eigenlijk door hun diep zondig bestaan al dezen zegen verbeurd hadden, en dat het alleen om Christus' wille, dat het alleen uit genade was, dat hun God hun niet gedaan had naar hun zonde, maar hen verrijkt had met zijn eeuwige goedertierenheden.

Zoo verbond zich dus voor het geloofsbesef de opnieuw ervaren goedertierenheid huns Gods met die onuitsprekelijke gave, die hun in het Kruis van Golgotha was geboden,

En dan weerklonk de uitroep van David in hun ziel: Om te doen gedenken. En hetzij als jong gehuwden, hetzij nadat God ze in hun kinderen of in hun huis gezegend had, gingen ze op ten Avondmaal, liefst met hun magen en vrienden, die deelden in hun vreugde, om aan dien God, wiens goedertierenheden in der eeuwigheid zijn, het lofoffer te brengen van hun dank.

Maar vooral gevoelden ze daar drang en behoefte aan, als een buitengewone gebeurtenis den golfslag van hun leven had doen aanzwellen, 'tzij dat God de Heere hen bedroefd had door bittere rouwe, 'tzij dat Hij ze verkwikt en verrast had door wondere uitredding.

Dat hing dan meestal aan een gevaarlijke krankheid waarin ze geworpen waren, of waardoor een hun zoo dierbaar leven wierd bedreigd. Dat hing dan aan gevaren waarin ze onverhoeds door schipbreuk of ongeval gekomen waren. Of ook aan machtige rampen, die hen door oorlog, door gevaar van den vijand, of door een paniek in üen handel overvielen. a

Dat waren dan de dagen, waarin ze het boek Job opsloegen, om nogmaals medicijn voor hun ziel in te drinken uit de bange worsteling van dezen wonderen man Gods, groot in zijn vooorspoed, nog grooter in zijn lijden; groot als hij voor God roept en grooter nog als hij door God wordt berispt.

Dan waren er soms dagen doorleefd, alsof de hel uit de diepte tegen hun ziel opkroop ; dat banden des doods hen omvangen hadden; en de laatste ster aan den hemel hunner hope scheen ondergegaan.

Maar in die benauwdheid hadden ze tot den Heere geroepen, en 'tzij het Hem dan beliefd had hun vreeze af te wenden, 'tzij dat naar zijn ondoorgrondelijk bestel, hun vreeze kwam; in beide gevallen hadden ze dan toch een Pniël doorleefd. Ze hadden geroepen; ze hadden gesmeekt; ze hadden met hun God geworsteld. En hetzij dan een bijna ongehoopte uitredding hun ziel tot in de wolken deed opklimmen, hetzij dat ze in diepen rouw den uitgang van deze spanning hunner liefde beweenden ; hun God was hun nader gekomen, zijn hand hadden ze gevoeld; zijn voetstap op hun levenspad ontdekt. En zoo was én die vreugd én die rouwe, een daad huns Gods om te gedenken, geworden.

En nu voor dat gedenken koos stille vroomheid dan den gang naar het Avondmaal.

Soms hoort men daar nog van; maar toch het wierd minder; iets wat zich daaruit verklaart, dat het heilig Avondmaal voor zeovelen van Gods kinderen ophield het glanspunt van hun leven te zijn.

Is het goed met Gods lievelingen op aarde, dan is in den Immanuël al hun lust; in hem, dien ze, hoewel Hem niet ziende, nochtans liefhebben met een onuitsprekelijke vreugde. En nu is ongetwijfeld de gemeenschap met dien Goël en Middelaar niet beperkt tot de enkele malen, dat we Avondmaal vieren, en kan ook onder den arbeid, in de stille huiskamer, op de knieëA voor uw legerstede, en zelfs in stille nachten, als de slaap van u wijkt, die zielsgemeenschap met uw Heiland zoet zijn. Maar toch, hoe zoet en goed die gemeenschap ook door uw ziel genoten worde, toch geeft het u nooit, wat het heilig Avondmaal u biedt; want alleen dat Avondmaal heeft de belofte, dat de Heere daar aan dien disch u ontmoeten zal, en door almachtige genade uit den hemel het geloof in uw ziel versterken wil.

Dat Avondmaal biedt u de gemeenschap met uw Heiland niet geïsoleerd, maar in de emeenschap der heiligen. Het geeft u die gemeenschap niet in mystieke zelfoverpeinzing maar in teekenen naar de ordinantie des Heeren En bovenal het biedt u die gemeenschap in een vorm, rijk door goddelijken eenvoud, die rechtstreeks aansluit aan de bruiloft des Lams die komt.

Daarom moet het heilig Avondmaal voor al Gods kinderen, hier op aarde, wel het rijke glanspunt van hun geloofsleven zijn. Immers het is niet onze keuze; het is geen eigenwiilige godsdienst; maar de Heere zelf heeft het ingesteld.

En dit nu juist brengt met zich, dat, zoo er tusschen uw laatste Avondmaal en het Avondmaal dat ge nu gaat vieren, een machtige gebeurtenisse in uw leven ligt, 'tzij van hoog verblijden, 'tzij van diepe en zielverscheurende ouwe, dan moet ge aan dat Avondmaal immers vanzelf aan die aangrijpende ontmoeing met uwen God op uwen levensweg geenken.

Hetzij het kwam door den storm, 'tzij het oor de zachte koelte ging, in elke aangrij-. ende gebeurtenis van dien aard ligt een Pniël voor uw geloofsleven; en hoe zoudt ge dan bij het heilig Avondmaal weer de ge­ meenschap met uw Ontfermer en uw Heiland kunnen zoeken, zonder dat vanzelf, en toch opzettelijk, dat om te doen gedenken voor uw ziel trad?

Slechts tegen één kwaad zult ge hierbij op uw hoede moeten zijn. Hiertegen namelijk dat nooit die bijzondere gebeurtenis uit uw levenservaring het heilig Avondmaal de geheel eenige gedachtenis van het kruis van Christus naar den achtergrond dringe.

Maar hieraan zult geu dan ook niet bezondigen, zoo ge uw leed of uw vreugd waarlijk in het geloof doorleefd hebt, met uw conscientie in verband hebt gebracht, en diep ervaren hebt, wat u niet slechts als kind des menschen, maar als zondaar, en als geredde zondaar, en daarom als kind van uw God overkwam.

Dan toch hebt ge bij uw vreugd geen oogenblik uw Heiland vergeten, noch u tot genieten bekwaam gevoeld dan in de gemeenschap met zijn offerande ook voor uw zonde.

En omgekeerd hebt ge ook bij rouw en smart geen troost in ontspanning of afleiding, maar alleen in de gemeenschap met »Christus en dien gekruist" gevonden.

En dan natuurlijk past het heilig Avondmaal bij uw zielstoestand volkomen; en blijft ook aan dit heilig Avondmaal »de gave Gods in Christus Jezus'' voor u de Zonne in de volheid harer glansen, waarbij al wat u in het leven weervoer als in schuilend maanlicht verbleekt.

Maar veeltijj^^° staat het geloofsleven niet zoo hoog.'

Dan is er nog zekere scheiding tusschen hetgeen we gelooven voor onze ziel, en doorleven in de wereld.

Men weent dan of men lacht; men kwijnt weg in smart of jubelt in hooge vreugde, ja, wel niet buiten zijn God, zoodat men nog de knieën buigt, en bidt of dankt; maar zoo, dat dit alles toch maar bepaald blijft tot het geloof in Gods Voorzienigheid, en niet gemengd wordt met dat hoogere geloofsleven, dat een kind van God in zijn Immanuël heeft.

En dan zou o, zoo licht bij uw Avondmaal op zulk een dag des gedenkens, uw eigen lijden het lijden van uw Heiland gaan verdringen.

Nu dat mag uiteraard nooit. Dat ware uit geloof in (^«geloof terug te vallen.

En daarom: Om te doeti gidenken bliift de roepstem voor Gods kinderen; maar om te kunnen gedenken, moet er ook in vreugd en smart geleefd met uw Heiland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's

„Om te doen gedenken.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's